Jaren geleden werd er een top 10 van religieuze liederen samengesteld. In die top 10 kwamen twee liederen voor van dezelfde dichter: Jacqueline E. van der Waals. Ze overleed in 1922.
In het Liedboek voor de Kerken zijn ze terug te vinden op nummer 293 en 393.
Haar bekendste lied is: ‘Wat de toekomst brengen moge’, maar ook het ‘De dag door uwe gunst ontvangen’ is bij velen bekend. Over dat eerste lied wil ik graag met je nadenken.
Jacqueline werd geboren in 1868. Haar moeder overleed op jonge leeftijd. Haar vader, de wereldberoemde natuurkundige en Nobelprijswinnaar J.D. van der Waals, raakte zwaar depressief. Dit had grote invloed op het leven van de toen twintigjarige Jacqueline. Ze was zeer intelligent, haalde haar onderwijsakte en gaf les op diverse scholen. Daarnaast vertaalde ze boeken, schreef gedichten, was sportief, beklom bergen en had een uitgebreid sociaal leven. Ze is op 59-jarige leeftijd overleden aan een ernstige ziekte. In de laatste jaren van haar leven kwam ze tot aanvaarding van haar ziekte, maar vooral besefte ze de invloed van leven en dood op haar bestaan. Het gaf haar tenslotte rust en vertrouwen.
Zo typeer je dan in een notendop een levenslustige en ondernemende vrouw. Ze moest eens weten dat ze honderd jaar later in de favoriete top-10 zou staan met twee van haar liederen.
Ze was een bijzonder mens, maar wat maakt het lied ‘Wat de toekomst brengen moge’ zo bijzonder?
Ik denk allereerst het menselijke. Het begint met het besef dat wij als christenen ons geborgen mogen weten in de hand van de Heer. Vanuit het geloofsvertrouwen dat wat God doet, goed is. Tegelijk zie je het menselijke in het lied als ze zingend bidt: ‘Leer mij U te volgen zonder al mijn bedenkingen en vragen.’
Heel eerlijk en oprecht gaat ze verder: ‘Ik weet niet hoe het verder moet. Ik begrijp niet waarom mij dit alles overkomt. Waarom die ander niet?’ Maar dan zingt ze: ‘Ik vertrouw op u. Mijn uitzicht is niet het heden, maar de toekomst die in het verschiet ligt. Daar vertrouw ik op.’
Ze beseft: stel dat zij zelf zou mogen beslissen, hoe zou dat gaan? Tja, dan komt het dichtbij.
Is dat niet juist iets wat je vandaag de dag om je heen ziet gebeuren? Ik bepaal zelf wel wat er kan? Wij lappen de regels en de adviezen gewoon aan onze laars. Corona of niet. Honderd jaar geleden besefte zij dus al dat, wanneer de mens zelf mag beslissen, het vrijwel altijd de verkeerde kant opgaat. Wij zien dat nu dagelijks om ons heen. De ene mens brengt de andere in gevaar. Om verdrietig van te worden. Maar ook beschamend. Blijkbaar hebben we dat als mensen in ons.
Hoe moet het dan wel? Prachtig zoals ze dan die slotzinnen weet te dichten. We mogen aan de hand van de Heer verder gaan. Ze durft met gesloten ogen vol vertrouwen met haar Heer verder te gaan. Dat is de bemoedigende boodschap.
Ook voor ons als kerken. Zoals Abraham tegen Izaäk zei: ‘De Heer zal erin voorzien.’ In dat vertrouwen mogen we elkaar vasthouden en bemoedigen. Samen ontdekken waar we mogelijkheden zien om onderling contact te houden, kerk te zijn. Nu nog via online diensten, binnenkort hopelijk met grotere bezetting. Wat nu al kan: Whats-appcontacten, telefooncirkels, doordeweekse digitale ontmoetingen. Hou ideeën alsjeblieft niet voor je, maar kom er mee. Reageer, organiseer, communiceer. Laten we de mogelijkheden benutten om elkaar hiermee te helpen.
Wat de toekomst ook brengen zal, ons geleidt des Heeren hand!
Art van der Molen, Bierum