Psalmen – ze zijn er altijd in het leven van een christen, van wieg tot graf. Maar hoe gebruiken wij het gelijknamige Bijbelboek? Zingen we hele psalmen? Kennen wij het complete Psalter?

 

Het is niet moeilijk om voorbeelden te geven van groten in de kerkgeschiedenis die lyrisch over de psalmen spreken. Luther schrijft dat je in het Boek der Psalmen de heiligen in het hart ziet, zowel in voor- als in tegenspoed. Calvijn noemt dit Bijbelboek een ‘anatomie van alle delen van de ziel’. En Matthew Henry zegt: ‘Geen enkel boek van geheel de Schrift is meer behulpzaam voor de Godsvrucht der heiligen dan dit boek.’

Ook hedendaagse auteurs geven hoog op van de psalmen. De Amerikaanse predikant Tim Keller zegt dat we, door ons ‘onder te dompelen in de psalmen’, onszelf de ‘grammatica van het bidden’ leren. En de nieuwtestamenticus Tom Wright stelt: ‘De Psalmen bieden ons een manier om deel te worden van een koor van lofprijzing en gebed dat gedurende millennia al gaande is vanuit alle culturen.’

Hooggestemde taal dus. De vraag is echter of wij zó met het Boek der Psalmen leven, of wij de psalmen zó gebruiken. Maken we in veel gevallen in de kerk en thuis niet een selectie uit die 150 liederen? We zingen in de kerk misschien een derde van het psalmboek, in veel gevallen ook nog eens losse ‘versjes’. In het pastoraat kiezen we liever Psalm 23 of 25 dan Psalm 13 of 15. En als we thuis na het eten ‘even snel’ een psalm willen lezen, wordt het nooit Psalm 18 of 78.

Die praktijk is verklaarbaar. Maar daardoor dreigen we wel het zicht op het hele Psalter te verliezen. Terwijl het Bijbelboek als geheel juist al zoveel schoonheid vertoont. Meer nog: vanuit het geheel valt er vaak verrassend licht op de afzonderlijke psalmen.

 

Het geheel

In het verleden was er vaak weinig aandacht voor de structuur en de boodschap van het Psalter als geheel. Genoemde Matthew Henry ziet bijvoorbeeld geen verband tussen de ene of de andere psalm, en ook zou de volgorde van de liederen willekeurig zijn.

Daar denken uitleggers vandaag de dag anders over. Niet ten onrechte. Want wie erop gaat letten, ontdekt wel degelijk een grotere structuur in die collectie liederen en ziet ook heel wat onderlinge verbanden tussen afzonderlijke psalmen. Een of meer eindredacteuren moeten een doelbewuste rangschikking hebben aangebracht.

 

Structuur

Wat betreft de structuur een paar dingen. Het eerste wat opvalt –dat is redelijk bekend– is de onderverdeling in vijf bundels: Boek 1 (Ps.1-41), Boek 2 (Ps.42-72), Boek 3 (Ps.73-89), Boek 4 (Ps.90-106) en Boek 5 (Ps.107-150). Elke bundel wordt afgesloten met een lofverheffing (‘Geloofd zij de HEERE… Amen, ja, amen’), terwijl de hele collectie wordt afgesloten met vijf Halleluja-psalmen (Ps.146-150).

Vervolgens zien we, als we naar auteurs en opschriften kijken, een bepaalde ordening. De psalmen van David staan met name in Boek 1, 2 en 5. De liederen van Asaf zijn, met uitzondering van Psalm 50, allemaal in Boek 3 (Ps.73-83) terechtgekomen. De liederen voor de zonen van Korach kregen alle een plek in Boek 2 (Ps.42; 44-49) en Boek 3 (Ps.84-85; 87-88). En de vijftien liederen Hammaäloth (Ps.120-134) staan als één geheel in Boek 5.  

Diverse uitleggers zien in deze rangschikking een verhaallijn. Grofweg deze: Na een tweeledige inleiding (Ps.1-2) volgen twee boeken die vooral over David gaan. Boek 3 (met de Asafspsalmen, die vaak de verwoesting van stad en tempel veronderstellen) eindigt echter in twee diepzwarte klachten (Ps.88-89): Waar is Gods trouw aan David? Vervolgens antwoordt Boek 4 met de wijsheid van Mozes (Ps.90) en een reeks psalmen waarin God als koning wordt bezongen (Ps.93-99); deze bundel eindigt met de bede: Verlos ons, HEERE, onze God, verzamel ons weder uit de volken (Ps.106:47). In Boek 5 lijkt de terugkeer uit de ballingschap centraal te staan, met onder andere de reeks pelgrimsliederen (Ps.120-134) en een nieuwe verwachting voor het huis van David (Ps.110; 132). Het Psalter eindigt met een groot slotakkoord (Ps.146-150), waarin David niet meer voorkomt, maar waarin het prijzen van de HEERE door hemel en aarde centraal staat.

 

Verbanden

Als het gaat om de onderlinge verbanden tussen de afzonderlijke psalmen twee voorbeelden.

In de Psalmen 77-80 komt vier keer het motief van de herder en de kudde voor. God leidde Zijn volk als een kudde door de hand van Mozes en Aäron (Ps.77,22). Israël trok als een kudde door de woestijn en God koos later David om Zijn volk te weiden (Ps.78,52.70-72). Asaf zingt vervolgens over Uw volk, en de schapen die Gij weidt (Ps.79,13). En hij bidt aansluitend: Herder Israëls, neem ter ore! Gij, die Jozef leidt als schapen… (Ps.80,2). Deze rangschikking lijkt bewust zo gedaan te zijn.

Dan het slot van Boek 4. Psalm 103 opent en sluit met: ‘Looft de HEERE, mijn ziel’, en in Psalm 104 gebeurt hetzelfde. Psalm 104 eindigt met de uitroep ‘Halleluja’ (de eerste keer in het Psalter!), en zo besluit ook Psalm 105. Psalm 106 opent én sluit met deze uitroep. Boek 5 wordt vervolgens aan Boek 4 gekoppeld doordat Psalm 107 net zo begint als Psalm 106: 'Looft de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.' Ook hier lijkt de ordening niet toevallig.

 

Kortom, er is alle reden om het Boek der Psalmen als één groot geheel te benaderen en te gebruiken.

 

Dr. Jaco van der Knijff

 

In drie artikelen geeft dr. Van der Knijff, docent liturgiek aan de TUA, een verkorte weergave van wat hij afgelopen seizoen tijdens de CGK-vormingscursus in onder andere Drachten heeft behandeld rond 'Het Boek der Psalmen: de binnenkamer van het Oude Testament'.


Commentaar

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...