Als we denken aan de generale synode van onze kerken die deze maand voor het eerst samenkomt, is het goed terug te gaan naar wat we wel de allereerste generale synode van de kerk van Christus kunnen noemen. Waarom kwam die eigenlijk samen? Waar ging het toen over, en hoe liep het af?
In dit artikel kijk ik daarnaar en maak ik een paar opmerkingen, in de hoop dat we vandaag als kerken echt iets van de geest die op die synode heerste mogen leren. En dan schrijf ik het woord ‘geest’ eerst met een kleine letter, maar wat duidelijk wordt is dat de Geest (met een hoofdletter – Gods Geest) daar vooral heerste.
Wat stond er op de agenda?
Allereerst moet helder zijn waarom die synode in Jeruzalem samenkwam. Daar was namelijk een duidelijke aanleiding toe, die alles te maken had met de zending.
Wat was er aan de hand? Lukas vertelt dat God onder de niet Joodse volken de deur naar het geloof had geopend (Hand. 14:27). Wat een mooie constatering. Het werk van Paulus en Barnabas, die door de gemeente van Antiochië zijn uitgezonden (Hand. 13:3) wordt zo gezegend dat velen tot geloof komen. De Here voegt ze toe aan de gemeente, die zich meer en meer uitbreidt, in een steeds groter gebied waarbij steeds meer grenzen worden overschreden (vgl. Hand. 2:47; 6:7; 9:31; 12:24). Maar dan komt ook meteen de vraag op hoe het moet als mensen van buiten de gemeente naar binnen komen. Moeten zij zich aanpassen aan wat er in de gemeente allemaal gebeurt, aan de gewoonten en gebruiken die soms al jarenlang bestaan?
Zendingsvragen
Het zijn deze vragen die in het nadenken over zending altijd weer langskomen. Ook in het begin al. Lukas vertelt dat er in Antiochië discipelen uit Judea komen die stellen dat nieuw binnenkomende gelovigen zich aan moeten passen aan de gewoonten van de eerste, oorspronkelijk Joods-christelijke gemeente, en dat ze zich dus moeten laten besnijden, omdat ze anders niet gered kunnen worden (Hand. 15:1). En er ontstaat een felle discussie. “Grote onenigheid” en een “felle woordenstrijd”, vertaalt de NBV21. De HSV zegt: “een niet geringe tegenstand en woordenstrijd”. Die woorden geven aan dat het er heet aan toe is gegaan. Hitte die nog eens wordt gevoeld als de kwestie wordt voorgelegd aan de apostelen en oudsten in Jeruzalem (Hand. 15:2), en als daar in Jeruzalem de vraag zo mogelijk nog heftiger bediscussieerd wordt (Hand. 15:5-7).
Gods eigen werk
Duidelijk is dat de vraag waarover zo fel gediscussieerd wordt alles te maken heeft met wat God aan het doen is. Het boek Handelingen laat het zien: God trekt mensen naar zich toe; Hij verbindt ze aan Jezus Christus en voegt ze bij de gemeente. En juist dat werk van God leidt bij de gemeente tot onrust. Zoals dat gebeurt in Antiochië, en vandaaruit ook op die eerste synode van de christelijke gemeente. Die synode moet bij elkaar komen omdat ze het samen niet eens zijn, en elkaar de maat nemen. Kennelijk brengt samen kerk zijn zomaar iets van spanning op tafel. Zelfs als het om zending gaat, zoals Lukas laat zien. Want dat staat hier op de achtergrond: het werk van God, die door de dienst van de apostelen heen, en die door de dienst van zijn gemeente heen, mensen uit alle geslachten en talen en natiën naar zich toe trekt en ze aan zijn Zoon, Jezus Christus verbindt. Dat doet God, door zijn Geest.
Wat stond er op het spel?
En de mensen in de gemeente? Zij geven er zomaar blijk van dat ze niet echt mee kunnen maken wat God aan het doen is. Ik zeg het maar heel direct: zij menen dat de mensen die van buiten komen zich aan moeten passen aan wat altijd zo geweest is, aan wat de wet van Mozes voorschrijft. Je leest het in Handelingen 15:5. Maar wat staat er intussen veel op het spel als dat werk van God er werkelijk mee gemoeid is. We kunnen moeite hebben met de manier waarop God zijn werk uitvoert. Dat wordt zelfs in twijfel getrokken als je goed leest wat er in Hand. 15:4 en 5 staat: er wordt verslag uitgebracht van alles wat God tot stand heeft gebracht, maar daar dwars tegenin wordt door anderen gesteld dat er toch echt besnijdenis nodig is. En de discussie barst los. Die dus eigenlijk gaat over wat God aan het doen is.
Hoe liep het af?
Gelukkig vertelt Lukas dat er een andere geest in de harten en overwegingen van de daar aanwezigen is gaan heersen, doordat de heilige Geest de leiding overnam. Zo geef ik het nu maar in het kort weer. Waarbij de uitkomst bepalend is geweest en geworden voor het verdere verloop van het werk van de zending. Daarbij is het opmerkelijk wat Petrus zegt als hij het woord neemt: wij geloven dat wij (de mensen in de gemeente) door de genade van Christus gered worden, op dezelfde wijze als zij (die binnenkomen). Waar Gods Geest de leiding neemt vallen tegenstellingen weg, en komen we allemaal in het spoor van de genade terecht.
Die eerste synode. Ik moet er in deze dagen regelmatig aan denken, en ik bid: geef, Here, dat Uw Geest ook op onze synode werkelijk de leiding zal hebben, en dat we Hem daarbij niet in de weg lopen. Opdat om onzentwil Uw Naam (en de verkondiging daarvan) niet gelasterd, maar veeleer geprezen zal worden. Dat Uw werk in zending en evangelisatie voortgang zal vinden en niet zal stuiten op belemmeringen die wij opwerpen.
Here, zegen onze synode. Zegen onze kerken. Om Jezus’ wil.
Jan van ’t Spijker, Hoogeveen