God heeft met Abraham en zijn nageslacht een verbond gesloten en in Christus vernieuwd. De Heilige Geest werkt in mensen het antwoord van het geloof. Zo ontstaat een verbondsrelatie. Maar een relatie moet wel onderhouden worden.
God is zo goed dat Hij niet alleen van Zijn kant in het verbond een band met ons zoekt, en door Woord en Geest die band aangaat, maar nu vervolgens die ook onderhoudt. Daartoe dient de prediking van het evangelie en de bediening van het heilig avondmaal.
Paasmaaltijd
De Heere Jezus heeft het heilig avondmaal ingesteld tijdens de paasmaaltijd (sedermaaltijd) die Hij met Zijn discipelen gebruikte aan de vooravond van Pesach. Het kan dan ook een verbondsmaaltijd worden genoemd. Bij dit grootste van de Joodse feesten werd de verlossing uit Egypte herdacht en dat is de verbondsweldaad bij uitstek. Jezus kent nu echter aan de twee onmisbare elementen in de maaltijd, namelijk brood en wijn, een nieuwe betekenis toe. Hij plaatst de verlossing waarnaar het Paasfeest verwijst, in hoger licht: in het licht van Zijn naderend sterven op het kruis. Hiermee wordt dan ook het nieuwe verbond bekrachtigd dat eeuwige verlossing en zaligheid brengt: dit is het nieuwe testament (verbond) in Mijn bloed.
Uit de instellingswoorden <<cursief>>Doet dit toe Mijn gedachtenis <<einde cursief>>leiden we de heilige verplichting af voor de gelovigen om hieraan gehoor te geven. Met het oog op de versterking van het vaak zo zwakke en bestreden geloof heeft de Heere uit pure bezorgdheid ons iets meegegeven wat onder Zijn zegen kan en wil strekken tot de versterking van het geloof. Zo wordt de band aangehaald en het verbond beleefd.
Het woord verplichting kan gemakkelijk een misverstand oproepen. Het laat uitkomen dat we niet vrijblijvend met het avondmaal mogen omgaan. Uiteraard is het niet de bedoeling om louter plichtmatig aan het avondmaal deel te nemen. Het gaat om honger en dorst naar Christus, om toegewijde harten, om proeven en smaken dat de Heere goedertieren is. De heilige plicht is vooral een voorrecht.
Vrijmoedigheid
Juist wie het grote voorrecht beleeft als een wonder van genade, kan in de vrijmoedigheid om aan te gaan zich belemmerd of bestreden voelen. Op deze vragen dient op een pastorale wijze ingegaan te worden. De rechte grond voor de vrijmoedigheid ligt nooit in de gelovige zelf, dus ook niet in zijn geloof, maar altijd in de Gastheer Die hen die in zichzelf onwaardig zijn, zo vriendelijk nodigt.
De toegang tot het avondmaal vraagt altijd voorbereiding en zelfbeproeving. De ware zelfbeproeving begint met verootmoediging voor Gods Aangezicht. Wie door genade de Heere mag kennen, groeit toch nooit boven de ootmoed uit. Wat ons in het avondmaal op een sacramentele wijze wordt getoond én geschonken, is zeer verootmoedigend. De bittere en smadelijke dood aan het kruis moet ons telkens opnieuw de bitterheid van de zonde en het smadelijke, God onterende karakter van de zonde doen beseffen. Op grond van ditzelfde offer van de Heere Jezus is er de genadige belofte van vergeving van al onze zonden door Zijn dierbaar bloed. Daarin ligt onze verlossing en hoop. Aan de tafel mag het geloof worden beoefend en gesterkt, dat God geen zonde meer in ons ziet, als Hij ons aanziet in Christus. Daar ligt meteen de diepste prikkel tot heiliging en dankbaarheid. Dankbaarheid is niet allereerst een gevoel, maar een levenshouding. Het doet u leven in afhankelijkheid van de Heere, tot eer van de Heere, uit liefde tot de Heere. En de liefde tot de naaste gaat daarmee altijd hand in hand.
Toekomst
Er loopt ook een lijn van de avondmaalstafel naar Gods heerlijke toekomst. Dan zal de verbondsrelatie op ultieme wijze worden beleefd en genoten. Met name in het laatste Bijbelboek vinden we daarover verschillende aanduidingen, zoals de nodiging tot de bruiloft van het Lam (Op.19). De beelden vloeien ook enigszins in elkaar over als zowel gesproken wordt over de bruid van Christus als van de gasten bij de bruiloft.
Het ene beeld laat het voorrecht van de gelovigen zien onder het gezichtspunt van de unieke liefde van Christus voor hen (bruidegom - bruid), het andere beeld laat het voorrecht van de gelovigen zien onder het gezichtspunt van de welgemeende nodiging. Alleen op grond van de nodiging hebben zij vrijmoedigheid, ja een genaderecht om toe te gaan. Beide beelden laten op hun eigen manier tot uiting komen dat alleen de liefde van de hemelse bruidegom de basis is op grond waarvan ze toegang ontvangen tot de bruiloft.
Als we bedenken dat in de Bijbel een verbond dikwijls werd bekrachtigd door een gezamenlijke maaltijd, is de bruiloftsmaaltijd waarvan Openbaring 19 spreekt te zien als de verbondsbeleving op het hoogste niveau en in de heerlijkste vorm: het is het niveau van de hemelse heerlijkheid en de vorm betreft de meest innige omgang tussen Christus en de Zijnen. Met een citaat van wijlen prof. dr. J. de Vuyst: ‘Het bruiloftsmaal symboliseert de volmaakte van vreugde doortrokken gemeenschap tussen Christus en de Kerk in het eeuwige rijk der heerlijkheid.’
Er zou nog veel meer over te zeggen zijn. Over het thema van het verbond en de verbondsbeleving heb ik uitvoeriger geschreven in het boekje <<cursief>>Taal en teken;<<einde cursief>> wie zich er nog verder in wil verdiepen, kan daar terecht. Gelukkig wie het verbond met God als genade beleeft en er de onverdiende zegen van ervaart. Die zal God er eeuwig voor danken. 'Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn' (Op.21,3). Daar klinkt de lofzang uit verwonderde harten:
Ik heb in nood, aan God verbonden,
In Hem mijn hoog vertrek gevonden.
In God, Wiens goedertierenheid
Zich over mij heeft uitgebreid.
H. Korving, Urk
Ds. H. Korving is predikant van Urk-Maranatha. In 2018 verscheen zijn boek Taal en teken. Over Gods verbond als relatie en communicatie, Brevier uitgeverij, Kampen (ISBN 9789492433213).