Vorige keer stonden we stil bij de vraag, waarom het werk van Christus volgens Iwand en Jüngel noodzakelijk is voor de verzoening met God. Kon God niet ‘gewoon’ vergeven? We zagen dat Iwand en Jüngel zonder meer erkennen dat God kan vergeven. Het is niet zo dat God eigenlijk niet kan vergeven. Maar het punt is, dat dit nu juist allesbehalve ‘gewoon’ is. Vergeven is niet zomaar ‘een knop omzetten’, het is niets minder dan samen sterven en samen opstaan. Dat is wat in Christus heeft plaatsgevonden.

 

 

Vandaag deel twee, over de mogelijkheid. Hoe is verzoening ‘in Christus’ volgens Iwand en Jüngel mogelijk? Kan dat eigenlijk wel, dat een Ander in onze plaats sterft voor de zonden die wij hebben begaan? Is dat niet oneerlijk?

 

Bij de traditionele uitleg van ‘verzoening door voldoening’ ontstaan hier inderdaad wel wat problemen. Dat kunnen we niet ontkennen. In het dagelijks leven vinden we het oneerlijk wanneer een onschuldig persoon wordt gestraft en een schuldig persoon vrijuit gaat. Dan spreken we van een gerechtelijke dwaling.

Dat gevoel van onrecht gaat niet opeens weg wanneer we het toepassen op Christus en zeggen dat de onschuldige Christus wordt gestraft opdat schuldige zondaren vrijuit gaan. Vaak zijn het mensen die niet geloven die hier de vinger bij leggen. Maar ook binnen de kerk is dit gevoel waarschijnlijk onderhuids wel aanwezig. Is plaatsvervanging wanneer we erover nadenken eigenlijk niet onethisch en immoreel? Kan het eigenlijk wel?

 

Lege plaats

Iwand en Jüngel stellen allebei dat er maar één manier is om aan deze bezwaren te ontkomen, namelijk door, met een theologische uitdrukking, ‘de plaatsbekleding te verstaan vanuit de incarnatie’. Dat wil zeggen: plaatsbekleding moeten we niet verstaan als een abstracte uitruil van zonde en straf, maar is precies hetzelfde als de menswording van onze Heere Jezus.

In Christus zijn God en mens één. Dát is plaatsbekleding. Christus bekleedt de plaats waar God en mens één zijn. Waar zij bij elkaar zijn en met elkaar in contact zijn. In Hem komt Gods gerechtigheid in aanraking met onze zonden. Het gebeurt ‘in Hem’, maar het zijn en blijven ónze zonden. Christus wordt niet in onze plaats gestraft, maar Hij draagt wel in onze plaats de straf. Dat is een ogenschijnlijk subtiel, maar toch heel belangrijk onderscheid. Christus draagt de straf van de dood namelijk niet om ons er makkelijk vanaf te laten komen, maar juist om ons óók op onze plaats bij God te brengen. Hij is niet gestorven zodat wij niet hoeven te sterven, maar zodat wij óók sterven.

Bovendien, zo zegt met name Iwand, wij mensen zijn helemaal niet op onze plaats. We laten onze plaats bij God leeg. Christus neemt een plaats in die leeg was, al sinds in Genesis 3 de vraag klonk: ‘Adam, waar ben je?’ Het woord ‘plaatsvervanging’ veronderstelt dat wij op onze plaats zijn en dat wij op die plaats vervangen worden. Maar we zijn niet op onze plaats, we zijn van God en ook van onszelf vervreemd. Christus heeft onze plaats ingenomen om ons juist weer op onze plaats terug te brengen. Daarom is ‘plaatsbereiding’ misschien een beter woord. Iwand en Jüngel gebruiken dit woord zelf niet, maar het vat hun denken goed samen.

 

Sprekend gebeuren

Er is nog een belangrijke reden dat het werk van Christus niet in strijd is met onze eigen verantwoordelijkheid. De verzoening in Christus is namelijk volgens Iwand en Jüngel niet zozeer een ‘objectief feit’, maar heeft ‘woordkarakter’. Persoon en werk van Christus vormen een eenheid. Christus als Persoon is het Woord van God. Dus is ook zijn werk Woord van God. Het gebeuren van kruis en opstanding zorgt niet voor een objectief feit van verzoening, maar vormt een sprekend gebeuren van verzoening. Het verzoenend werk van Christus vormt een eenheid met de boodschap en oproep 'Laat u verzoenen'.

Verzoening is namelijk altijd een tweezijdig relationeel gebeuren tussen twee partijen. Een objectieve verzoening zonder dat de andere partij daarin betrokken is, is een tegenspraak in zichzelf. Van God uit is alles gedaan. Wat Hem betreft is de verzoening een feit. Hij heeft ons met zich verzoend toen wij nog zondaars waren, zoals Paulus het zegt in Romeinen 5. Alle schuld is wat Hem betreft in Christus bedekt en de losprijs is betaald. Maar toch is de verzoening pas echt ‘af’ wanneer we ons van onze kant ook daadwerkelijk laten verzoenen en door het geloof vrede vinden met God.

(Volgende week het derde en laatste deel.)

 

Cees-Jan Smits

 

Dr. N.C. Smits is predikant te Purmerend

 

 


Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...