Afgelopen zomer riep ds. Mark de Jager, de voormalig jong theoloog des vaderlands (2019/2020) op om het gesprek over de doop weer eens te heropenen. Die roep is mij uit het hart gegrepen.
Boekje
‘Bram, zou je, als je eens tijd hebt, een boekje willen schrijven over de doop?’ Elk jaar als ik belijdeniscatechisatie geef, komt het onderwerp weer langs. Water in de kerk. Water dat al heel lang voor verdeeldheid en vragen zorgt. Ook misschien wel voor jou. Misschien heb je het al een keer meegemaakt, de doop. Van kinderen, of van volwassen. Als je een beetje bekend bent in de kerken weet je dat er heel verschillend over wordt gedacht: moet je nu gedoopt worden als je tot geloof komt, of mag je ook kinderen dopen?
Van allerlei kanten is er materiaal beschikbaar – van Tom van der Wal met toch wel heel extreme uitspraken tot onze keurige gereformeerde dogmatieken. Maar als ik een jongere nu onze ‘gereformeerde’ wijze van dopen moet uitleggen – waar begin ik dan? En als ze allerlei vragen hebben, opgeworpen door wat ze horen en lezen en voorgeschoteld door allerlei mooie en hippe filmpjes, preken en materiaal. En daar begin ik dan: verbond in het Oude en Nieuwe Testament, besnijdenis en doop, vervulling, en ergens zie ik de ogen al glazig worden. En dus maar stoppen? Want dat lijken we soms te doen: we houden er maar over op.
Maakt het allemaal wat uit? Nou, ten diepste denk ik van niet. Stel je voor dat in de hemel op het intakeformulier staat: verbondsdoop of geloofsdoop, en je het verkeerde aankruist en…
Het gaat om Jezus! Maar toch… Visie op de lijn in de Bijbel, de rode draad, hoe werkt God: ja dat heeft toch wel alles te maken met je Godsbeeld, de manier van Bijbellezen en zoveel meer…
Daarom ben ik zo blij met die oproep van Mark de Jager. En ik ben blij met de vragen op catechisatie. Want mogen we elkaar nog bevragen – of zijn alle posities al uitgekauwd? Was het niet samen met álle heiligen dat we mogen groeien?
En daarom een kleine serie. In de afgelopen studieperiode heb ik er een klein boekje over geschreven dat ik binnenkort hoop uit te geven (in eigen beheer). Juist omdat het nodig is om ons telkens weer te verdiepen in wie God is.
Angel
Maar voor we daar aan beginnen is het goed om wel eerst de angel uit dit onderwerp te halen. Stel je voor, je staat straks bij de hemelpoort. Hoe zou dat gaan? Wat zou God van je vragen om binnen te mogen komen? Of je je keurig hebt gedragen? Netjes je huiswerk hebt gemaakt en je werk hebt gedaan? Lief en leuk en aardig bent geweest voor je ouders of collega’s? En zou God ook vragen aan je: hoe je gedoopt bent?
Nee toch? De Bijbel is volstrekt helder: geloof in Jezus – en je wordt gered. Romeinen 1: 17 zegt: ‘In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt.’
Daar is geen woord Spaans bij…
Geloven is zeggen dat wat Jezus zegt in de Bijbel waar is: dat Hij je redder is, het Licht in je duisternis, het Levende Water dat je dorst lest, je Goede Herder die je draagt als het jou niet meer lukt. Hij is het levende Brood dat je werkelijk blij en vervuld maakt. Dopen en hoe je gedoopt bent is van ondergeschikt belang. Dat is toch wel belangrijk om even te zeggen. Want met alle aandacht die hier naar toe gaat, en sommige schrijvers die benadrukken hoe belangrijk het is om zus of zo gedoopt te worden, zou je zomaar kunnen denken: wat nu? Stel dat ik verkeerd kies en verkeerd gedoopt bent en ik daar bij Hem kom…
Geloof en doop
Vaak wordt Marcus 16:16 gebruikt om aan te geven dat dopen en geloof beide noodzakelijk zijn om behouden te worden: ‘Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld.’
Jezus zegt hier tegen zijn volgelingen: kom tot geloof en laat je dopen. Dan word je gered. Dat is helder, zo staat het er toch? Geloof en doop – dat is de weg van redding. Het zijn Jezus’ eigen woorden. Maar lees nou eens goed. Wie worden er veroordeeld? Niet degene die niet gedoopt zijn: enkel diegene die niet geloven! Toen Jezus hier sprak, sprak Hij tegen de discipelen die de wereld in mochten gaan om mensen op te roepen te geloven in Jezus Christus. Ze zouden allemaal ongedoopte mensen tegenkomen. Daar mogen ze tegen zeggen: kom tot geloof, en laat je dopen, begin een nieuw leven, God wil met je mee gaan.
Als ik nu zou staan in Amsterdam met de Bijbel in de hand, dan mag ik daar ook oproepen: ‘Geloof en laat je dopen! Mensen, dat is de weg tot redding!’ De doop zelf is niet onderdeel van het ticket om naar de hemel te gaan. Als je niet oppast heb je zomaar de gedachte dat ieder mens die wel gelooft, maar niet gedoopt is, niet welkom is in de hemel. En dat je voor je sterven nog snel gedoopt moet worden om erbij te mogen horen.
Vaak worden dan ook de woorden van Jezus aangehaald uit Johannes 3, als Jezus in gesprek is met Nicodemus. ‘Wat moet ik doen om gered te worden?’, vraagt hij. Jezus zegt: ‘Je moet geboren worden uit water en geest.’ Zie je wel, wordt dan gezegd, weer water! Nou bedoelt Jezus bij Nicodemus met water heel wat anders – water is vergeving en reiniging. Jezus roept op: Als je bij Mij wil horen, laat je reinigen! Nicodemus vond dat lastig, want hij was toch goed voor God, omdat hij een professor in de theologie was. En dan spreekt Jezus over waar dat gebeurt: want zo lief had God de wereld, dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft, zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Gelukkig staat in de hemel Jezus niet met een afvinklijstje: welke kerk en welke doop. Er klinken volgens mij maar twee vragen. De eerste is: heb je gedaan wat ik vroeg? Dan moeten we allemaal bekennen: nee. Leven in liefde tot God en de ander, in ieder geval schiet ik vaak tekort. Ik ben een nul. Maar dan klinkt een andere vraag: heb je Mij lief? En als je daar ‘JA’ op kan zeggen, dan komt Jezus voor je staan, als de Ene, de enige die de wet gehouden heeft, en wordt die nul van jou een tien! Daar ligt je redding. Laat niemand je iets anders aanpraten: Jezus + niks = alles!
Bram Hofland, Emmeloord