In de ontmoeting met moslims kun je als christen vanaf het begin laten merken dat het in je geloof draait om het kennen en volgen van Jezus Christus. In een seculiere samenleving schept het voor moslims vertrouwen wanneer ze merken dat we in God geloven en bij christenen verwachten ze dat die over Jezus Christus spreken.
Hoewel moslims heel anders over Jezus denken, kunnen we daarom toch vanaf het begin vrijmoedig vertellen over zijn woorden en daden. Dat is ook belangrijk, want in de Koran komen moslims die woorden en daden niet tegen. Ze zullen ze van ons moeten horen. Hoewel moslims dagelijks worden gewaarschuwd niet te dwalen zoals christenen, staan christenen voor hun besef toch dichter bij hen dan anderen. Alle reden dus om met moslims over Jezus te beginnen.
Positieve start
Moslims beschouwen Jezus ook als hun profeet. Dat is voor christenen een vreemde gewaarwording, maar het heeft te maken met de bijzondere ontstaansgeschiedenis van de islam. Volgens de islamitische traditie groeide Mohammed op in Mekka, waar hij net als anderen afgoden diende. Mohammed leerde door handelsreizen joden en christenen kennen en van hen hoorde hij dat er maar één God is, de Schepper van hemel en aarde die aan het einde van de tijd ons oordelen zal. Hij begon te beseffen dat dit waar moest zijn en ervoer de roeping om die waarheid aan zijn eigen Arabische volk door te geven, dat anders dan de joden en christenen geen profeten en geen profetenboeken had gehad. In de koranteksten uit de eerste periode van zijn optreden lezen we daarom positieve verwijzingen naar de joden en christenen en naar hun profeten en boeken. Daarbij wordt ook Jezus genoemd. Hij wordt Isa genoemd en Hij zou net als Mozes en David een boek hebben gebracht, met de naam: Indjiel.
Conflict en afwijzing
Als Mohammed later in Medina in conflict komt met de joden die hem niet als profeet en legerleider aanvaarden, beschuldigt hij hen dat zij van de leer van de profeten zijn afgedwaald en daarom door God zijn vervloekt. Joden en christenen worden opgeroepen zich van hun dwalingen af te keren en hem, Mohammed, te aanvaarden als profeet. Mohammed stelt zijn eigen openbaringen, die hij volgens de islamitische traditie regelmatig ontvangt via de engel Gabriël, in de plaats van de eerdere openbaringen. Na zijn dood worden die ‘openbaringen’ verzameld in de Koran. Mohammed heeft de Bijbel echter nooit gelezen omdat die in zijn tijd nog niet was vertaald in het Arabisch. We vinden daarom geen enkele bijbeltekst terug in de Koran. Na zijn dood hebben moslims de theorie ontwikkeld dat de Bijbel oorspronkelijk in overeenstemming zou zijn geweest met de Koran, maar dat joden en christenen later de Schriften vervalst zouden hebben.
Wonderverhalen
In de Koran komen we ongeveer 23 namen tegen die verwijzen naar personen uit de Bijbel. Vaak herken je ze wel op de klank, maar niet altijd. De naam Isa voor Jezus ontstond waarschijnlijk onder invloed van een Aramees dialect. Verwijzingen naar de profeten uit de Bijbel komen kriskras door de Koran voor. Uit de Koran wordt niet duidelijk waar en wanneer ze leefden. Wat opvalt is dat het vooral wonderverhalen zijn uit de apocriefe joodse en christelijke traditie. Kennelijk waren die verhalen populair en makkelijk om door te vertellen. De inhoudelijke boodschap van de profeten komt in de Koran vrijwel niet ter sprake. Isa (Jezus) wordt als een profeet van de Joden voorgesteld, niet boven de andere. Van de ongeveer negentig verzen over Hem, gaat het merendeel over zijn wonderlijke geboorte. De Koran vermeldt dat zijn moeder een maagd was, maar geeft meteen ook aan dat dit slechts een wonderteken is waarmee Isa op Adam lijkt. In de Koran wordt aan Isa gevraagd of Hij de mensen heeft geboden zichzelf en zijn moeder tot goden naast God te aanvaarden. Daarop antwoordt Isa dat dit ongepast is (soera 5:116). Kennelijk had Mohammed vanuit de verering van Maria door christenen opgemaakt dat de uitdrukking ‘Zoon van God’ voor Jezus naar een dergelijke godenfamilie verwees. Dat is natuurlijk een tragisch misverstand, wat duidelijk maakt hoe weinig kennis er was van het Nieuwe Testament.
Dieper en hoger
Als moslims protesteren tegen de uitdrukking Zoon van God, kunnen we vragen welke naam zij dan wel gepast vinden voor Jezus. Het antwoord zal zijn ‘Isa ibn Maryam’, Jezus zoon van Maria. Maar wie zorgde er dan voor dat Maria zwanger werd van Jezus? Dan zullen ook moslims moeten toegeven dat dat God was. Voor moslims is het echter ondenkbaar dat het eeuwige Woord van God mens zou kunnen worden. Dat blijft een groot wonder dat ook de leerlingen van Jezus pas gaandeweg ontdekten. Daarom mogen we moslims uitnodigen met ons de evangeliën te lezen. Ook de kruisiging van Jezus wordt in de Koran afgewezen. Moslims leren nota bene dat God zorgde voor een gedaanteverwisseling zodat er iemand anders in de plaats van Jezus werd gekruisigd. De Koran is optimistisch dat de gelovige met goede daden God ertoe kan bewegen zijn zonden te vergeven en heeft geen Middelaar nodig. Het evangelie gaat dieper en hoger. Het neemt het kwaad veel ernstiger, maar laat ook de grootheid van Gods genade zien. Dat goede nieuws mogen we moslims die naast ons wonen niet onthouden.
C.W. Rentier
Ds. C.W. Rentier is directeur Evangelie & Moslims
De CGK maakt deel uit van het bestuur van de stichting Evangelie & Moslims. Meer info: https://evangelie-moslims.nl/