Diaconale vergaderingen zijn een goede zaak – naast het samen vergaderen met de ouderlingen. Maar wat is er dan zo speciaal aan die vergaderingen?
In vergaderingen van de diaconie kunnen onder andere zaken worden besproken die heel persoonlijk zijn en waarin de privacy van de betrokkenen gegarandeerd moet zijn. Diakenen kunnen daar dan ook ‘diaconaat in stilte’ met elkaar delen, waarbij niet altijd de naam van de betrokkenen hoeft te worden genoemd. Een paar bijzondere voorbeelden uit de praktijk van het onderlinge dienstbetoon.
Privacy
Ik sprak hem zo nu en dan in een ander verband en kreeg de indruk dat er iets loos was. Als hun diaken kende ik het echtpaar wel en wist van de ziekte van zijn vrouw. Die zou langdurig en ingrijpend zijn. Dus toch maar eens op bezoek.
Daar bleek dat de man, die goed was in boekhouden en in al dat soort zaken, heel alert en competent, in huis nog geen kop koffie kon zetten. Laat staan de wasmachine, stofzuiger en magnetron kon bedienen. ‘Om eerlijk te zijn,’ zei hij, ‘ik schaam mij kapot, maar ik kan daar niet mee overweg. Mijn vrouw doet alles in huis, maar nu dat niet meer kan loopt alles hier in de soep. We eten wat patat en rommelen maar wat aan. Kinderen hebben we niet, dus dat helpt ook al niet. Ik dacht dat het voor even was, dan lukt het nog wel, maar het gaat nu vrij lang duren.’
Toen begreep ik waarom het in het altijd nette huis nu zo’n rommeltje was. ‘Zal ik je helpen?’ vroeg ik. ‘Als je het maar stil houdt in de kerk en in de kerkenraad,’ zei hij. ‘Tja, ik vind dat jij je helemaal niet hoeft te schamen,’ zei ik, ‘maar dat maakt niet uit, ik regel wel wat.’ Via de thuiszorg is er toen een keer per dag hulp gekomen en van lieverlee leerden ze hem ook koffie zetten. De maaltijden werden via Tafeltje Dekje besteld. De wijkhulp zette de was aan en hij leerde was ophangen. Daarnaast lukte het op een gegeven moment toch om wat hulp vanuit de gemeente in te schakelen. Prachtig resultaat. De privacy van het diaconaat ten top.
Zondagse jurk
Ze was al oud en woonde in een verzorgingshuis. Ze had eigenlijk niet zoveel besef van de dagen en zo, maar de zondag leefde ze op. Luisteren en meezingen met de kerkdienst vond ze geweldig. Niet dat ze al de liederen echt meezong en kende, maar ze zong zodra de eerste klanken van het orgel klonken. Toch kwam er een kink in de kabel. De verzorging stond onder tijdsdruk en even vertellen dat het zondag was en de kerkomroep aanzetten werd steeds vaker vergeten. ‘Wanneer is het zondag?’ vroeg ze dan bijvoorbeeld op maandag. En op zondag moest je er netjes uitzien. Dat vond ze belangrijk. Teleurstelling alom.
Nu was er in de buurt een echtpaar dat soms bij haar langsging. Van hen hoorde ik van het probleem. ‘Ik kan natuurlijk met de leiding van het verzorgingshuis gaan praten,’ zei ik, ‘maar misschien is er een andere mogelijkheid.’ Het kwam erop neer dat elke zaterdag een van hen bij haar langs ging en even haar zondagse jurk aan de buitenkant van de kleerkast ophing. Met een briefje of de verzorging haar zondagse jurk morgen aan wil doen en vanaf 9.00 uur de kerkomroep wilde aanzetten. En warempel, vanaf dat moment weet de verzorging: op zondag moet ze op tijd klaar zijn voor de kerkdienst en haar mooie jurk aan. Ze heeft er nog bijna een jaar van mogen genieten. Het echtpaar vroeg me met nadruk om dit niet rond te bazuinen, want daar zouden ze zich niet fijn bij voelen. Ze doen dit gewoon en daarmee af. Lief natuurlijk, maar onnodig. Afijn, ook daar is de discretie van het diaconaat voor.
Zwijgplicht
Hem zal ik niet zo gauw vergeten. Hij reed altijd in een prachtige schone auto. Ook zal ik niet vergeten het bewuste eerste telefoontje. Bijna huilend aan de telefoon vroeg hij mij om langs te komen. Door allerlei oorzaken bleek zijn bedrijf zo diep in de schulden te zijn gekomen dat er gesaneerd moest worden. Dus bedrijf weg, huis weg, auto weg, geld weg. En dan nog blijft er een schuld staan. Ik durf niet meer naar de kerk, was zijn eerste reactie. En mag ik zo wel aan het avondmaal? ‘Het financiële gaat mij wat boven de pet,’ zei ik, nadat ik het hele verhaal had gehoord, ‘maar daar hebben we de diaconievergadering voor. Van het avondmaal weet ik zeker dat het er is voor mensen die in Jezus geloven en dat je met al je problemen juist daar aan het juiste adres bent.’ ‘Maar moet de hele diaconie dat allemaal weten,’ vroeg hij? ‘Nee,’ zei ik, ‘hoewel we allemaal wel een zwijgplicht hebben hoor. Ik noem het eerst in algemene zin zonder een naam te noemen en vervolgens overleg ik concreter met de voorzitter en de penningmeester. Daarna kom ik met de penningmeester van de diaconie bij je langs en zetten we samen alles op een rij.’
Toen hij daarmee akkoord was gegaan, is alles verder in gang gezet. Uiteindelijk werden na een traject van een paar jaar in alle stilte de zaken door een klein team geregeld. Daardoor heeft hij de draad weer kunnen oppakken. Hij vertrouwde op het stille werk van de diaconie. Mooi om dan tijdens het avondmaal elkaar begrijpend en bemoedigend in de ogen te kijken.
Zomaar wat voorbeelden uit de praktijk van de diaconie. Naast het zichtbare collectewerk, waarin wij wat terug mogen geven van wat we ontvangen hebben, in geld, tijd of gaven en talenten, is er nog een kant van diaconale werk. De praktijkvoorbeelden hierboven schetsen een belangrijk en breed aspect van het diaconale werk dat in alle stilte gebeurt, maar o zo belangrijk is. Tot slot heel concreet: wilt u bidden voor het stille werk van uw diakenen?
Art van der Molen, Ten Boer