Nederland is zendingsgebied. Hoe richten we daar onze kerken op in? God reikt uit naar de wereld en in die wereld zijn wij gezonden. Het komt er daarom juist nu voor elke kerk op aan om positie in te nemen in de samenleving. Deputaten evangelisatie denken mee over hoe een lokale kerk dat in haar eigen omgeving kan doen.
In- en uitademen van Gods liefde
We mogen de Geest van Christus inademen in de ontmoeting met God bij zijn Woord en in de sacramenten. Inademen geeft verbinding met wat God ons in Christus geeft. De relatie met Hem is de bron voor hoe we in de samenleving als zijn lichaam aanwezig mogen zijn. Alleen door Gods Geest in te ademen kunnen we uitademen en zo ons leven met God praktisch verbinden aan het leven met de mensen om ons heen.
Verlangen voor kerken
Hoe zou kerk-zijn in de zendingssituatie in Nederland eruitzien? Van de eerste gemeente in Jeruzalem ging een goed getuigenis uit, men stond in de gunst van het hele volk. Wat wordt er van ons gezegd?
God geeft vele kerken aan ons land om het licht van Christus te laten schijnen. Als het wonder van Gods genade ons eigen leven raakt (inademen), ontvangen we het verlangen en gebed voor de mensen om ons heen dat zij met die genade in aanraking mogen komen (uitademen). Onze buren, collega’s, vrienden en familie, sportmaatjes en klasgenoten. Gods liefde is liefde voor de wereld (Joh. 3:16). We worden als volgelingen van Jezus in beweging gezet om Christus’ liefde in de wereld te belichamen.
Concreet betekent dit, dat we met de kerken in ons land ruimte maken voor bewuste ontmoeting op de grens van kerk en samenleving, om de genade van God uit te ademen als lichaam van Christus te midden van de mensen om ons heen.
De voorhof: een plek van ontmoeting
In het Oude Testament was de voorhof bij de tempel een plek van ontmoeting. Alleen mannelijke joden hadden toegang tot het tempelplein en de tempel, maar in de voorhof was iedereen welkom: jood, heiden, man, vrouw of kind. Een plek van relaties op verschillende niveaus: de mannen namen wat ze op het tempelplein ontvingen uit Gods hand mee naar de voorhof. Buitenlandse toeristen konden er iets proeven van het joodse geloof en de religieuze gebruiken. Zo bezocht de Ethiopische eunuch uit Handelingen 8 de voorhof en kocht er nieuwsgierig een heilige boekrol. De voorhof was dus een ontmoetingsplek waar iedereen welkom was en waar de grenzen van geloof en samenleving gemakkelijk in elkaar overliepen. Het stond in groot contrast tot de exclusiviteit en orde van de tempel, die voor de meerderheid van de mensen in de voorhof niet toegankelijk was.
In het Nieuwe Testament is in Christus de toegang tot de tempel – zelfs tot het heilige der heiligen – geopend voor iedereen. Sindsdien is de ontmoeting met God voor iedereen mogelijk. Toch is het beeld van de voorhof ook voor onze tijd een sprekend beeld als het gaat om wat er gebeurt bij bewuste ontmoetingen op de grens van kerk en samenleving, zonder dat het per se om een locatie of ruimte gaat.
Ruimte voor ontmoeting
Vandaag de dag ontmoeten we God niet meer in de tempel. Wij zijn geroepen om zelf tempels van Gods heilige Geest te zijn. Én we mogen voorhoven zijn en zoeken naar mogelijkheden om ons leven met anderen te verbinden op de grens van kerk en samenleving. Met het nieuwtestamentische beeld van de wisselwerking die ontstaat tussen de mensen in de voorhof en de tempel, zien we het beeld van in- en uitademen terug: er is een beweging van buiten naar binnen en van binnen naar buiten. Zo vinden christenen, zoekers en niet-gelovigen antwoorden op levensvragen en ontvangen hulp of leren die te geven. Ze vinden er gerechtigheid en mogen die beoefenen. Het is een plek om deel te hebben aan het zorgen voor de schepping, een plek ook waar het leven gedeeld wordt en waar Gods liefde ervaren wordt in woord en daad. Mensen worden er gezien en gekend, ze mogen zijn wie ze zijn. En het meest belangrijke: door ons leven en door onze christelijke gemeenschappen ontmoeten zij Christus in zijn lichaam op aarde. In Hem die Immanuel is, God met ons.
Voor elke context zullen deze bewuste ontmoetingen tussen kerk en samenleving er anders uitzien. Het hangt af van wat God in de gemeente geeft en wie er in de omgeving van de kerk wonen. Door deze ontmoetingen verbindt elke kerk – als gemeenschap van christenen in een zendingssituatie – zich bewust aan de omgeving en aan de wereld waar Gods hart naar uitgaat. Om daar namens Christus present te zijn en zich metterdaad uit te strekken naar de wereld om haar heen. We mogen dat vrijmoedig doen in het geloof dat God met Zijn Geest voor ons uitgaat.
Ds. Jelle Nutma, missionair consulent en predikant in CGK Drachten