Pinksterfeest. God heeft de hemel geopend! De Geest is neergedaald. De kerk heeft in Hem een onvoorstelbaar rijk geschenk ontvangen: leven, verlossing en vernieuwing.
De eerste gave die de Heilige Geest schenkt, is leven. De Bijbel noemt in dit verband een woord dat doet denken aan onze levensadem.
Leven
In het begin heeft God de levensadem ingeblazen in zijn mensenkind. Zijn hart begon te kloppen. De bloedsomloop kwam op gang, de ademhaling ook. Zijn ogen gingen open en even later wandelde hij voor het aangezicht van God zijn Maker.
De Geest zet mensen in beweging! Hij is erop gericht dat zij tot hun doel komen. Wat is dit doel anders dan dat zij hun Schepper eren? Dat zij de taak uitvoeren die Hij hun op aarde heeft toevertrouwd?
Maar de Geest is ook de levensadem van de gehele schepping. Een van de psalmen spreekt over de kracht van Gods adem. Zou deze adem wegvallen, dan zouden planten en dieren sterven. Als God daarentegen zijn adem uitzendt, ontstaat er leven: Zendt U uw Geest uit, zij (alle schepselen) worden geschapen, en U vernieuwt het gelaat van de aardbodem (Ps.104,29-30).
De Geest brengt heel de schepping tot haar doel. Zo realiseert Hij wat in Christus geschonken is. Daarom is zijn werk zichtbaar in de geschiedenis. In de oude bedeling werkte de Geest toe naar de komst van de Christus. Daartoe ontvingen profeten, priesters en koningen een bijzondere wijding. Na de eerste komst van Christus werkt Hij toe naar de dag van zijn wederkomst. Hij stuwt de schepping naar haar einde, dat tegelijkertijd een nieuw begin is. Het zuchten van de aarde is geen noodlot, maar teken van wat de Geest van God doet groeien en tot openbaring brengt. Hij is de bron waaruit al het leven ontspringt.
Verlossing
Daarnaast heeft de Geest een specifieke taak voor het volk van God: Hij schenkt verlossing en bevrijding. Al in de oude bedeling bleek dat Hij mensen aanstuurt tot daden van verlossing. Hij greep een man als Simson aan. Zo bracht de Geest Israël bevrijding in een tijd van onderdrukking door vijandelijke machten.
Hij heeft toen allerlei mensen toegerust tot dienst aan God en zijn volk. Sommigen ontvingen de gave van profetie: het spreken in de naam van God. Niet iedereen kon dat. Het moest mensen gegeven worden: tot bemoediging en bekering. De Geest rustte mensen daarvoor toe. Zo werkte Hij voortdurend ten dienste van de verlossing van het volk van God.
Vooral het Nieuwe Testament spreekt over dit werk van de Geest in de verlossing. Denk aan de kracht die Hij gaf aan Christus, zodat Hij zijn volk kon verlossen uit de macht van zonde en dood. Jezus was vol van de Heilige Geest. Deze was op Hem vanwege zijn zalving.
Maar niet alleen enkele personen ontvangen dan de Geest, namelijk zij die een speciale taak hebben in het leiden van de gemeente en het verkondigen van het evangelie. Hij is gegeven aan ieder die zijn vertrouwen stelt op Christus. Hij is uitgestort 'op alle vlees'.
In zijn werk ten dienste van verlossing heeft Hij mensen ertoe gebracht en geïnspireerd dat zij woorden van God op Schrift stelden. Alle boeken van de Bijbel zijn door Hem ingegeven. De Schrift is bij uitstek zijn middel om mensen tot verlossing te brengen en in die verlossing te bewaren.
In alle talen wil de Geest het woord van God doorgeven. Hij is de stuwende kracht achter de verkondiging van het evangelie in de eredienst, in evangelisatie en zending. Zo brengt Hij zondaren tot belijdenis van schuld en oprecht berouw, tot vertrouwen op het volbrachte werk van Christus en een innige blijdschap in God. Ieder mag in zijn eigen taal horen over de grote daden van God. Dit is zijn werk: zondaren brengen bij hun Verlosser. Zo doorbreekt Hij de grenzen van de macht van zonde en dood. Hij stuwt alles naar de grote dag van verlossing.
Vernieuwing
De derde gave van de Geest is vernieuwing. Het nieuwe begin dat Christus heeft gemaakt met zijn kruisiging en opstanding uit de doden, vraagt om voortgang. Wat in Christus reeds werkelijkheid is, een nieuwe schepping, wil de Heilige Geest hoe langer hoe meer werkelijkheid maken. Hij maakt waar wat de apostel zegt: Wie in Christus is, is een nieuwe schepping.
Bovendien is de Geest de garantie van God dat de nieuwe tijd in Christus is begonnen. Hij is het onderpand van wat eens in heerlijkheid zal doorbreken. Ook is Hij degene die de kerk en alle gelovigen afzonderlijk in deze tussentijd bijstaat en leidt naar hun uiteindelijke bestemming. Zijn kracht maakt het nieuwe begin in Christus werkelijkheid. Voortdurend werkt Hij aan het onderhoud en de versteviging van de band tussen Christus en zijn gemeente.
Hij heiligt en vernieuwt wie in Christus zijn. Middelen in dit werk van vernieuwing zijn de Bijbel, het sacrament en het gebed. Zo brengt Hij de woorden Jezus in herinnering, en geeft inzicht in het Schrift-geworden woord. Sacramenten zijn naast het woord van God middelen in de hand van de Geest waarmee Hij het geloof versterkt. Zo werkt de Geest aan de vernieuwing van hen die in Christus zijn. Daarbij helpt Hij de gelovigen in het gebed en heiligt de gebeden om ze voor de troon van God te brengen.
Deze vernieuwing brengt de nodige strijd en moeite met zich mee. Ze gaat niet van een leien dakje. Maar de troost voor de gelovigen is dat deze vernieuwing reeds in Christus gegeven is! Door het geloof mogen zij daarvan in deze bedeling reeds het een en ander ervaren in vrucht, gaven en krachten van de Geest. Daarom: Kom, Schepper Geest, voltooi/wat Gij begonnen zijt!
D. J. Steensma, Feanwâlden