Het is u vast wel eens gevraagd: Geloof je in God? En nog zo’n prikkelende vraag: Geloof je in de satan? Op deze laatste vraag werd eens aldus geantwoord: ‘Nee, ik geloof niet in de satan. Ik geloof alleen in God. Geloven betekent voor mij vertrouwen en de satan vertrouw ik voor geen cent. Toch kan ik niet ontkennen dat hij bestaat. En ik merk wel degelijk zijn invloed. Ook in de wereld om mij heen.’
Het woord satan betekent tegenstander. Overal waar God werkt, werkt de tegenstander ook. Je merkt het aan alles. Hij is tegen de hoop, de liefde, het geloof, de waarheid. Hij breekt af overal waar hij kan. Hij kan maar een ding: zoveel mogelijk mensen aanvallen en alle middelen zijn geoorloofd.
Ook in je persoonlijke leven merk je de aanvechtingen van satan. Iedereen herkent dat wel. Maarten Luther schreef eens dat hij als remedie tegen aanvechtingen van de satan, hardop christelijke liederen ging zingen. Het werkte! Hij werd er rustiger door en kon zich weer richten op God.
Hoe kunnen we iets begrijpen van de realiteit van de satan? Petrus schrijft ergens ‘satan gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden’. Paulus schrijft aan de gemeente van Kolosse: ‘Hij (Jezus) heeft de overheden en machten ontwapend en zo over hen gezegevierd’. Maar ja, wanneer je om je heen kijkt, zie je dan die overwinning?
Denk eens aan een waakhond die aan de ketting ligt. Hij blaft en gromt, maar verder? Daar lopen we met een boog omheen en daar blijft het bij.
Zo is het ook met de satan. Hij is nog steeds een briesende leeuw, maar Jezus heeft hem aan de ketting gelegd. Zijn macht is begrensd. Hij kan ons alleen maar bereiken wanneer wij te dicht bij hem komen. Wanneer we dicht bij Jezus blijven kan hij ons nooit te grazen nemen.
Maarten Luther schrijft ergens dat de satan hem opzocht en tegen hem zei: ‘Kijk, ik heb hier een hele lijst met jouw zonden, je denkt toch niet dat je bij God aan kunt komen met zo’n lijst? Dit is het bewijs dat je bij mij hoort’. Luther vroeg: ‘Weet je er nog meer?' De satan maakte de lijst nog langer. Weer vroeg Luther: ‘Zijn er nog meer?' En de lijst werd nog langer. Toen nam Luther de lijst mee en legde hem op tafel en schreef er met rode inkt dwars overheen: ‘Het bloed van Jezus, Gods Zoon, reinigt mij van alle zonden.’ Daarbij 1 Johannes 1,7 nasprekend.
Dat is het! Niets kan tegen het verzoenend, verlossend en volbrachte kruis van Jezus Christus op. Laten we de satan dáár maar veel op wijzen.
Art van der Molen, Bierum