Berichten uit de ‘bed, bad, brood’-opvang van INLIA in Groningen; maatschappelijk werkster Izre Kuiper doet verslag.
“Ik wil de pijn niet voelen. Ik wil die beelden niet zien. Niet meer. Niet meer. Ik wil slapen. Niet dromen, slapen.” Mohammed fluistert het bijna, zo zacht praat hij. Hij kijkt me niet aan. Alleen al het benoemen van het feit dat hij oorlogstrauma’s herbeleeft, valt hem zwaar.
Maar Mohammed, een 24-jarige Libiër, is betrapt met wiet op zijn kamer. En dat wil hij uitleggen, want drugs en alcohol zijn strikt taboe in de bbb+. Alle gasten in de opvang weten dat. Sterker: ze weten dat ze betrapt kunnen worden als ze die regel overschrijden, want we controleren regelmatig. Kamercontroles, alcohol-testen, zelfs drugshonden zijn al wel ingezet.
Merken we dat iemand onder de invloed is, dan gaan we het gesprek aan. Niet op dat moment natuurlijk - dat heeft geen zin - maar wanneer iemand weer nuchter is. We vertellen wat we hebben waargenomen en vragen of er inderdaad drugs of alcohol in het spel zijn. Niet beschuldigend maar op een toon van 'vertel eens'. Dan komt het gesprek op gang. Zoals met Mohammed.
Dat gesprek gaat trouwens niet over de trauma’s; dat is het domein van psychologen. Het gesprek gaat over het gebruik. We hebben inmiddels helaas best wat ervaring op dit gebied. We hebben zelfs aparte trainingen van Verslavingszorg gevolgd. Want begin dit jaar hadden we bijna dertig verslaafden in de opvang. Het merendeel is in Nederland verslaafd geraakt, in het AZC of terwijl ze op straat moesten leven.
Wat voor Mohammed geldt, geldt voor de meesten: ze gebruiken drugs als zelfmedicatie. Ze herbeleven oorlogstrauma’s en nemen drugs om dat te dempen. Om de emoties niet te voelen. Daarom is het ook moeilijk om erover te praten. Bovendien schamen ze zich meestal. En: ze zijn bang voor de consequenties.
Want zoals gezegd zijn drugs en alcohol verboden in de bbb+. Wie toch gebruikt, krijgt (na een eerste waarschuwing) een tijdelijk toegangsverbod. We handhaven dit consequent en de gasten weten dat. Mohammed heeft veel te verliezen. Toch verzint hij geen smoesjes. Ons gesprek is van beide kanten eerlijk en respectvol. Ondanks dat toegangsverbod.
We laten Mohammed en andere verslaafden natuurlijk niet aan hun lot over: de straat is immers nooit onderdeel van de oplossing. Dus zorgen we dat verslaafden in de nachten terecht kunnen in de daklozenopvang. Ondertussen werken ze dan met onze hulp aan stoppen met gebruiken en terugkeren in de bbb+.
Iedereen wil graag 24-uursopvang, dus dat is een belangrijke stimulator. Het blijft lastig voor mensen, verslaving is echt een ziekte, maar we gunnen iedereen een nieuw begin. En met deze aanpak en onze hulp lukt dat velen van hen: bijna de helft van de mensen is al ‘schoon’! We delen hun trots en vreugde daarover. En blijven met de zestien anderen in gesprek.