We zijn bij de derde en laatste vraag aangekomen. Voor wie is de verzoening in Christus eigenlijk werkelijkheid? Geldt de verzoening voor heel de wereld of alleen voor de uitverkorenen? Denken Iwand en Jüngel aan alverzoening, zoals ook van Karl Barth vaak wel wordt beweerd?

 

De leer van de alverzoening kan twee dingen betekenen. In de eerste plaats dat nu reeds alles en iedereen verzoend is met God, of men dat weet of niet. In de tweede plaats dat uiteindelijk, na het laatste oordeel, alles en iedereen verzoend zal zijn met God.

 

Objectief verworven

De eerste versie is vaak verweten aan Karl Barth. Hij zou leren dat in Christus iedereen universeel ‘objectief’ is verzoend, of men dat nu ‘subjectief’ (persoonlijk) gelooft of niet. Daardoor zou de verkondiging van het evangelie eigenlijk neerkomen op het ‘bekendmaken’ van een waarheid die hoe dan ook waar is.

Er is bij Barth volgens velen geen ‘levensgevaarlijkheid van het ongeloof’ meer en de verkondiging wordt ‘spanningsloos’.

Voor we hier op ingaan is het goed om te bedenken dat precies deze zelfde bezwaren ook gelden voor de leer van de particuliere verzoening (verzoening alleen voor de uitverkorenen), wanneer deze de verzoening als een objectieve verworvenheid uitlegt. Als de uitverkorenen ‘objectief’ verzoend zijn, of ze het weten of niet, wordt de verkondiging van het evangelie net zo goed een spanningsloze ‘bekendmaking van waarheden’. Alleen zijn deze objectieve waarheden dan niet meer universeel voor iedereen, maar alleen voor het getal der uitverkorenen. In beide vormen van objectivisme verliest de prediking haar dringend karakter. Wanneer de verzoening een voldongen feit is, of men dit gelooft of niet, is het persoonlijk geloof niet meer van groot belang. Het kan uiteindelijk niets meer veranderen aan wat objectief het geval is.

 

Tweezijdig relationeel

Karl Barth gebruikt inderdaad heel vaak het woordpaar ‘objectief’ en ‘subjectief’. Maar hij heeft zich de kritiek hierop door onder andere G.C. Berkouwer wel aangetrokken en in een van zijn laatste geschriften over de verzoeningsleer (Kirchliche Dogmatik IV/3) nader toegelicht hoe hij het bedoelde. Met ‘objectief’ bedoelde hij niet dat het niet meer uit zou maken of we geloven. Hij bedoelde daar alleen mee dat het buiten ons begonnen is door het initiatief van God.

Net zoals voor Iwand en Jüngel de vergeving ‘wat God betreft’ heeft plaatsgevonden in kruis en opstanding, maar tegelijk dat werk van Christus een sprekend gebeuren is dat ons oproept ons ook te laten verzoenen, zo betekent ‘objectief’ ook bij Barth dat de verzoening wat God betreft een feit is. Maar dat is een sprekend feit, dat nog steeds om geloof vraagt. Het vraagt erom dat we ons ook laten verzoenen. Zonder dat we ons door het geloof laten verzoenen is de verzoening niet tweezijdig. Dan is het doel dus nog niet bereikt. De verstoorde relatie tussen God en mens is dan nog niet volledig hersteld. Wel in Christus, maar nog niet in ons. Onze plaats is dan wel bereid, maar wij zijn dan nog niet op onze plaats. Onze zonden kunnen honderd maal ‘objectief’ bedekt zijn door het werk van Christus, echte tweezijdige relationele verzoening is er toch pas in de omhelzing van het geloof.

 

Eenheid

Jüngel zit op dit punt dicht bij Barth. Bovendien lijkt hij wel de tweede vorm van alverzoening te leren en te verwachten dat God via het laatste oordeel uiteindelijk universele gerechtigheid zal scheppen op aarde.

Iwand is hier voorzichtiger en vermijdt consequent het woordpaar ‘objectief’ en ‘subjectief’, omdat hij bang is dat de verzoening daardoor toch weer teveel tot een soort beschikbaar saldo wordt waarmee we onszelf in slaap kunnen sussen.

Telkens benadrukt hij dat de verzoening en de verkondiging van de verzoening een onlosmakelijke eenheid zijn. Het een is niet los verkrijgbaar zonder het ander. Het werk van Christus in kruis en opstanding samen vormt Gods bede en oproep aan de wereld om zich te laten verzoenen. De kruisiging en de opstanding zijn samen het aanbod van genade. Het aanbod van genade vindt dus niet pas plaats in de prediking. De prediking is slechts het verlengstuk van het aanbod van genade van God zelf in hét Woord. Dat aanbod kunnen wij ook afwijzen. Wanneer we niet van vergeving willen weten, sluiten we onszelf op in onze vijandschap. We plaatsen onszelf dan buiten Gods koninkrijk.

 

Verzoeningsethiek

Voor beide theologen is het werk van Christus in elk geval van het grootste belang voor het leven. Ook maatschappelijk en politiek. Wanneer God in Christus een universeel aanbod van genade doet uitgaan, mogen wij niet onderling elkaar tot vijand verklaren. Dan vormen we als mensheid immers een eenheid, met één verhaal en één ontknoping van dat verhaal in Christus.

Dan zijn we ook geroepen om niet tegenover elkaar te gaan staan en onze eigen groep als ‘goed’ te positioneren tegenover een andere groep als ‘fout’. Dan zijn we juist geroepen om in deze gepolariseerde wereld vanuit de verzoening te leven en de polarisatie te overstijgen. Niet door laf ‘neutraal’ te zijn, maar juist door dapper en moedig niet mee te gaan in makkelijke schema’s van goed en fout, maar te blijven zoeken naar eenheid in waarheid en consensus. Dat betekent ootmoedig te durven zijn en de ander altijd hoog te blijven achten als naaste en medemens.

Wanneer God onze zondige daden los wil zien van ons als persoon en ons in Christus een universeel aanbod van genade doet, dan moeten ook wij elkaar los durven zien van onze daden. Niemand mag dan een ander ‘slecht’ noemen op grond van slechte daden, net zomin als we elkaar ‘goed’ kunnen noemen op grond van goede daden. Het oordeel over personen komt alleen aan God toe. En Hij heeft zijn oordeel reeds gesproken in Christus, als een oordeel dat Hij zelf in Christus heeft willen dragen.

 

 

Zo beantwoorden Iwand en Jüngel de drie prangende vragen in de verzoeningsleer. Eigenlijk is hun denken niets anders dan een uitgebreide uitleg van 2 Korintiërs 5,19 (Herziene Statenvertaling): ‘God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd.’ Omdat hun denken een getrouwe uitleg lijkt te bieden van deze centrale Bijbelse tekst, geeft hun denken ook ons in onze gereformeerde traditie huiswerk. Het wonder van ‘verzoening door voldoening’ zet ons telkens weer aan het denken. Het lijkt zo makkelijk uit te leggen, haast als een rekensom. Maar dan gaan we juist aan het onbegrijpelijke voorbij: het wonder van vergeving voor gevallen mensen.

 

Cees-Jan Smits

 

Dr. Cees-Jan Smits is predikant te Purmerend

 


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...