Wat is dan het afleggen van belijdenis – en waartoe is dat eigenlijk nodig? Als je gelooft dan kan je dat toch zo tegen God zeggen? Of heeft deze tekst uit Matteüs 10:33 wat te zeggen: Iedereen die Mij zal erkennen bij de mensen, zal ook Ik erkennen bij mijn Vader in de hemel.
Belijdenis
Elk jaar geef ik speciaal onderwijs bij ons in de gemeente voor mensen die belijdenis willen afleggen – belijdeniscatechisatie. En elk jaar mag ik weer hetzelfde uitleggen: wat is belijdenis doen eigenlijk?
Soms kan je het idee hebben dat belijdenis van je geloof doen een formaliteit is. Een extraatje om nog even voorin in de kerk te staan. Want geloven – dat doe je toch al, dat hoef je niet hardop voorin in de kerk te zeggen? En toch zal je het met me eens zijn dat wanneer je iets hardop tegen elkaar zegt het toch anders is, dan wanneer het alleen in je hoofd of in je hart zit. Heel opvallend vind ikzelf dat na Pinksteren, als de discipelen en de mensen die ook in Jezus geloven vol zijn van de Geest, als eerste een kerk stichten. Je hebt elkaar nodig. Belijdenis afleggen is dus zeggen: mensen, ik hoor bij dezelfde God, bij deze Vader, laten we samen groeien in geloof en in hoop en in liefde!
Kennis
Wanneer weet je dan genoeg? Nou dat is een hele goeie vraag. In de gereformeerde traditie is het soms gewoon pas na je 18de belijdenis te doen. Eigenlijk een hele bijzondere keus, want het is de leeftijd waarbij je het meeste twijfelt en zoekt. Wie ben ik, wie is God, wat heb ik aan dat geloof eigenlijk. Belijdenis doen is zeggen dat wat Jezus zegt – waar is. ‘Hetzelfde zeggen’ betekent het woordje in het Grieks. En wat zegt Jezus bijvoorbeeld?
Johannes, een biograaf over Jezus geeft een mooie opsomming:
· Ik ben het Brood – Ik voed je werkelijk en geef je leven, vrede, rust en geluk.
· Ik ben het Licht – Ik wil je de weg wijzen midden in de duisternis van je eigen leven en van deze wereld.
· Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven – zoveel keuzen en zoveel vragen, maar Jezus wil door zijn Woord en door zijn Heilige Geest tot je spreken, elke dag.
· Ik ben de Deur – Jezus opent voor ons de deur naar de Vader toe, waardoor we Hem mogen kennen. Alle schuld en zonde is door Jezus’ vergeving weg.
· Ik ben de Goede Herder – schaapjes hebben iemand nodig die hen leidt en thuisbrengt, zo draagt Jezus ons.
· Ik ben de Opstanding en het Leven – Jezus is opgestaan uit de dood, en kan en wil jou en mij ook redden door de dood heen en je eeuwig leven geven met God en je broers en zussen!
Dat is toch geweldig? Je hoeft het niet allemaal te snappen of te begrijpen: maar je mag hetzelfde zeggen. ‘Wat Jezus zegt is waar, daar vertrouw ik op en daar probeer ik bij te leven’. Belijdenis doen is nooit eindpunt van je ‘geestelijke carrière’. Het is de uitspraak dat je Jezus wilt volgen en verder wilt groeien.
Suggesties
Zouden we in de kerk van het belijdenis afleggen niet meer een feest kunnen maken, een moment in de tijd dat je een bijzondere keuze aflegt. Bij de volwassendoop zien we hoe ingrijpend dat moment vaak is voor hen die deze keuze maken. Kunnen we het moment van belijdenis doen niet kracht bij zetten door een helder getuigenis, mooie muziek en handelingen die laten zien wat er gebeurt: knielen voor Jezus.
Binnen het jodendom doe je op je dertiende levensjaar ‘belijdenis’. Zou dat niet een geschikte leeftijd in de kerk kunnen zijn? Jongeren voor wie duidelijk is dat Jezus hun Heer is mogen volwaardig lid worden van de gemeente. Jong en oud zijn welkom bij Jezus. Hij is het die zegt: laat de kinderen tot Mij komen. Wellicht dat we in de Reformatie, waarbij we afstand namen van de Rooms-Katholieke kerk en ook het vormsel en de communie, daarvan iets zijn kwijtgeraakt.
En misschien zouden we ook kunnen nadenken over het opnieuw afleggen van belijdenis. In veel gesprekken met mensen die zich laten overdopen/ opnieuw dopen komt de wens naar voren om opnieuw uit te komen voor het geloof. Na een moeilijke periode vind je God weer opnieuw, en daar wil je uiting aan geven. Hoe mooi is dat om ook in de gereformeerde traditie daartoe een manier te vinden. Je kunt dan aan allerlei vormen denken, bijvoorbeeld opnieuw te knielen, en vragen te beantwoorden, en zo je geloof en je belijdenis te vernieuwen en te verdiepen. Voor deze vragen moeten we niet te bang zijn ze onder ogen te komen.
Bram Hofland, Emmeloord