We zijn op bezoek bij br. en zr. Harmen en Pietje Bergsma – van den Adel uit Leeuwarden en we vragen hen hoe het met name tijdens de Tweede Wereldoorlog was als schippersfamilie. Hun hele leven zijn ze vertrouwd met het leven op het schip. Pietje is geboren en getogen op de klipper Op hoop van Zegen.
Schipper zijn is geen baan, het is een manier van leven. De liefde voor het werk is groot. Het leven op het water zit in het bloed.
Bij wat br. Bergsma vertelt, zoeken we achtergrondinformatie op, omdat we van de schipperswereld niet veel weten en hij het ons niet precies meer kan uitleggen.
Crisisjaren
In de jaren twintig was de motorisering van de binnenvaart flink op gang gekomen.
Er kwamen meer en grotere schepen die tegen lagere prijzen konden varen. Kleine schippers kwamen hierdoor in de verdrukking. De schippersbonden ondernamen actie en in 1933 leidde dit tot de wet op de evenredige vrachtverdeling via beurzen. Schippers kregen een bevrachtingsboekje. De overheid kreeg zo greep op de tarieven en maakte een eind aan het varen tegen bodemprijzen. Zo werden de binnenschippers beschermd door de overheid.
En dan is het in mei 1940 oorlog. Er komt een ander regime. Een van de eerste maatregelen is dat de Duitsers schepen vorderen. Deze waren van groot belang voor de Duitsers, die ze wilden gebruiken om Engeland te bereiken. Dit werd Operatie Seelöwe genoemd, die overigens nooit is uitgevoerd. De schepen werden dan gekopt: de voorkant werd er afgehaald om het zo mogelijk te maken dat er voertuigen op en af konden rijden. Het werden dan eigenlijk een soort landingsvoertuigen.
Onderduiken
De term ‘onderduiken’ kennen we wel. Harmen Bergsma heeft ook zelf - net als zoveel andere mannen - moeten onderduiken bij zijn Beppe om aan tewerkstelling te ontkomen. Maar dat een schip kon onderduiken? Dat wisten we niet.
Gedurende de hele oorlog worden veel schepen door de Duitsers gevorderd. Schippers proberen dit te voorkomen door met schip en al onder te duiken.
De schippers verstopten hun schip of camoufleerden het met grote takken in het gangboord, tot het gevaar van vordering was geweken.
Het is tijdens de bezetting door de Duitsers een moeilijke tijd. Alle beschermende maatregelen van de Nederlandse overheid worden opgeheven en vervangen door Duitse regelgeving. De bezetter kan zonder meer schepen, met of zonder bemanning, vorderen. Een schipper die weigert, verliest de zeggenschap over zijn schip. Hij wordt dan verplicht om te varen zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen. Wie niet wil varen, zal worden berecht door het Duitse Landesgericht. Het schip wordt dan door de Duitsers in beslag genomen.
Ausweis
Iedereen moet een persoonsbewijs bij zich hebben. De binnenvaart is zo belangrijk voor de Duitsers dat iedereen die vaart, zonder meer een Ausweis krijgt die vrijstelling geeft voor de Duitse Arbeitseinsatz. Blijven varen is voor schippers en schippersknechten een mogelijkheid om niet opgepakt te worden voor de verplichte tewerkstelling in Duitsland.
In het gezin waarin Harmen opgroeit moeten negen kinderen worden gevoed. ‘Je wilde niet, maar je moest wel,’ zegt br. Bergsma.
Na de vordering door de bezetter van alle vrachtauto's en de latere algehele spoorwegstaking was de binnenvaart de laatste vervoersmogelijkheid in de voedselvoorziening. Dat vervoer werd vaak onder zeer moeilijke en soms levensgevaarlijke omstandigheden uitgevoerd. Vooral toen aan het eind van de oorlog de geallieerden sterke tegenstand tegen de Duitsers boden. De zich langzaam voortbewegende schepen waren op de brede kanalen en rivieren zeer goed zichtbaar. Ze vormden een gemakkelijk doelwit voor de vliegtuigen van de geallieerden die alle transportmogelijkheden van de vijand trachtten lam te leggen.
Daarnaast werden door de Duitsers vooral op het einde van de oorlog nog vele binnenschepen in beslag genomen en bij sluizen, bruggen en haveningangen tot zinken gebracht om zo de weg te blokkeren.
Terugkijken
Al met al heeft br. Bergsma de oorlogstijd niet als heel zwaar ervaren. Zijn herinneringen zijn gevuld met goede momenten, dát is wat hij heeft onthouden. Of hij een hekel had aan de Duitsers? ‘Nou nee hoor, we konden goed met hen opschieten,’ is het antwoord.
Na de oorlog heeft hij met hulp van zijn vader het schip nog twee keer kunnen vergroten. Ook van dat schip prijkt een model in de kamer. Br. Bergsma is zijn hele leven met veel plezier schipper gebleven, samen met zijn vrouw, die later aan de wal is gaan wonen met de kinderen.
Hij kijkt samen met zijn vrouw terug op een mooi leven, waarvan de oorlog maar een korte periode is geweest.
Peter en Nel Noppe, Leeuwarden