Het verlies van man, vrouw, kind heeft een enorme impact op het leven. Een boek dat helpt in rouwverwerking en een handreiking is om wat eerder en makkelijker het gesprek aan te gaan met diegene die ‘in rouw’ is, is: Helpen bij verlies en verdriet van Manu Keirse.

 

In het vorige artikel zijn twee taken genoemd van degene die in rouw is. Daarnaast zijn er nog twee taken, die in dit laatste artikel aan de orde komen.

 

Aanpassen

Aanpassen aan de nieuwe situatie is de derde taak. In dit ene zinnetje ligt enorm veel opgesloten. Je leven naar buiten toe is veranderd, maar je leven van binnen nog veel meer. En daar komt nog iets bij: elk mens heeft ook een basis waar zijn leven op rust. Ook die basis wankelt, lijkt veranderd te zijn of is veranderd. Het is immers ondenkbaar dat een gelovige zoiets ingrijpends als het sterven van zijn/haar geliefde meemaakt, en dat de basis onder zijn/haar leven dan onaangeroerd, ongestoord zou blijven? Vragen, twijfels, aanvechtingen overvallen je: waar is God? Waarom overkomt mij dat? Hoe blijf ik staande? Hoe moet ik nu toch verder? Juist omdat je in die ander zo veel, zo onnoemelijk veel verloren hebt, kun je onmogelijk terug naar hoe het ooit was. Dat is juist de pijn: dat ooit komt nooit meer terug. Zolang je samen bent als man en vrouw, of met elkaar als gezin (kinderen kunnen ook sterven), besef je niet hoe intens je aan elkaar verbonden bent. Als die levensband stuk breekt, breekt alles stuk. Wat kost het dan veel, veel tijd en veel energie, om die andere, die wrede situatie onder ogen te zien en daarin te gaan staan en dan tegen jezelf zeggen: ’Nu leef ik in deze situatie en dat oude komt inderdaad niet meer terug.’ Het lege huis als je binnenkomt, opstaan zonder de ander die je lief is, alleen aan tafel zitten om te eten. Je dagelijks ritme klopt niet meer, niemand met wie je het dagelijks leven deelt.

 

Dubbel druk

En dan ontdek je, dat ook je innerlijk leven en die basis onder je leven verandert. Want die wisselwerking die er was - met de ander en zo ook met God - is er nu niet meer. Elkaar wederzijds aansporen, verrijken, bemoedigen is er niet meer bij. Het woordje ’wij’ ontbreekt. Het is alleen nog maar ’ik’ geworden. Terwijl die wisselwerking van dat woord ‘wij’ de rijkdom van het leven is. Dat maakt eenzaam en kwetsbaar. Je hebt het dubbel druk gekregen. Nu moet je zelf alles doen, alles alleen klaar spelen, organiseren en verwerken.

Ook het samen naar de kerk gaan, samen bidden en Bijbel lezen is voorbij. Zeker, ik heb deze periode heel vaak hulp en troost van God ontvangen, en ik ben daar ook dankbaar voor en geef dat ook graag door aan u. Maar in de praktijk blijft het gemis groot van die ene tussenpersoon die jou gegeven was. Ik vergeet nooit die ene man uit een vorige gemeente. Toen zijn vrouw stierf, zette hij op dat moment de grote staartklok aan de muur stil. En die klok is voorgoed stil blijven staan. ‘Daar hield de tijd voor mij op.’ Dat maakte onvergetelijke indruk op mij. Bijbels gezien ben ik het daar niet mee eens. God gaat verder. Dan moeten en mogen wij ook verder. Hoe moeilijk dat ook is. Toch heb ik nooit een sprekender symbool gezien dan deze klok die stil bleef staan. Vanaf nu staat voor mij het leven stil.

 

Herinnering

De vierde taak is: blijven herinneren en de blik voorwaarts richten. In gesprekken komt vaak de term ’verwerken’ aan de orde. De vraag of iemand het al ’verwerkt heeft, het kan loslaten of er overheen is’. Deze woorden wekken de indruk alsof er een moment, een fase aanbreekt waarop alles voorbij, achter de rug is. Het lichaam van je geliefde is wel gestorven en begraven, maar de band, de relatie die jij had niet. Die blijft bestaan. Misschien wel  minder intens, maar toch niet minder reëel. Je leert op den duur om minder achterom te kijken naar wat voorbij is en meer vooruit te kijken en open te staan voor wat je nog ontvangt. Je geliefde is niet meer bij je, maar de herinneringen draag je wel met je mee. Gelukkig ook heel veel mooie, goede herinneringen waar je met dankbaarheid op kunt terugzien. Ik heb bewust een foto in de kamer van een prachtig mooie herinnering aan mijn vrouw. Zo wil ik aan haar blijven denken, én verder leven.

