Als er geen brood is in Bethlehem (het broodhuis) dan weet je dat er iets aan de hand is. Dan is het nodig dat het volk zich bekeert. Dan zijn er gelovige mensen nodig. Je zou verwachten dat Elimelech zo’n gelovig mens is.
Zijn naam doet dat in elk geval vermoeden. De naam van Elimelech, mijn God is koning, is een geloofsbelijdenis. Maar Elimelech is geen gelovige die vertrouwt op God. En hij ziet kennelijk niet dat hij zich moet bekeren. Hij vlucht, samen met zijn vrouw Noömi en zijn zonen Machlon en Kiljon en gaat van Bethlehem naar Moab. Het vluchten is op zich al problematisch, omdat je daarmee niet onder ogen ziet wat er gebeurt en wat er nodig is. Maar als je dan ook nog het beloofde land uitgaat en naar Moab vlucht dan gaat er iets dubbel mis. Dit is geen neutrale verhuizing, maar een verhuizing het beloofde land uit naar het vervloekte Moab (zie Deut. 23: 4-5). Elimelech heeft een schitterende naam die helemaal waar is. Het schrijnende is alleen dat hij er niet naar leeft en handelt. Maar ondanks dat zal in het leven van zijn nakomelingen toch iets zichtbaar worden van die God die alles in zijn hand heeft. De Here, Hij regeert. Hij is koning.
Wouter Moolhuizen, Hoogeveen