Wat bij ons in de liturgie enigszins is ondergesneeuwd, is de stilte. De gemeente komt samen om God te ontmoeten. Maar de hectiek rondom en tijdens de samenkomst zou zomaar een hinderpaal kunnen zijn voor een echte ontmoeting met de Heer.

Kerkdiensten zijn in toenemende mate lawaaierig geworden. Er moet gepraat worden, hetzij door iedereen en door elkaar heen, hetzij door de degene die een sprekende taak heeft in de eredienst. In veel gevallen is dat alleen de voorganger. En als er niet gepraat wordt, dan moet er in ieder geval gezongen worden of muziek gemaakt. Maar stilte als bewust moment in de liturgie...? We weten er eerlijk gezegd niet zo goed raad mee. Een kerkdienst is een dienst van het Woord en niet van de stilte.   

                                    

Verschillend gevuld

Nu brengt de berijming van Psalm 65 uit het Liedboek ons in verlegenheid. Daar horen we als eerste zin: 'De stilte zingt U toe, o Here.' Dat is toch onzin, stilte die zingt? Als het stil is, wordt er niet gezongen en als er gezongen wordt, is het niet stil. Wat moeten we daarmee?

Stilte kun je op verschillende manieren interpreteren. Stiltecoupés geven reizigers de gelegenheid om geconcentreerd te lezen of te werken. De stilte van de dood is niet positief. Het is een stilte vol droefheid en treurnis. Een stilte voor de storm kan soms vol spanning zijn waarbij je je hart vasthoudt. Hoe krachtig zal de storm zijn? Zal hij schade aanrichten? Stilte kan pijnlijk zijn, als na een fikse ruzie er geen woord meer wordt gesproken. Er is ook een stilte waarin de vrede wordt ervaren en de ziel tot rust komt. Er is ruimte voor zelfreflectie. In zo'n stilte kan je het licht opgaan. Je komt tot jezelf. Niet voor niets zijn er in verschillende ziekenhuizen en zorgcentra ruimten die speciaal zijn bedoeld om stil te zijn. Stilte kan genezend zijn, ze kan zuiverend werken.

Stilte kan je ook ontvankelijk maken voor God. Niet dat stilte op zich je dichter bij God brengt. Maar ze schept wel een mogelijkheid waardoor je meer open staat voor indrukken van de andere kant. Stilte kan gevuld wordt met het spreken van God, als wij onze mond houden en luisteren.

 

Voorafgaand aan ons spreken

Toch bedoelt Psalm 65 nog iets anders. Het gaat niet om een stilte die gericht is op jezelf met de bedoeling er zelf beter, gezonder of vromer van te worden. De stilte is hier gericht op God om Hem te eren; een lofzang voor God!

Als we God willen eren, hebben wij de neiging om meteen onze stem te verheffen, om aanbiddende woorden te spreken en aanstekelijke lofliederen te zingen. Maar hier is de stilte zelf een eerbewijs aan God.

Nu kennen wij ook wel stiltemomenten in de eredienst. Ik denk aan een stil gebed. Maar dan gaat het vaak om persoonlijke gedachten en gevoelens die we in stilte aan God kwijt kunnen. Niemand hoeft te weten wat er ten diepste in mijn hart leeft. Dat is een geheim tussen de Heer en mijzelf. Maar als gemeenschap bewust stil zijn, zonder daarbij woorden in gedachten te hebben, dat zijn we niet gewend.  

Toch is er zoiets als de taal van de stilte. Ik denk zelfs dat die taal aan ons spreken voorafgaat.

Volgens Romeinen 8,26 weten we niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen. Je kunt dat ook toepassen op het loven van God. We weten niet wat we in onze lofprijzing tegen God moeten zeggen. Laten we dan eerst maar stil zijn. En beschouw die stilte dan maar als een eerbetoon aan de Heer. Onze gesproken woorden schieten te kort om Hem de eer te geven die Hem toekomt.

Als we met die verlegenheid beginnen en de stilte laten spreken als een lofprijzing voor God, worden we zorgvuldig in het kiezen van onze woorden. Wanneer we dan met onze stem gaan spreken komen we op de toonhoogte van de poëzie. Voor de echte lofprijzing is stilte die aan alles voorafgaat onontbeerlijk.

 

De hemel gaat ons voor

Psalm 19 kan ons daarbij wat helpen. De hemel die overdag uitbundig het licht van de zon uitgiet en 's nachts ons oog streelt met het licht van maan en sterren, vertelt de majesteit van de Heer en roemt het werk van zijn handen. En toch zegt hij geen woord, en geen klank wordt gehoord (Ps.19,4). Zoals de hemel overdag en 's nachts de lof Gods tot uiting brengt, zonder een woord te spreken, zo mag ons bestaan als mens alleen al een lofzang zijn, zonder dat we ook maar iets zeggen. Dat is om stil van te worden; een stilte van verwondering. 

Daar zal het uiteraard niet bij blijven. Mensen hebben nu eenmaal een stem gekregen om te spreken en te zingen. Maar als de toon van ons spreken en zingen gezet wordt door de stilte die eraan voorgaat, zal dat ongetwijfeld invloed hebben op wat we spreken en zingen en hoe we dat doen in de samenkomst van de gemeente.

(Wordt vervolgd)

 

Jan Groenleer, Leiden

 

 

Ds. J. Groenleer is emeritus predikant. In 2019 verscheen van zijn hand het boek Rechte paden, kromme wegen. Een alfabetische wandeling langs liturgische praktijken - van aanvang tot zegen (Boekscout, Soest).


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...