De redactieleden kregen een mail van de hoofdredacteur. Hij had gepreekt in de Jeruzalemkerk van Groningen en daar een man met een wel heel bijzondere levensloop ontmoet, Joost Ritskes. Hij ging van kerk naar synagoge en uiteindelijk van synagoge weer naar de kerk. Zijn verhaal is er een om te delen. Het maakt de trouw van onze God concreet.

     

We zitten in de kleine gezellig volle woonkamer van Joost Ritskes in het Pelstergasthuis van  Groningen. Hij is een imponerend grote en volledig kale man. Zijn bescheiden woning is onderdeel van het Pelstergasthuis, het oudste gasthuis van de stad Groningen. De vele woningen zijn gebouwd langs veel hoven en het kostte me moeite om Joost te vinden. In het gasthuis is een kapel met een orgel dat nog bestanddelen bevat van de beroemde orgelbouwer Arp Schnitger uit het begin van de 17-de eeuw. Om de hoek van het gasthuis staat een synagoge, waar Joost nog elke week op vrijdag binnenloopt.

 

Mag ik vragen wat er zo bijzonder aan u is?

Oh, dat zal dan wel zijn dat ik joodse wortels heb. Ik heb namelijk joodse ouders. Maar ik ben nu wel wat men een bekeerde Jood noemt, een Messias Jezus belijdende Jood. Als kind wist ik dat niet. Tot een jaar of 15 á 16 wist ik niet beter dan dat ik de zoon van Ritskes was, de schipper van de Eben Haezer, die de binnenwateren van de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en ook een klein deel van Duitsland bevoer. Na de oorlogsjaren, toen ik ongeveer 15 jaar was, riepen mijn ouders mij op een avond aan tafel in het roefje. ‘We moeten je wat vertellen, jongen. Je noemt ons nou wel je vader en je moeder, maar om eerlijk te zijn ben je niet onze zoon. Voor ons ben je gewoon ons kind, maar de waarheid is dat je joodse papieren hebt. Je bent kort voor de oorlog, toen Hitler in Duitsland al aan de macht was en velen het land ontvluchtten, op een nacht in het geheim als kind van 4 á 5 jaar oud door Duitse verzetsmensen bij ons aan boord gebracht met de bedoeling je het land uit te krijgen. Wij kregen wat geld in handen gedrukt om voor je te zorgen en een identiteitspapiertje met daarop alleen je voornaam: Jozef. De achternaam was te gevaarlijk. En 11 februari 1933. Jouw geboortedatum. Je bent bij ons gebleven.

       

Hoe reageerde u toen uw (pleeg)ouders dit vertelden?

Emotioneel natuurlijk. Dat wil je niet horen. Ik ben heel lang boos geweest. Ik kon niet begrijpen, waarom ze mij niet eerder hadden verteld dat ik joods ben. Zij waren lid van de CGK-Jeruzalemkerk en hebben mij die jood was, christelijk opgevoed. Zonder mijn toestemming. Dat heb ik ze lang erg kwalijk genomen. Ik ben dan ook overgaan van de kerk naar de synagoge, waar ik vrijwel mijn hele leven lid van ben geweest. Later maakte de boosheid plaats voor begrip en respect. Ik begrijp dat mijn ouders uit veiligheid hebben gezwegen. En ik heb respect voor mijn ouders, omdat ze in de oorlogstijd zich verzetten en met gevaar voor eigen leven veel Joden uit handen van de Duitsers hebben weten te houden. Joost stond ingeschreven in het trouwboekje van zijn ouders als geboren in Smilde, terwijl de Ritskes helemaal niet uit Smilde kwamen. Iemand van de gemeente van Smilde, lid van de Johannes Post verzetsgroep, had hem ingeschreven. Voor Joost zijn de Ritskes zijn ouders, broers en zus.

      

Heb je nooit navraag naar je eigen ouders gedaan?

Natuurlijk. Jarenlang.  Ik wilde het weten. Maar zonder achternaam is het moeilijk zoeken, dat begrijp je. Na veel pogingen en onderzoek werd op het laatst tegen mij gezegd, dat mijn familie vermoedelijk ergens in Polen om het leven is gekomen. Daar moet ik het mee doen. En dat blijft moeilijk. Nooit weten wie je echte ouders zijn.

  

Wat herinner je je nog van de oorlogstijd?  

Ik herinner me nog goed, dat ons schip aan de Turfsingel in Groningen lag en dat vader bericht kreeg van een razzia op de schepen. Een aantal schepen lag dicht bij elkaar, maar die van mijn vader lag verderop, op een steenworp afstand zeg maar. Onder de lading had mijn vader op dat moment 6 joodse mensen verstopt. Wat waren mijn ouders moedig! Op grond van hun geloofsovertuiging zetten ze hun leven op het spel om dat van anderen te redden. Daar heb ik groot respect voor.  De Duitsers onderzochten 51 schepen, maar schip 52, ons schip niet. Op de een of andere manier hadden ze ons schip over het hoofd gezien. Vader zei: dit is de hand van God. Hij heeft gezorgd dat ze ons schip hebben overgeslagen. Zo stond hij erin. Er waren ook mensen die bang waren om te helpen. Men zei dan dat in de Bijbel staat, dat je de overheid moet gehoorzamen. Dus ook de Duitse overheid in ons land. Mijn vader zei dan: ‘Daar klopt niets van. Dat is niet onze overheid. Die Nazi’s trekken zich niets van hun naasten en Gods gebod aan, dan hoef ik die ook niet te gehoorzamen.’ En toen de Joden werden vervolgd zei mijn vader: ‘Ik durf iedereen wel te vertellen, dat Duitsland de oorlog gaat verliezen, want ze hebben de handen geslagen aan het joodse volk.’ Oorlog is niet leuk, oorlog is erg en ik hoop het nooit meer mee te maken.

      

Je bent op late leeftijd toch weer van de synagoge naar de kerk gegaan. Hoe ging dat?

Ja, dat had ik zelf nooit kunnen bedenken. Op 83-jarige leeftijd ben ik gedoopt en heb ik belijdenis gedaan. In de kerk van mijn ouders, de Jeruzalemkerk. Ik stond daar nog altijd op de kaart van mijn ouders ingeschreven, maar ik ben nooit gedoopt. Dat wilden mijn ouders aan mijzelf overlaten. Gelukkig is die lidmaatschapskaart teruggevonden. Onderaan staat mijn eigen naam: Jozef. Toen ik die kaart in  handen kreeg ging er heel wat door me heen… Ik kwam op de Grote Markt in contact met mensen van die kerk. Zij hadden daar een stand staan, schoten me aan en begonnen een gesprek. En je kan het geloven of niet, maar daarna kwamen ze heel trouw, door weer en wind wel een jaar lang bij me thuis om met me te spreken over God, de Here Jezus en over het koninkrijk van God. En ik dacht bij mezelf, als deze mensen daar zoveel moeite voor doen, dan moet  het wel waar en echt zijn. Ik heb me laten overtuigen. God heeft me door hen overtuigd. Hij is vol genade en trouw. Niet dat ik nu afscheid neem van de joodse gemeenschap. Ik kom er nog altijd en ik weet dat men dat soms vreemd vindt, maar voor mij blijft het een beetje thuiskomen.

 

Gurbe Huisman, Winschoten                      

  


Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...