In de duistere tijd van de Rechters is er weinig hoop voor Israël. Het oordeel van God wordt steeds opnieuw over Israël uitgestort. Ongehoorzaamheid wordt gestraft. Die straf wordt zichtbaar door vijanden die de macht grijpen. Maar ook door andere dingen – misoogst en hongersnood zijn in de Bijbel niet neutraal, maar een oordeel van God.
Als we in Ruth 1 lezen dat er hongersnood is en dat er geen brood is in Bethlehem, dan kun je ervan uitgaan dat er geen sprake is van pech of toeval. Bethlehem betekent broodhuis. Als er geen brood is in het broodhuis, dan is dat een oordeel van God. Dan is het nodig dat mensen zich bekeren en in gebed tot God gaan. In Ruth 1 gaat het anders. Er wordt niet bekeerd, maar gevlucht. En toch… ergens gebeurt er iets. In de duisternis van vlucht en zonde is er langzaam licht aan het einde van de tunnel – dat licht is het gerucht dat God zich het lot van zijn volk heeft aangetrokken – er is weer brood in Bethlehem. Dan weet je: het komt goed.
Wouter Moolhuizen, Hoogeveen