‘Kom maar even binnen, ik ben net bezig met een mooi klusje.’ Tot mijn verbijstering bleek dat ‘klusje’ te bestaan uit het verscheuren van allerlei brieven. De meeste hadden een blauwe envelop. ‘Zo, ben je aan het opruimen?’ was mijn nogal onbehouwen reactie. ‘Ja,’ zei hij stralend, ‘alles moet weg. Rekeningen, aanmaningen, bonnetjes en nog meer bonnetjes, ik kap ermee. Het helpt allemaal niets, ik gooi ze weg.’ Ik keek hem eens goed aan. ‘Er is hier wat aan de hand, wil je het mij vertellen?’
‘Ach, het is nogal uit de hand gelopen. Schulden, steeds meer schulden. Je komt er niet vanaf. En nu komt morgen de deurwaarder mijn huis leeg halen en sta ik op straat. Ik heb het verpest, vergooid. Nog niet eens aan drank of drugs of zo, maar het is gewoon teveel. Ik heb dingen niet goed gedaan en nu overzie het niet meer. En nou sta jij op de stoep, komt de kerk er ook nog bij. Wat moeten ze wel van mij denken.’ Het werd stil, de lach verdween.
‘Heb je ook koffie?’ vroeg ik. ‘Weet je,’ zei ik even later, ‘in de Bijbel staat ook een verhaal van een man waar het niet zo goed mee ging. Een koning nog wel. Jojakim was zijn naam. En toen hij al die aanklachten te horen kreeg verscheurde hij ze stuk voor stuk. Er was in zijn leven veel misgegaan en hij dacht: wanneer ik de aanklachten verscheur zijn ze weg en bestaan ze niet meer.
Jij en ik weten dat het zo niet werkt. Morgen komt de deurwaarder en ben je alles kwijt, net zoals die koning die alles kwijt raakte. Maar let op: Die koning had een vader, die heette Josia, en achttien jaar eerder kreeg die vader ook een dikke brief met aanklachten.
Hij verscheurde de brieven niet, hij scheurde zijn eigen kleren. Hij besefte dat hij en zijn volk het verprutst hadden en hij deed boete. Hij veranderde zijn leven, maakte schoon schip. En zag weer een nieuw perspectief.
Hij deed het niet alleen, hij had mensen om zich heen die hem hielpen en de weg wezen.
En, als je het goed vindt, dan gaan wij dat ook doen. Schoon schip maken en samen op zoek naar een oplossing.’
‘Nou, ik zie zo gauw geen oplossing, maar als je wilt helpen heel graag.’
‘Goed, dan schenk jij nog een kop koffie in en ga ik de deurwaarder en de gemeente bellen.’
Art van der Molen, Bierum