Aan Abraham heeft de HERE de belofte gegeven: In u zullen alle volken van de aarde gezegend worden (Gen.12,3; Gal.3,8) Toen Abraham nog geen kinderen had en God hem opnieuw ontelbaar veel nageslacht beloofde, zoveel als er sterren aan de hemel staan, lezen we: Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend (Gen.15,6; Rom.4,3).
Deze belofte en zegen is gekomen tot Joden en niet-Joden door de verlossing in Christus Jezus voor allen die geloven. Paulus noemt daarom Abraham de vader van allen die in Christus geloven, of ze nu Jood of niet-Jood zijn. (Rom.4,11-12). Jakobus noemt Abraham de vriend van God (Jak.2,23).
Ibrahim
In de Koran, het heilige boek van de moslims, heet Abraham ‘Ibrahim’ en wordt hij een profeet genoemd (Sura 19:41). Volgens moslims is Ibrahim zelfs een van de belangrijkste profeten. Bovendien beschouwen Arabieren Ibrahim als hun voorvader van wie ze afstammen via Ismaël, de oudste zoon van Ibrahim. Ibrahim is voor Mohammed en zijn volgelingen hét grote voorbeeld van gehoorzaamheid aan Allah, zoals moslims God noemen. Ibrahim wordt in de Koran ook de vriend van Allah genoemd (Sura 4:125).
Volgens de Koran heet de vader van Ibrahim niet Terach, maar Azar en vereerden Azar en zijn tijdgenoten afgodsbeelden. Ibrahim nu waarschuwde zijn vader om te stoppen met deze dwaling om naast Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde, andere goden te dienen. Dit is binnen de Islam de grootste zonde om Allah ‘genoten’ te geven, dat is naast Allah goden te vereren. Azar werd boos op zijn zoon Ibrahim, dreigde hem te stenigen en beval hem voor lange tijd weg te gaan (Sura 6:74-83; 19:41-46). Het is goed mogelijk dat Mohammed van Joodse tijdgenoten heeft vernomen dat Abraham uit een familie kwam, die afgoden vereerde (Joz.24,2).
Ismaël
In de Koran lezen we nergens dat Ibrahim uit Ur naar het land Kanaän werd geroepen. We lezen wel dat hij Ismaël, Ishak (Isaak) en ook Ja‘kub (Jakob) tot zonen kreeg. Over Hagar en de geboorte van Ismaël wordt vreemd genoeg niets verteld. Wat wél wordt verteld, is de aankondiging van de geboorte van Ishak aan Ibrahim en zijn vrouw (Sura 11:69-73). De reactie van de vrouw van Ibrahim is: 'O wee mij, zal ik baren, terwijl ik toch een oude vrouw ben en deze mijn echtgenoot een oude man? Dit is waarlijk een wonderbaarlijk ding.'
In de Koran is de geschiedenis van Ibrahim niet als een doorlopend verhaal geschreven zoals in Genesis. Verspreid over de Koran zijn passages te vinden uit het leven van Ibrahim. Zo is ook in de Koran de geschiedenis uit Genesis 22 te vinden, waar de HERE Abraham op de proef stelt om zijn zoon te offeren. Wij weten uit de Bijbel dat dit Isaak was. De Koran noemt bij deze gebeurtenis geen naam (Sura 37:99-113). Maar in de uitleg van de Koran in de volgende eeuwen is dit Ismaël geworden. Als Ibrahim op het punt staat zijn zoon te slachten, roept Allah hem te stoppen en geeft hem in plaats van zijn zoon een dier als slachtoffer. Dit slachtoffer van Ibrahim aan Allah staat centraal tijdens het meest heilige feest van de moslims, het jaarlijkse Eid al-Adha, het Offerfeest. Dit valt aan het einde van de bedevaart naar Mekka, dit jaar op 30 juli 2020. Op dit feest slachten moslims een schaap of geit ter herinnering aan het offer, dat Ibrahim bracht in plaats van zijn zoon Ismaël.
Mekka
In het jaar 622 na Christus is Mohammed van Mekka naar Medina gevlucht vanwege de vijandschap van de Mekkanen tegen hem. In Medina woonden naast Arabieren grote Joodse stammen. Na anderhalf jaar kwam het tot een breuk tussen hem en de Joden, omdat de Joden hem niet als profeet wilden erkennen. Daarom veranderde Mohammed de gebedsrichting van de moslims van Jeruzalem naar Mekka. Vanaf die tijd bidden alle volgelingen van Mohammed in de richting van het heiligdom in Mekka met de vierkante Ka’aba. Waarschijnlijk maakte Mohammed in die tijd de ‘openbaring’ bekend dat Ibrahim met zijn oudste zoon Ismaël het heiligdom in Mekka hadden gebouwd (Sura 2:124-127). Dus zoveel eeuwen voordat Mohammed en de moslims leefden, zou Ibrahim al het moslim heiligdom hebben gebouwd. Opvallend is de uitspraak van Mohammed in de Koran (Sura 3:67): 'Niet was Ibrahim een Jood en niet een Christen, maar hij was een godzoeker, een overgegevene (Arabisch: moslim) en hij behoorde niet tot de genotengevers (zij die naast Allah andere goden vereren).'
Conclusie
Mohammed heeft sommige gedeelten van het leven van Ibrahim overgenomen van Joden en christenen. Andere gedeelten over Ibrahim staan haaks op de Bijbel. Volgens de Koran is Ibrahim een groot profeet en een moslim, die samen met zijn zoon Ismaël het moslim heiligdom in Mekka heeft gebouwd. Volgens de Bijbel zal God Ismaël, de oudste zoon van Abraham, wel zegenen, maar niet Zijn verbond met hem oprichten. De Here God zal Zijn verbond oprichten met Isaak en zijn nageslacht (Gen.17,18-21). Uit het geslacht van Isaak zal later de Christus geboren worden, de Redder van de wereld, die de Zoon van God is. Allen die in Christus geloven zijn nageslacht van Abraham.