Veel mensen lopen tijdens de vakantie wel eens een kerk binnen. In het buitenland staan de kerkdeuren een groot deel van de dag uitnodigend open en ben je welkom om binnen te komen. Afhankelijk van de kerk – rooms-katholiek, luthers, Russisch-orthodox – zul je verschillende religieuze voorwerpen of meubelstukken aantreffen. Dat klinkt wat oneerbiedig misschien, want met meubelstukken worden de preekstoel en bijvoorbeeld de biechtstoel bedoeld. Een voorbeeld van een religieus voorwerp is het doopvont. In het merendeel van de kerken vind je deze.
Tijdens onze reis deze zomer bezochten we in de mooie hoofdstad van Estland verschillende kerken, waaronder ook de Heilige-Geestkerk aan de Heilige-Geeststraat. Naast het gebruikelijke interieur staan hier achter een kerkbank een windwijzer en een klok. Zoals de meeste windwijzers en klokken hebben deze ooit óp de toren van deze kerk gestaan, maar de toren van de Heilige-Geestkerk is in 2002 door brand verwoest. Bij de brand is met name de klok zwaar beschadigd geworden en daarmee onbruikbaar geworden. Toch heeft men ervoor gekozen hem samen met de windwijzer een mooi plekje in het kerkgebouw te geven. Maar … je zet een lamp toch ook niet onder de korenmaat? En vrij vertaald: een klok toch niet op de grond? Het intrigeert ons en we vragen ons af wat deze klok ons te zeggen heeft, nu hij nooit meer zal luiden.
In 1524 vond in Tallinn een beeldenstorm plaats en werd de op dat moment de rooms-katholieke kerk geplunderd. In 1525 ging Tallinn officieel over tot het lutheranisme en werd de kerk luthers. Vanaf 1531 werden in de kerk preken in het Estisch gehouden. Voor die tijd werd alleen in het Duits gepreekt.
De klok is gegoten in 1433 door klokkengieter Merten Seifert en is de oudste kerkklok van Tallinn. In de klok is een Nederduitse tekst gegraveerd: ‘ik sla rechte / der maghet als deme knechte / der vrouwen als dem heren / des en kan mi nemant vor keren’ (‘Ik sla net zo goed / voor de meid als voor de knecht / voor de dame als voor de heer / dat kan niemand mij verbieden’).
Deze klok kent geen onderscheid des persoons en luidde vóór zijn val onbelemmerd voor iedereen. Een mooie boodschap voor vroeger en voor nu. Dat mag immers ook onze opdracht zijn. Laat zo je licht dan schijnen en je geluid horen, bij alles wat je doet. Zodat de mensen zeggen: ‘God is goed!’
Nel Noppe, Tzummarum