Dit jaar herdenken wij dat Nederland vijfenzeventig jaar geleden werd bevrijd van de macht van Nazi-Duitsland. Nog steeds zijn er onder ons die de oorlog hebben meegemaakt. Gedurende dit jubileumjaar vertellen zij ons hun verhaal. Opdat wij niet vergeten …Dit keer het verhaal van Rinske Dantuma-van der Hoek uit Leeuwarden. Dit is de laatste aflevering in de serie oorlogsherinneringen.
Rinske van der Hoek heeft de oorlog bewust meegemaakt als tiener. Ze woonde destijds in Dantumawoude. Daarnaast vertelt ze ook over de gebeurtenissen in het op steenworp afstand liggende dorpje Broek onder Akkerwoude, waar wijlen haar echtgenoot Anne Dantuma is groot geworden.
De gebeurtenissen waarover zij vertelt heeft ze tijdens de oorlog wel gehoord, maar door haar man werd het een groot onderwerp in hun gezin.
Landwacht
In Friesland blijft de oorlog nog wel enigszins op afstand. Maar naarmate de oorlog langer duurt, verandert dat ook in het noorden van Friesland. Duitse soldaten heeft Rinske niet gezien. De orde wordt gehandhaafd door de Landwacht. Ze zijn berucht en gevreesd, de mannen van de Landwacht. Met een jachtgeweer bewapend vormen deze nationaal-socialistische mannen hulptroepen voor de politie.
In de oorlog leer je angst kennen
Rinske is nog maar een jong meisje van een jaar of dertien als haar opdrachten worden gegeven die ronduit gevaarlijk zijn. Enkele keren komt er een Joodse mevrouw op bezoek bij moeder Van der Hoek. Ilse Wolf heet zij. De vrouwen leerden elkaar kennen in het ziekenhuis, waar ze beiden waren opgenomen. Op een bepaald moment was Ilse in het ziekenhuis plotseling verdwenen, zonder afscheid te hebben genomen. Er werd gezegd dat ze naar de afdeling besmettelijke ziekten was overgebracht. Later bleek dat ze door verzetsmensen uit het ziekenhuis was weggehaald en ergens in Friesland zat ondergedoken. Ilse waagt de reis naar Dantumawoude om het bezoek aan mevrouw Van der Hoek af te leggen. Rinske begeleidt haar op de weg terug naar Quatrebras, waar ze na te zijn overgestoken, wordt opgewacht aan de overkant door een andere begeleider, die haar veilig thuis brengt. Op zeker moment worden Ilses ouders naar Westerbork afgevoerd. De familie Van der Hoek stuurt voedselbonnen naar Westerbork om hen te helpen. Na de oorlog weet niemand hoe het met deze mensen is gegaan.
Hongerwinter
Eind 1944 wordt het zuiden van Nederland bevrijd. De Duitsers draaien de duimschroeven aan en blokkeren de toegang tot het westen van Nederland door de Afsluitdijk en de bruggen over de rivieren te blokkeren. Voedingsmiddelen en brandstof kunnen zo niet worden vervoerd, wat tot grote schaarste en honger en koude leidt. Er sterven in het westen van Nederland twintigduizend mensen in die laatste winter van de oorlog. Deze winter staat bekend als de ‘hongerwinter’.
Veel mensen fietsen of lopen naar het oosten of noorden van het land om daar aan eten te komen. Bij de familie Van der Hoek kloppen familieleden uit Den Dolder aan. Zij zijn al een tijd onderweg en hebben van een boer bij Leeuwarden al ruimschoots te eten gekregen: melk, brood met spek en havermoutpap. Liefdevol en goedbedoeld uiteraard, maar helaas is het gestel van deze mensen daar niet meer tegen bestand en worden ze er ziek van.
Goed en fout
'Die was fout in de oorlog!' Het is een uitspraak die lange tijd gebruikt werd voor mensen die in de Tweede Wereldoorlog samenwerkten met de Duitsers. Er waren mensen die aan de kant van de Duitsers stonden. Verraders. Soms omdat ze het met de ideologie van de Duitsers eens waren, zoals de NSB’ers. Maar anderen ging het vooral om het geldelijk belang. Er stond zogenaamd ‘kopgeld’ op het aangeven van onderduikers aan de Duitsers. Per verraden persoon leverde dat f 7,50 op. De Duitsers haalden die onderduikers dan op tijdens de zogeheten razzia’s.
Razzia in Broek
Het is inmiddels februari 1945. Net als overal in Nederland zitten er in het kleine dorpje Broek mannen en jongens die zich aan tewerkstelling onttrekken. Ze zitten ondergedoken bij de families Oberman en Westerhof. In dit geval gaat het om de eigen zonen en het is dan ook bij jong en oud bekend dat deze jongens bij onraad naar een schuilplaats moeten vluchten.
Op een middag half februari 1945 komt Pieter Dantuma, het broertje van Anne, terug van zijn vriendje. Onderweg hoort hij een Duitse patrouille het dorp binnenstormen. Pieter waarschuwt meteen buurman Oberman. De jongens Oberman zoeken direct hun schuilplaats op. De zoons van Westerhof proberen ook te vluchten, maar zij worden opgemerkt door de Duitse soldaten, die direct beginnen te schieten. Daarbij wordt Jelle Westerhof in zijn oor getroffen. Pieter Dantuma staat weliswaar weggedoken achter een muur, maar ook hij wordt in zijn longen en nier geraakt door een terugkaatsende kogel.
