Het verlies van man, vrouw, kind heeft een enorme impact op het leven. Een boek dat helpt in rouwverwerking en een handreiking is om wat eerder en makkelijker het gesprek aan te gaan met diegene die verliest ervaart, is: Helpen bij verlies en verdriet van Manu Keirse.
Keirse noemt een aantal taken van degene die in rouw is. Anderen kunnen daarbij van betekenis zijn. Keirse geeft ook aan wat zij beter niet kunnen doen. In zijn boek komen mens en medemens samen in beeld. De taak wordt ook niet dwingend opgelegd, het is meer de nieuwe ruimte die geboden wordt om (gezamenlijk) binnen te gaan.
Veranderde werkelijkheid
De eerste taak is de veranderde werkelijkheid onder ogen zien. Hoe vaak zeggen we niet bij het horen van een plotseling overlijden: ’Dat kan toch niet?’ of ’Ik kan het niet geloven’? Die plotselinge en pijnlijke nieuwe werkelijkheid botst met alles wat in ons is, ons denken, ons gevoel, onze wil. Hoe dichter we bij de overledene stonden, hoe sterker die botsing.
Maak niet de fout om bij de botsing tussen de oude en nieuwe werkelijkheid aan uiterlijke dingen te denken. Juist onze innerlijke wereld ligt overhoop. In ons innerlijk is die ander nog volop aanwezig. Alles in huis spreekt van die ander. Bekend is het verhaal van de weduwe die gedachteloos nog steeds ook een bord op tafel zette alsof haar man zo zou komen. Het is geen geringe zaak om van die oude, vertrouwde werkelijkheid, dat oude leef- en denkpatroon dat plotseling is afgebroken om te schakelen naar die nieuwe wrede situatie.
Verwacht niet dat iedereen daar op dezelfde manier mee omgaat of moet gaan. De een ruimt zo snel mogelijk na het overlijden alles op, om maar niet aan die pijnlijke situatie herinnerd te worden, de ander wil alles zoveel mogelijk bij het oude laten. De omgeving spreekt dan al gauw van ’ontkenning’. Laten we met dat woord (‘met die veroordeling’ moet ik misschien zeggen) voorzichtig zijn. Het is geen geringe opgave die vertrouwde leefwereld op te geven. Hoeveel jaar ben je niet samen geweest? Zie dat snelle opruimen of dat intact willen houden als een ’overlevingsmechanisme’. Zo kom ik erdoorheen, denkt die ander. Probeer daar eerst begrip voor op te brengen.
Luisteren
Omstanders kunnen in die beginperiode van betekenis zijn door te blijven luisteren naar die ander. Stimuleer om dat hele verhaal van het gemis en verdriet nog weer eens uit de doeken te doen. Dat alleen helpt de overstap te maken van de oude naar de nieuwe werkelijkheid. Steeds maar weer de ander de tijd geven om bij stukjes en beetjes die oude leefwereld nog weer voor ogen te zien en met de nieuwe situatie vertrouwd te raken.
Omstanders denken, dat na een lange periode van ziekte de overstap naar de nieuwe situatie sneller en makkelijker gemaakt wordt. De tijd van het lijden en de pijn is nu toch achter de rug? Dat kan misschien wel zo zijn, maar die periode was zo intens en zo veeleisend dat de breuk ook des te zwaarder is en langer duurt. Daarom dringt het verlies ook nog niet goed tot je door. Het is alsof je nog die oude droom beleeft. U begrijpt: elke dwang is hier uit den boze. Geduldig blijven luisteren, zodat de ander zijn verhaal kan blijven doen, dat helpt. Iemand die rouwt, help je door een goed gesprek, dat je niet van de hak op de tak springt, maar als bij een spiraal steeds dieper in gaat op wat de ander vertelt.
Pijn en verdriet
Ook dat is een taak: pijn en verdriet ervaren. Het verlies van een geliefde brengt een golf van emoties in ons te weeg. Soms gaat dat gepaard met lichamelijke pijn: je maag krimpt ineen, barstende hoofdpijn, je hart gaat te keer. Daar komt bij dat mensen zich in de beginperiode verwijten maken: als ik dat niet gedaan, dan was het niet gebeurd. Of: ik had meer dit of meer dat moeten doen. Ook dat geeft pijn vanbinnen. Dit alles kan ons zomaar ineens overvallen: bij het zien van een voorwerp of een foto, het horen van muziek of een lied. Wie pijn heeft, raakt vermoeid, kan minder veel hebben en reageert sneller af op de omgeving of op dingen. U begrijpt hoe ongepast het is als omstanders dan gaan vertellen over hun eigen pijn, hun eigen verdriet. Nee, dan geldt niet: gedeelde smart is halve smart. Dat geeft dubbele smart. Je voelt je niet begrepen en sluit je af.
Hier is het misschien goed te wijzen op het verschil tussen mannen en vrouwen op dit punt. Uitzonderingen daargelaten, maar mannen gaan eerder actief om met pijn en verdriet. Het doen ligt hen beter dan stil zitten, luisteren of praten over gevoelens. Terwijl vrouwen over hun verdriet, hun beleving willen praten en zo hun gevoelens willen delen, zijn mannen oplossingsgericht. Zij zoeken iets wat hen of - zo denken zij - hun partner helpt. Of zij storten zich op een activiteit om op die manier hun verdriet te verwerken. Het verlies is er bij allebei, maar de manier waarop zij het verdriet verwerken is verschillend. Bij het verlies van een kind is het enorm belangrijk daar samen oog voor te hebben en daar ook samen over in gesprek te blijven om zo elkaar daarin te begrijpen en te respecteren. Hoe moeilijk dat ook kan zijn.
Nu even niet
Hoe vreemd het misschien ook klinkt, juist omdat in de beginperiode de pijn zo intens en zo diep is, moeten we voor onszelf soms een pauze inlassen. Je kunt nu eenmaal niet voortdurend met pijn en verdriet leven. Je last voor jezelf een pauze in om je verdriet even te parkeren en je aandacht meer te richten op de dingen, de mensen om je heen, de natuur of muziek. Zomaar wat meer aandacht voor het simpele leven. Gewoon omdat het anders te veel wordt. Wachten en geduld tot er een moment komt dat je – mondjesmaat – je verdriet en je pijn weer beter onder ogen kunt zien.
Voor de omgeving is dat lastig om aan te voelen en nog lastiger misschien om dat goed te vinden. ’Nu even niet’ kan misschien goed dienstdoen als wachtwoord om dit alles richting je omgeving duidelijk te maken en zo verkeerde voorstellingen - alsof je geen verdriet meer hebt - de kop in te drukken.
In het laatste deel van deze driedelige serie komen nog twee taken aan de orde.
C.A. den Hertog, Leeuwarden
Ds. C.A. den Hertog is emeritus predikant van Leeuwarden