Als we vandaag de gesprekken over de kerk, zoals die om ons heen gevoerd worden, volgen, proef je vaak dat de kerk er niet al te best op staat. De kerk en het christelijk geloof komen nogal eens in negatieve zin ter sprake. Is dat terecht?

In deze korte artikelenreeks zoom ik op dat onderwerp in.

 

Wat stralen we uit?

Dat het belangrijk is om dit onderwerp te bespreken, lijkt me duidelijk. Daarbij kan ik het niet laten om ernaar te kijken met het oog op de missionaire betekenis ervan. Die is immers glashelder. Heel scherp komt dat uit in een opmerking die ik eens tegenkwam, waarbij gezegd werd: ‘Als de God van de kerk ook maar een klein beetje lijkt op de mensen in de kerk, dan hoef ik die God niet!’

Zo’n uitspraak komt hard binnen, omdat hij laat zien dat we het echt ergens over hebben. Kennelijk doet het ertoe wat mensen om ons heen aan ons zien. En dus: wat stralen wij uit?

 

Waar hebben we het precies over?

Als we over deze dingen nadenken, hebben we het over de heiligheid van de gemeente van Christus (of: de kerk). Dat is één van de vier eigenschappen van de kerk die in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel op de kerk betrokken wordt. Daar wordt immers gezegd: ‘wij geloven één heilige, katholieke en apostolische kerk.’ Het gaat dus om iets wat al vanaf het begin van de kerkgeschiedenis gezegd wordt.

Het is echter ook één van de meest kwetsbare eigenschappen van de kerk. Want wat roept het woord ‘heilig’ op? Heel gauw wordt er aan iets gedacht waarbij je woorden als smetteloosheid en volmaaktheid kunt gebruiken. Heiligheid zou te maken hebben met een situatie waarin de zonde geen macht en invloed zou hebben, zodat je met ‘heilige’ mensen te maken krijgt.

Als je daarbij bedenkt dat er in de apostolische geloofsbelijdenis gesproken wordt over de kerk als de ‘gemeenschap der heiligen’, is de kans duidelijk aanwezig dat je er iets van een pretentie in kunt gaan horen. Alsof de kerk dat van zichzelf zou zeggen: ‘Kijk, wij zijn een gemeenschap van heilige mensen.’

Maar is dat waar we het over hebben? Er zijn – helaas – talloze feiten die juist deze gedachte op een flagrante manier tegenspreken. Om slechts één onderwerp te noemen: wat is er in de afgelopen decennia boven water gekomen als het gaat om seksueel misbruik in de kerken, en heus niet alleen in de rooms-katholieke kerk. Het was er, en – je moet vrezen – het is er nog steeds.

 

Ontkrachting van het evangelie

Het is helder dat deze dingen de kerk en de boodschap van de kerk grote schade hebben toegebracht. En nog steeds toebrengen. De integriteit en de geloofwaardigheid van de kerk is op heel veel plaatsen en in heel veel landen in diskrediet geraakt. Het beeld van de kerk dat bij veel mensen leeft, heeft alle glans verloren.

De schade gaat evenwel nog dieper. Ik herinner me dat mijn moeder me vertelde dat haar vader, mijn grootvader, prof. J. Hovius, het dankgebed in de middagdienst vaak afsloot met woorden die hij ontleende aan de Heidelbergse Catechismus: ‘Geef, dat uw Naam om ons niet gelasterd maar geëerd en geprezen wordt’ (vraag en antwoord 122). En dat is werkelijk aan de orde: het is niet alleen de naam van de kerk, maar het is veel dieper de Naam van de Koning van de kerk die gelasterd wordt. Christenen dragen immers de naam van Christus, en dus: wanneer christenen zich misdragen, werpt dat een schaduw over (de naam van) Christus.

 

En dus …?

Wanneer we op dit punt komen, is wel duidelijk dat het echt nodig is dat we op een heel serieuze manier aandacht geven aan de heiligheid van de kerk. Daarbij zullen we de vraag onder ogen moeten zien of we tegenover de wereld over de heiligheid van de kerk kunnen blijven spreken, als die wereld helaas maar al te vaak en al te terecht de vinger legt op de zere plek. Hebben we als kerk nog het recht het woord ‘heilig’ in de mond te nemen als het gaat om wat de kerk typeert?

Die vraag dwingt ons ertoe terug te gaan naar waar we het, op grond van de Bijbel, over hebben als we het woord ‘heilig’ en ‘heiligheid’ gebruiken. Wat belijden we daar eigenlijk mee?

 

Urgentie

Het belang van die vraag is geweldig groot als we hem op tafel zien liggen in een tijd waarin we ook zien dat de kerk zich juist (opnieuw) inzet en in probeert te zetten om met de boodschap van het evangelie van Christus in deze moderne, seculiere wereld te staan.

Meer dan ooit heeft de kerk zich te bezinnen op haar identiteit, met het oog op haar missionaire verantwoordelijkheid in de samenleving.

In dat proces van bezinning en herbezinning is het opnieuw doordenken van haar ‘heiligheid’ van het grootste belang.

Het is juist deze eigenschap namelijk waardoor de kerk wordt tot een ‘etalage’, waarbij de vraag is: wat ziet de samenleving in die ‘etalage’? Wat is daar te zien van de christenen, en: welke boodschap zendt de kerk daarmee uit als het gaat om Hem, wiens Naam zij draagt, Christus.

 

Ik sluit dit eerste artikel af met wat in dit verband zonder meer een kerntekst uit het Nieuwe Testament is. Petrus schrijft het op: Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht (1 Petrus 2,9).

Volgende keer pak ik hier de draad weer op.

 

Jan van ’t Spijker, Hoogeveen

 


Commentaar

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...