Pieter wordt met hulp van een Duitse militair naar het Diaconessenziekenhuis in Leeuwarden gebracht. De Duitse militair betuigt tegenover de familie verschillende malen zijn spijt. De behandeling in het ziekenhuis mag helaas niet baten, want Pieter overlijdt een paar weken later aan zijn verwonding op 20 maart 1945. Zijn dood had volgens de behandelende arts mede te maken met zijn zwakke gezondheid. Het jaar tevoren kampte hij langdurig met pleuritis. Hij mocht slechts elf jaar worden.
Bevrijding
‘Se binne te let!’ huilt Moeder Dantuma als drie weken later de bevrijders het dorp inrijden op de veertiende april. Blijdschap is er niet, slechts verdriet om de tragische dood van haar zoontje. Ze zijn te laat! Het kost haar moeite om de andere kinderen wel te laten feestvieren. Zij willen wél vieren dat ze bevrijd zijn.
Op zondag 15 april wordt de bevrijding in de kerk gevierd. Allemaal een oranje lintje dat tot dat moment verboden was. Immers, daarmee liet je zien dat je voor het koningshuis en dus tegen de Duitsers was. Dan komt de koster binnen en loopt naar de preekstoel. Er wordt gevochten bij Akkerwoude! De kerkdienst wordt gestaakt en het lintje wordt weer weggestopt. Later hoort men dat er twee mannen van het verzet zijn gesneuveld.
Tribunaal
Na de oorlog is Anne Dantuma als schrijver betrokken bij het Tribunaal, dat verantwoordelijk was voor de berechting van collaborateurs, SS'ers, NSB'ers, Landwachters en andere oorlogsmisdadigers. Op het Tribunaal staat ook de jongen terecht die door zijn verraad medeverantwoordelijk is voor de dood van Pieter Dantuma. Zuiver en alleen maar om het ‘kopgeld‘ te kunnen incasseren heeft hij de onderduikers verraden. Hij wordt veroordeeld tot werken in de mijnen.
Een nare bijkomstigheid is dat deze jongen een bekende is van de familie Dantuma. Hij is een schoolkameraad van de oudste broer, een zoon van medegemeenteleden van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Broek, een buurjongen.
Bevrijd
Iedereen verwerkt de oorlog op zijn eigen manier. Twee personen zijn we in de verhalen van mevrouw Dantuma tegengekomen: Ilse Wolf en Anne Dantuma.
Ilse hoort na de oorlog dat haar ouders zijn omgekomen in Auschwitz. Ze wordt beheerst door angst voor de Duitsers en zij besluit zo ver mogelijk weg te gaan. Ze emigreert naar Colombia. Zij heeft die afstand nodig om zich vrij te kunnen voelen.
Anne Dantuma, die net voor de bevrijding zijn broertje verloor, werkt na de oorlog bij het Tribunaal. Hij blijft een hekel houden aan de Moffen, zoals hij de Duitsers noemde. Hoewel hij er moeite mee heeft, worden er met het gezin dat hij met Rinske heeft gesticht, toch vakanties in Duitsland gehouden. Wantrouwend bekijkt hij de mannen en vraagt zich af: ‘Was deze het die mijn broertje heeft doodgeschoten?’, zonder er ooit achter te komen. Hij ergert zich mateloos aan de Duitse gedenkmonumenten ter ere van de gevallenen in de beide wereldoorlogen.
Tot hij in gesprek komt met de eigenaar van de vakantiewoning, waar de familie verblijft. In een buitengewoon verhelderend gesprek legt deze man uit hoe Hitler de Duitse bevolking heeft misleid. Hoe slecht de situatie in de periode tussen de beide oorlogen voor Duitsland was. Hoe Hitler voor werkgelegenheid zorgde en daardoor de bevolking achter zich kreeg.
Ook wordt verteld dat lang niet iedereen het met deze oorlog eens was en dat er ook in Duitsland slachtoffers zijn gevallen. Het stemt hem iets milder, nu hij een andere kant van het verhaal hoort. Maar helemáál vrij komt hij er niet van. Hij blijft moeite houden met vergeving.
Rinske Dantuma-van der Hoek zelf is een verhalenverteller. Ze vindt het belangrijk dat 75 jaar na dato opnieuw het verhaal over Pieter en de oorlog wordt verteld. Ze heeft geleerd dat je niet weet wat vrijheid is als je geen oorlog hebt meegemaakt. Ook in haar gezin heeft ze er altijd veel aandacht aan besteed. Sowieso rond 4 en 5 mei, als landelijk de Dodenherdenking plaatsvond en de bevrijding werd gevierd. Maar ook tijdens vakanties werden plekken zoals Theresienstadt bezocht, die herinneren aan die verschrikkelijke tijd.
Wat we van mevrouw Dantuma leren is dit: vrijheid moet je waarderen, zonder dat het je eerst is afgenomen.
De coronacrisis beperkt ons allemaal en velen denken terug aan de tijd van de oorlog. Juist nu we dit jaar de 75e Bevrijdingsdag mogen vieren is het des te belangrijker.
Peter en Nel Noppe, Leeuwarden