 

Herschikken

Voor omstanders is het goed zich te realiseren dat herinneringen blijven terugkomen, soms op de meest onverwachte momenten. We moeten de overledene niet ’doodzwijgen’, dan laat je die persoon tweemaal sterven. Het doet werkelijk goed als je merkt dat je omgeving bij bijzondere gelegenheden zoals de geboorte- of de sterfdag hier rekening mee houdt. Soms weten mensen het achterom kijken en het vooruit kijken op een mooie manier te verbinden. De herinneringen zetten zij om in iets positiefs. ‘Ik wil de sterke kanten van mijn geliefde ook bij mijzelf ontwikkelen.’ Of: ‘Zoals mijn broer met zijn ziekte omging, zo ga ik voortaan met tegenslag om.’ Of: ‘Nee, dat lievelingslied van mijn vrouw maakt mij niet meer verdrietig, maar geeft mij een warm gevoel van dankbaarheid.’ Stap voor stap lukt het dan om je leven te herzien en te herschikken. De onzekerheid over wie je bent en hoe je verder moet leven maakt plaats voor een nieuwe levensrust en levensbasis. Dat gaat echt niet vanzelf. Daar heb je hulp en ook begrip van anderen bij nodig. Maar ik zeg ook kennis van zaken en wijs dan opnieuw op bovengenoemd boek. Als jij en je omgeving het hier af laat weten, is de kans groot dat je je afsluit en dat je de luiken van je levenshuis naar binnen dicht vouwt. Dat kan door verder te leven in één groot vergeten van de overledene óf in een grote innerlijke rem op het leven dat nog voor je ligt.

 

Integreren

Wie leert het verlies te integreren en op een nieuwe manier de draad van het leven op te pakken, die kan en mag daardoor juist ook van grote betekenis zijn in de ontmoeting met anderen. Een stille wegwijzer: kijk, zo ben ik door een moeilijke periode heen gekomen. Hoop beoefenen om een ander hoop te bieden. Niemand schrijft daar zo verrijkend en zo leerzaam over al de apostel Paulus in 2 Korintiërs 1.

Bij onze doop als kind is ons sterven al genoemd. ’Geef dat dit kind dit leven om U getroost zal verlaten en op de jongste dag zonder vrees voor Christus zal verschijnen.’ Wat een voorrecht om als gedoopt mensenkind door het leven te mogen gaan. Het vooruitzicht eens te moeten sterven maakt ons mensen bang en onrustig. We proberen krampachtig het van ons af te zetten, te ontkennen, er overheen te leven.

Vanaf onze doop geeft God ons dit perspectief mee: het uitzicht op onze toekomst bij God waar we de dood te boven zullen zijn gekomen. De dood, maar gelukkig ook de zonde, onze nalatigheid en tekortkomingen en onze angst en twijfel, onze pijn en verdriet. Daar, voor de troon van God, zijn we vernieuwde mensen, een wit kleed en een palmtak in onze hand. Uit onze mond klinkt enkel de lofprijzing. Gesprekken over rouw en verdriet hoeven we in de gemeente van Christus niet krampachtig uit de weg te gaan, omdat ze zo moeilijk en pijnlijk zijn. Vanuit dit perspectief mogen we een andere toon aanslaan. Want de hoge toon van het lied van de Opstanding rijst op vanuit de donkere diepte van dood en graf. ’Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan.’    

 

C.A. den Hertog, Leeuwarden

 

Ds. C.A. den Hertog is emeritus predikant van Leeuwarden


Commentaar

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...

  • Ver van ons bed 2024-09-27 17:32:11

    Een korte zoektocht op het internet leert me dat er ooit een programma op de televisie was, dat de...

  • Laatste en eerste 2024-09-14 09:19:44

    Dit is mijn zesenveertigste en laatste commentaar voor dit mooie Kerkblad voor het Noorden. Na...

  • Horrorgezinnen 2024-08-31 08:28:17

    Wat een pijnlijke vertoning op de onlangs gehouden democratische conventie in Chicago. Niet ver...