Tish Warren schreef een nieuw boek: Advent. Een tijd van hoop. Toen ik het oppakte om het wat door te bladeren, bleef ik er meteen in lezen. Wat ze opschrijft pakt meteen, want wat betekent het eigenlijk dat we in de kerk advent vieren?
In een vijftal hoofdstukken bespreekt Warren waar het bij advent om gaat. Ze maakt duidelijk dat er heel wat meer over advent te zeggen valt dan dat we denken aan de donkere dagen voor Kerst. In die donkere dagen wordt in de wereld met alle macht geprobeerd vooral gezelligheid te creëren. Het gaat vaak over het kindje Jezus op een manier die aan wat de Bijbel vertelt voorbijgaat.
Volheid
Warren, die priester is in de Anglicaanse kerk van Noord-Amerika, wijst een andere kant op. Advent zet ons stil bij waar het in het evangelie om gaat, waarbij de eerste zondag van advent de nieuwjaarsdag van de kerk vormt. In het geloof leven we vanuit een andere tijdsrekening dan die we in de wereld om ons heen markeren met oudejaarsdag en nieuwjaarsdag. In de kerk leven we niet bij de chronos (de opeenvolging van de tijd zoals we die ervaren), maar vanuit de kairos. Dat is de volheid van de tijd waarover het evangelie spreekt. Het is de tijd die vervuld is, als Jezus komt. Of, zoals Warren het zegt, het is ‘de tijd van de eeuwigheid’.
Elk jaar worden we in de tijd van advent teruggeroepen naar het ingaan van die tijd van de eeuwigheid. Omdat er in ons leven zoveel is dat ons hart en onze aandacht wegtrekt van de dingen waar het werkelijk om gaat. Daarom is het goed dat de gang van het kerkelijk jaar ons steeds weer wegroept uit ons tijdgebonden moment, om het hele gebeuren dat in de Schrift wordt getekend, in herinnering te roepen. Daar zit iets in van wat Christus Zelf gezegd heeft tegen zijn discipelen toen Hij hen opriep om wat Hij gedaan heeft te gedenken. Gedenken is, leerde ik op de catechisatie, denken aan wat Christus voor jou gedaan heeft en je realiseren wat dat vandaag in jouw leven voor jou betekent.
Inkeer
Warren neemt ons in dit prachtige boek mee langs de verschillende elementen die over advent te zeggen zijn en die stuk voor stuk teruggaan op Bijbelse gegevens en motieven. Om me slechts tot een enkele lijn te beperken: ze maakt duidelijk dat het broodnodig is om je te realiseren waarom Jezus eigenlijk komen moest. Daarbij moeten we letten ‘op de duisternis in de wereld en in ons eigen leven’. Anders ontaardt Kerst ‘met zijn verplichte vrolijkheid en stelligheid dat het de mooiste tijd van het jaar zou zijn, in mierzoet escapisme’. Kerst moet eerst weer vreemd worden voor ons. Dat gebeurt alleen als we ons realiseren ‘dat we een redder nodig hebben’. Daarom roept advent ons op tot inkeer, en welt er verlangen op: o kom, o kom, Immanuël.
Ik pakte het boek op en bleef lezen. Warren wijst ons op Hem die gekomen is, en die in het evangelie waarin wij in het kerkelijk jaar worden meegenomen, naar ons toekomt. Hij wil ons vandaag ontmoeten. En advent roept ons toe ons op Hem te richten. Omdat advent ons richt op Hem in wie de genade ook naar ons toe komt. In advent wachten we daarop. Wij wachten op Hem die gekomen is, en die in het evangelie tot ons komt en die eens in volle glorie komen zal. Ik zou zeggen: neem dit boek zelf ter hand en lees. Van harte aanbevolen.
J. van ’t Spijker, Hoogeveen
N.a.v. Tish Warren, Advent. Een tijd van hoop. KokBoekencentrum: Utrecht 2024, 120 p., € 16,99, ISBN 978 90 435 4048 3.