Mensen zijn gelukzoekers. De een zoekt geluk in eten en drinken, reizen en ontspannen. Een ander vindt voldoening in het opbouwen van een reputatie: dat mensen goed over je spreken en waardering voor je hebben. Weer anderen beschouwen wijsheid en inzicht als het hoogste geluk.
Maar wat is geluk? Jezus spreekt over verzadigd zijn: gelukkig zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Onmogelijk
Je zou denken: dat is voor sommige mensen die verlangen naar gerechtigheid onmogelijk. Velen die dat verlangen hebben, hebben iets ergs meegemaakt. Zij hebben onrecht geleden, en verlangen ernaar dat er recht wordt gedaan. De dader moet worden gestraft, en het recht hersteld! Of: werd er alleen maar spijt en berouw getoond.
Denk aan Anna. Vele jaren geleden is er een en ander voorgevallen binnen de familie. Haar ouders hebben haar onheus bejegend. Het contact is verbroken. Het is nooit weer hersteld, terwijl zij wel pogingen daartoe heeft gedaan. Maar steeds tevergeefs. En nu zijn haar ouders overleden. De verhouding kan niet meer worden goedgemaakt. Verzoening is onmogelijk. Er kan geen recht worden gedaan, terwijl zij er zó naar verlangde. Eén woord van spijt was voldoende geweest…
Denk ook aan Piet. Wat hij vertelde, is verschrikkelijk. Zijn schoonzoon heeft verschrikkelijke dingen gedaan. Hij was gewelddadig jegens zijn vrouw, de dochter van Piet. En hij heeft zich bovendien vergrepen aan hun dochter. Wat een ongeluk in dat gezin. Het is uit elkaar gevallen. En Piet verlangt naar gerechtigheid. Zou hij ooit 'verzadigd' worden zoals Jezus bedoelt?
Geschonden
Wat zijn er veel mensen die gebutst en geschonden zijn door wat anderen hen hebben aangedaan. Velen zijn beschadigd in hun jeugd, in het gezin waarin zij zijn opgegroeid, in hun huwelijk, in hun gemeente, in hun werkkring, of in welke andere kring dan ook.
Vaak kan wat gebeurd is, niet meer worden goedgemaakt. Dan moet je de last zelf blijven dragen. Kon er maar recht geschieden, maar het kan niet meer … Wat zijn er veel mensen die verlangen naar gerechtigheid.
En nu zegt Jezus: Gelukkig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Maar dat kun je toch niet begrijpen? Je zou denken dat Jezus zou zeggen: Ongelukkig zijn degenen die door het leven beschadigd zijn, bij wie zoveel onrecht is gedaan. Dát zouden we kunnen begrijpen. We zouden óók kunnen begrijpen als de Here Jezus zou zeggen: Gelukkig zijn diegenen die dat gebeuren achter zich kunnen laten. Gelukkig zijn diegenen die vergeten wat is gebeurd, die eroverheen kunnen stappen en weer optimistisch verder kunnen leven. Maar Hij zegt: Zalig zijn diegenen die beschadigd zijn door onrecht en verlangen naar heelheid.
Wat Jezus bedoelt? Hij zegt daarmee dat Hij juist gekomen is voor mensen die in zak en as zitten
vanwege de gebrokenheid in hun leven. Hij is gekomen voor diegenen die geen uitweg meer zien vanwege het onrecht dat hen is aangedaan.
Weduwen
In zijn dagen konden dat bijvoorbeeld weduwen zijn. Weduwen waren een gemakkelijke prooi voor schuldeisers. Soms gebeurde het dat de huizen van de weduwen – bij wijze van spreken – werden opgegeten. Wat een onrecht! Die schuldeisers eisten dat de schuld zou worden betaald. Het kon hen niets schelen als een arme weduwen haar huis daarmee kwijtraakte.
Wie een dergelijk onrecht bedreven? Farizeeën en schriftgeleerden. Jezus spreekt daarover in zijn strafrede: Wee u, schriftgeleerden en farizeeën, u huichelaars. Want u eet de huizen van de weduwen op! En ondertussen spreekt u ook nog lange gebeden uit (Mat.23,14).
De desbetreffende weduwen verlangden ernaar dat iemand naar hen zou luisteren, een rechter bijvoorbeeld. Ze verlangden naar recht, maar liepen telkens tegen een muur aan. Maar Jezus is juist gekomen voor zulken die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Hij zegt in deze zaligspreking niets anders dan dat je gelukkig bent als je weet waar je met de schade de je hebt geleden, naartoe kunt gaan.
Missie
Dat woord is ook voor zijn discipelen bedoeld. Wat zouden ook zij veel onrecht moeten verduren bij hun taak in de wereld. Zij zouden meer dan eens onrecht lijden. Wat zouden zij dan ook verlangen naar recht, en dat mensen hen in hun taak en missie zouden erkennen. Jezus bemoedigt hen: Gelukkig zijn jullie als jullie in die omstandigheden weet waar je met je honger en dorst naartoe kunt gaan.
Je bent daarentegen heel ongelukkig als je niet weet waar je daarmee naartoe moet gaan. Dan blijf je daarin hangen. Dat neemt dan al je levensvreugde weg, en slorpt al je energie uit je lichaam. Het is heel verdrietig als je dat onrecht niet kwijt kunt, het je innerlijk verteert, en je er ziek van wordt. Of dat je verbitterd raakt. Dan ben je héél ongelukkig. Maar gelukkig zijn diegenen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. (volgende week het tweede deel)
D.J. Steensma, Feanwâlden