Het doel is helder: een volhoudbare (duurzame) landbouw en voldoende voedsel voor iedereen. Maar hoe het daarmee staat, daarin gaan de wegen uiteen. De één zegt dat dat er geen betere boeren zijn dan de Nederlandse en dat we nog nooit zo weinig van het gezinsinkomen hoeven te besteden aan ons voedsel. De ánder zegt dat de Nederlandse landbouw te industrieel en te intensief is geworden en dat er te veel ongezond voedsel in de schappen ligt.
De volgende begint een eigen moestuin, weer een ander koopt rechtstreeks bij de boer en sommigen stoppen met vlees eten. De lijst met mogelijkheden is groeiende. Het dagelijks eten laat niemand onberoerd en de reclames willen ons laten geloven: nu nóg goedkoper, nóg duurzamer, nóg lekkerder, nóg gezonder, nóg beter dan je altijd kocht. Ja, ja. En wereldwijd sterven mensen van de honger en zuchten mensen onder de gevolgen van obesitas. Voedsel maakt de tongen los, en wie het over voedsel heeft krijgt het al gauw over landbouw. Over de export van voedsel en de import van soja, de ontbossing in Zuid-Amerika en het mestoverschot. De heikele onderwerpen zijn legio en de ongezouten meningen talrijk.
Natuurbouwers en landbouwers begrijpen elkaar doorgaans niet. Je zult maar een goede boer zijn en op allerlei manieren te horen krijgen dat het ecologisch niet deugt wat je doet op je bedrijf. Je zult maar een christelijke boer zijn die met eerbied in de schepping werkt en op allerlei manieren te horen krijgen dat je de natuur aan het verwoesten bent. Dat ook christelijke landbouwers in Duitsland - en eerder in Nederland - de trekker pakken en de snelwegen op gaan richting de regeringscentra heeft onder andere met een gebrek aan waardering te maken. Waar waardering ontbreekt verdwijnt het vertrouwen in de overheid en de maatschappij.
De andere kant is er ook. Je zult maar burger zijn die met verdriet de ecologie en het landschap ziet veranderen en je met recht zorgen maakt over de opwarming van de aarde en de afnemende biodiversiteit. Dat ook christelijke natuurbouwers het er niet bij laten zitten en alle mogelijke manieren zoeken om de teloorgang van de natuur te stoppen hoeft ons niet te verbazen. Als God biodiversiteit geschapen heeft, is de mens dan een goede rentmeester van de aarde als dieren en planten ‘gewoon’ mogen uitsterven zonder dat mensen zich daarover bekommeren?
Landbouw staat de laatste jaren er niet zo goed op in het overheidsbeleid, maar ook hier is het doel helder: Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werkt aan duurzaam voedsel, waardevolle natuur en een vitaal platteland. Voor de huidige en toekomstige generaties. Het ministerie maakt zich sterk voor duurzaam, voldoende en veilig voedsel op ieders bord. En werkt aan gezonde natuur binnen natuurgebieden, op het platteland en in grote wateren, maar juist ook in steden; staat vermeld op de website van het ministerie van LNV waar de CU-er Piet Adema de scepter zwaait samen met de minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal (VVD). Wat de nieuwe regering aan bewindslieden en ministeries gaat brengen gaat vast iets zeggen over hoe de politiek anno 2024 tegen de landbouwdossiers aankijkt. Het kabinet Rutte IV is niet echt in staat gebleken de probleemdossiers van LNV op te lossen. Uit alle sectoren (landbouw, natuur, voedsel) wordt het kabinet gemis aan daadkracht verweten. Boeren, burgers en buitenlui zeggen te wachten op perspectief voor de landbouw en de natuur. Volgens sommigen staat de natuur op omvallen, volgens anderen de landbouw. Volgens sommigen zijn de provincies aan zet, volgens anderen moet de markt z’n werk kunnen doen. De verhalen over mensen die nauwelijks geld overhouden om eten te kopen strijden om voorrang met de verhalen over voedselverspilling.
Wat is wijsheid? In het Bijbelboek Prediker staat een boeiende waarneming: Wanneer je ziet dat in het land de armen worden onderdrukt en het recht en de rechtvaardigheid geschonden, wees dan niet verbaasd. Want een hoge ambtenaar wordt door een hogere beschermd, en zij beiden weer door ambtenaren die nog hoger zijn. Het is hierbij nog een geluk wanneer de koning zorgdraagt voor de oogst (Prediker 5:7,8, NBV). Wie denkt dat herken ik wel in de wereld van nu, moet bedenken dat het in de Bijbel vaker gaat over sociale en ecologische gerechtigheid. Van daaruit is het geen grote stap naar de sociale waarde en de ecologische waarde van landbouw en voedsel. Blijkbaar zijn bestuurders in staat om het recht en de gerechtigheid te maken en te breken. Maar burgers kunnen er zelf ook wat van. Bestuurders en burgers kunnen te hoop lopen tegen de boeren. En boeren kunnen zich miskend voelen door bestuurders en burgers en zich klem en verloren voelen tussen de bedrijven waar ze zaken mee doen en de bank waar ze hun leningen hebben. Ten diepste zijn we allemaal mensen die het dagelijks brood op tafel willen en ‘toevallig’ zorgen boeren en bedrijven daar mede voor. Als elke burger die eten koopt beseft dat wat je koopt en waar je koopt in stand blijft, zal beseffen dat wat gekocht wordt ook geproduceerd wordt.
Wijsheid ligt in nadenken over de waarde van landbouw en de waarde van voedsel en daar je handelen op te baseren. Wat doe ik (kan ik doen) aan duurzaam voedsel; hetzij als producent, hetzij als consument. Wat doe ik (kan ik doen) aan waardevolle natuur; hetzij als genieter, hetzij als onderhouder. Wat doe ik (kan ik doen) om het platteland vitaal te houden; hetzij als bewoner, hetzij als bezoeker. Wat doe ik (kan ik doen of laten) om de aarde voor de toekomstige generatie te bewaren. Wat doe ik (kan ik doen) om voedselverspilling te voorkomen. Wat doe ik (kan ik doen) om op ieders bord voldoende en gezond voedsel te hebben. Wat kan ik doen (of laten) om de natuur in natuurgebieden, op het platteland, in de steden en de grote wateren gezond te houden. Wat is gezond voedsel waard. Wat is schone lucht waard. Wat is schone grond waard. Wat is schoon water waard. Wat is een mooi landschap waard. Wat is duurzame landbouw waard. Daarover een volgende keer meer.
Dirk de Groot is docent economie/bedrijfskunde bij Aeres Hogeschool Dronten en lid van CGK Dronten