Langzaam druppelen de mensen binnen. We zijn uitgenodigd bij een vriend. Hij is ziek, erg ziek. Medisch valt er niet veel meer voor hem te doen. Nu heeft hij zich tot de oudsten gewend en gevraagd om ziekenzalving. Behalve de oudsten - de predikant en enkele ouderlingen - heeft hij ook familieleden uitgenodigd en enkele vrienden. In de woonkamer staan een paar rijen klapstoeltjes. Onze vriend heeft geen overspannen verwachtingen, maar hij wil het graag, omdat het in de Bijbel staat. ‘Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente tot zich roepen. En laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovig gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden’. Het volgende vers is nog wonderlijker: ’Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand’. Hé, dat kennen we. Deze laatste zin leidt onder ons al heel lang een zelfstandig leven. ‘Het gebed van de rechtvaardige vermag veel’ (Jac. 5, 14-16).
Al je het aandurft, is dit bijbelgedeelte een mooi onderwerp voor een inleiding. Er zit heel wat interessante gespreksstof in. Maar als er iemand ziek is waar je heel veel van houdt, of nog dichterbij, als je zelf ziek bent, dan lees je deze woorden met andere ogen en met een ander hart. Wat staat er toch allemaal en wat wordt er mee bedoeld? Dit bijbelgedeelte is voor ons bijna helemaal uit het zicht geraakt. Niet helemaal. Het is juist de laatste decennia weer herontdekt en het wordt hier en daar ook weer in praktijk gebracht. In het dienstboek van de PKN is een liturgie voor de ziekenzalving opgenomen. En ook in andere protestantse kerken wordt er weer met nieuwe ogen naar gekeken.
‘Is er iemand onder u ziek?’ Die vraag zal in elke gemeente met ‘ja’ beantwoord worden. Soms zijn er veel mensen ziek. Ziekenzorg is een belangrijk deel van het pastoraat. Ook de wekelijkse voorbede in de gemeente hoort daarbij. Maar ziekenzorg is niet alleen voor de predikant. Het gaat om de hele gemeente. We mogen elkaar niet alleen laten. De Heere Jezus zelf wekt ons er toe op. ‘Ik ben ziek geweest en u hebt mij bezocht’ (Math. 25,36). Dat is niet vanzelfsprekend zo. Soms komen we er door drukte niet aan toe. Soms durven we ook niet zo goed. Zeker als iemand ernstig ziek is. Wat moet ik zeggen?
Maar nu terug naar die wonderlijke verzen uit Jacobus 5. ‘Is er iemand onder u ziek, laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden’. Tot zo ver is het te volgen. Maar dan wordt het moeilijker: ‘en hem met olie zalven in de naam van de Heere’. Hoe moeten we dit opvatten? Het begrip zalven komen we meerdere malen in de Bijbel tegen. Bijvoorbeeld in dat indrukwekkende verhaal van de zondares die Jezus zalft. Daar heeft Jezus zelf de betekenis verklaard: ‘Zij heeft van tevoren Mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis’ (Marc. 14,8). Ook in die confronterende gelijkenis van de barmhartige Samaritaan lezen we over zalving. ‘En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden en goot er olie en wijn op’ (Luk. 10,34). Dit lijkt heel erg op een medicinale toepassing. Natuurlijk kennen we zalving vooral als inwijdingsritueel voor priesters en voor koningen. En Jezus zelf wordt de Gezalfde genoemd. Het Griekse woord dat gebruikt wordt voor de zalving bij inwijdingsrituelen onderscheidt zich van het Griekse woord dat gebruikt wordt in Jacobus en in de andere genoemde teksten. Kunnen we nu zeggen dat het ene Griekse woord voor zalven duidt op ceremoniële gebruik en het andere Griekse woord op medicinaal gebruik? Het zou kunnen, maar de formulering uit Jacobus, ‘en hem met olie zalven in de Naam van de Heere’ neigt naar een combinatie van deze twee mogelijkheden. Ook bij de uitzending van de apostelen in Marcus 6 vers 12 zou je in die richting kunnen denken. ‘En ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen’.
Maar in Jacobus 5 staat nog meer: ‘En het gelovig gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden’. Dit lijkt toch veel op wat wij gebedsgenezing noemen. Het claimen van genezing, zoals in bepaalde charismatische kringen de gewoonte is, lijkt me niet bijbels, maar wie verlangt er niet naar genezing? In de Bijbel zijn toch voorbeelden genoeg? Bijvoorbeeld de vrouw die de zoom van Jezus’ kleed aanraakte. De Heere Jezus en de apostelen hebben zoveel mensen genezen. Is dat echt allemaal alleen maar voor de apostolische tijd? Ook in de latere kerkgeschiedenis zijn veel genezingswonderen beschreven. En dan die combinatie met ‘En als hij zonden gedaan heeft, zal hem die vergeven worden.’ Het lijkt een beetje op een biecht. Het doet ook denken aan de genezing van de verlamde (Mark. 2,1-13). Daar ging de vergeving van zonden aan de genezing vooraf.
En dan, of het nog niet genoeg is, komt er nog een wonderlijk vervolg. ‘Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar opdat u gezond wordt’. Hoe je dat precies op moet vatten is moeilijk te zeggen, maar je voelt dat hier iets heel belangrijks gezegd wordt. Zeker, de Bijbel legt geen direct verband tussen ziekte en zonde, maar zonden kunnen wel een gemeenschap verzieken. ‘Belijd elkaar de overtredingen’. Hoe dat moet? Zou het echt kunnen? ‘Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand’.
Krijn de Jong, Urk