Homoseksualiteit is de seksuele gerichtheid op iemand van hetzelfde geslacht. Deze gerichtheid is een zekere stabiliteit en vastheid in gevoelens. Deze gevoelens kunnen in verscheidene gradaties voorkomen. Ze kunnen ook fluctueren. Zo kan dat bijvoorbeeld soms gebeuren bij jongeren in hun groei naar volwassenheid.
De oorzaak van deze gevoelens en gerichtheid ligt niet per se bij één factor. Er kan een genetische factor in het spel zijn, die de desbetreffende jongen vatbaar maakt voor homoseksualiteit. Deze factor kan zelfs zo sterk zijn dat een jongen al heel vroeg een meisjesachtige uitstraling heeft.
Allerlei factoren
Eveneens kan een hormonale factor een rol spelen. Tijdens de fase dat het kind zich nog in de schoot van zijn moeder bevindt, hebben hormonen invloed op de wijze waarop een kind zich later in zijn emoties en zijn gedrag uitdrukt. Daarnaast oefent de leefomgeving waarin het kind opgroeit, invloed uit op zijn ontwikkeling. Psychiaters hebben bijvoorbeeld gewezen op de invloed van een verstoorde verhouding van het kind tot de ouder van hetzelfde geslacht. Doorgaans is dat dan de verhouding van de vader tot zijn zoon, en de verhouding van de zoon tot zijn vader. De verstoorde verhouding heeft dan invloed op de seksuele ontwikkeling van het kind. Ook kunnen traumatische ervaringen en de eerste seksueel getinte contacten een grote impact hebben op de seksuele ontwikkeling.
Daarom sprak de generale synode van onze kerken enkele jaren geleden niet over 'homoseksuele geaardheid', maar over 'homoseksuele gerichtheid'. Het woord 'geaardheid' suggereert dat de persoon in kwestie vanaf zijn geboorte zo is, en laat geen ruimte voor andere (lees: psychische) factoren dan genetische en biologische factoren, die mogelijk in de vorming van een homoseksuele gerichtheid een rol hebben gespeeld.
Complex gebeuren
Bovendien mag de invloed van de huidige geseculariseerde cultuur niet worden onderschat. De acceptatie van homoseksuele omgang en relaties heeft invloed op de ontwikkeling van kind en jongere. Het wordt normaal geacht dat mensen in een homoseksuele relatie leven, dat aan hun kinderwens wordt tegemoet gekomen en dat homoparen kinderen kunnen adopteren. Om over een 'genderneutrale' opvoeding maar te zwijgen (waarbij de gasten op kraamvisite bij de geboorte van een kind een beschuit met blauwe én roze muisjes door elkaar krijgen aangeboden).
Juist omdat de ontwikkeling van homoseksuele gevoelens en gerichtheid een complex gebeuren is, waarin ook psychische factoren een rol spelen, kan een therapeut dienstbaar zijn. Hij kan zijn client helpen met zijn gevoelens om te gaan, en kijken of er herstel van deze gebrokenheid mogelijk is.
Want de seksuele gerichtheid op iemand van hetzelfde geslacht is een vorm van gebrokenheid in de schepping. Ze is een gevolg van de zondeval. Dit gevolg roept om herstel. Christus heeft tijdens zijn omwandeling op aarde laten zien dat God wat gebroken is wil herstellen. Hoe zou Hij dan aan deze gebrokenheid voorbijgaan?
Duidelijk is dat in deze bedeling niet elke gebrokenheid kan worden hersteld. Soms is de seksuele gerichtheid heel diep met het persoon-zijn verweven. Dan zie je dus al heel vroeg bij een jongen of een meisje dat hij of zij anders is dan anderen.
Onwaarheden
Op het gebied van het denken over homoseksuele omgang en relaties moet de kerk een geestelijke strijd voeren. De tegenstander van God en zijn rijk gebruikt ook op dit gebied zijn macht, die hem nog rest. Bovendien is er een strijd te leveren tegen onwaarheden die over homoseksualiteit de wereld in worden geslingerd, bijvoorbeeld dat een homoseksuele gerichtheid altijd even onveranderbaar zou zijn als de kleur van je ogen.
Over de strijd rond de waarheid over homoseksualiteit heeft Jeffrey Satinover in 1998 een boek geschreven onder de titel Homosexuality and the Politics of Truth. Dit boek is in 2018 in het Nederlands vertaald. Satinover (1947), een gezaghebbende Amerikaanse psychiater en psychoanalyticus, schrijft in het eerste deel van zijn boek o.a. over mogelijke oorzaken van homoseksualiteit, en over invloeden van bijvoorbeeld een trauma en van familieverhoudingen, maar ook over de versterkende invloed van de herhaling van gedrag. Als een bepaald gedrag wordt herhaald, heeft dat invloed op de hersenen. Dat gedrag kan zelfs zo worden ingeslepen dat het een tweede natuur wordt. En zo kan dat ook zijn op het gebied van (homo)seksueel gedrag. Het kan dan zover komen dat je het vermogen kwijtraakt om dat gedrag te veranderen. Dat kan sluipenderwijs gaan, zodat ten gevolge daarvan iemand moet zeggen: ik ben nu eenmaal zo.
Interessant is ook Satinovers beschrijving hoe de ontwikkeling van homoseksuele gevoelens bij kind en jongere naar volwassene in zijn werk kan gaan.
Beoordeling
Het tweede deel van zijn boek gaat over de morele beoordeling van homoseksuele omgang, dus: hoe ga je ermee om als je homoseksuele gevoelens of zelfs een gerichtheid bij jezelf opmerkt. Jeffrey Satinover geeft deze beoordeling vanuit zijn joodse achtergrond, maar maakt ook gebruik van datgene wat het Nieuwe Testament over homoseksuele omgang zegt.
De vertaling van de hand van E.W.J. Maatkamp leest vlot. Maatkamp heeft aan zijn vertaling van de oorspronkelijke uitgave een studie van Satinover toegevoegd over hoe Amerikaanse gezondheidsorganisaties een verkeerde voorstelling geven van wetenschappelijke bevindingen op dit terrein, en over de toenemende druk op de academische en klinische vrijheid in de behandeling van homoseksuele gevoelens en gerichtheid. Die druk is er ook in Nederland. In de politieke arena gaan stemmen op om vormen van dergelijke therapie te verbieden.
Het boek van Jeffrey Satinover is een prima bezinningsdocument in het gesprek en de oordeelsvormig over dit onderwerp. Uitgeverij Maatkamp heeft met de vertaling van dit boek kerk en gelovige in Nederland een goede dienst bewezen.
D.J. Steensma, Feanwâlden
N.a.v. Jeffrey Satinover, De strijd rond de waarheid over homoseksualiteit. Vertaald door E.W.J. Maatkamp. Uitgeverij Maatkamp: Zelhem, 2018, 407 blz., €22,11, ISBN 978 94 91706 66 0; e-book €14,99.