Elders in dit blad hebt u een artikel kunnen lezen van de hand van Pieter Dirk Dekker over rijken en armen. Afgelopen jaar verscheen zijn boek De hemel te rijk.
Dit boek draait onder andere om de vraag: ben ik wel uitverkoren? Een vraag waar de ene christen heel nadrukkelijk mee worstelt, maar die bij een ander nauwelijks gesteld wordt. Toch een zeer wezenlijke vraag. Die vraag komt des te meer op je af als je geconfronteerd wordt met de woorden van Jezus in Lukas 18:24-25: ‘Hoe moeilijk kunnen zij die rijkdommen hebben, het Koninkrijk van God binnengaan. Want het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog van een naald, dan dat een rijke het Koninkrijk van God binnengaat.’
Vragen
Dekker gaat in zijn boek in op het thema van verkiezing en verwerping, met name vanuit bijbelteksten die te maken hebben met rijkdom en armoede. Hij loopt daarbij niet weg voor moeilijke vragen die dichtbij komen. Want wat als je zelf een dak boven je hoofd hebt, een mooie auto, een goede opleiding en goed inkomen, en je je dus nooit zorgen hoeft te maken over je financiën? Zijn het niet juist de armen die door God worden uitverkoren? Zie bijvoorbeeld de lofzang van Maria. En wat betekent het dan in dat licht om rijk te zijn?
Het boek is opgezet in drie delen. In het eerste deel werkt Dekker zijn visie op (uit)verkiezing uit. Hij gaat in gesprek met de Dordtse Leerregels, behandelt verschillende bijbelgedeelten en betrekt daar ook telkens de actualiteit bij. Telkens ook verweven met persoonlijke verhalen uit het alledaagse leven, zodat het betoog voor de lezer dichtbij komt. Er worden terecht kritische vragen gesteld bij het welvaartsevangelie. En er wordt kwetsbaar in de spiegel gekeken: leggen wij als rijke westerlingen de bijbelse woorden over Gods keuze voor de armen niet te snel naast ons neer?
Oproep
In deel twee van het boek stelt de auteur kritische vragen bij zijn nieuwe kijk op verkiezing. Kiest God partij voor de een ten koste van de ander? Hoe zit het met belangrijke thema’s als zonde en genade, als we ons in dit boek voornamelijk kijken door de bril van rijk en arm? En hoe zit het met de vrijheid van God en de vrijheid van de mens? Uiteindelijk betoogt Dekker dat zijn nieuwe kijk overeind blijft, maar tegelijk geeft hij eerlijk aan dat er ook vragen open blijven staan. Hij neemt zo zijn lezer mee in de belangrijke zoektocht naar vragen rondom persoonlijke verlossing en onze omgang met gekregen rijkdommen. Hieruit volgt een pleidooi om onderscheidend te (s)preken. Er klinkt dan ook een tweeërlei oproep: de arme mag zich getroost weten door Gods keuze voor hem of haar, terwijl voor de rijke vooral het appel tot navolging van die keuze klinkt.
In het derde deel komt het boek tot een afronding. Er wordt gezocht naar een hoopgevend perspectief en naar praktische tools om op een goede wijze om te gaan met geld en goed. De bijbelverhalen over de rijke jongeling en Zacheüs (Lukas 18 en 19) bepalen ons er bij dat het niet gemakkelijk is om afstand te doen van aardse rijkdom. Toch vraagt de Here ons om te leven in lijn met zijn keuze voor de armen, om een leven naar en vanuit het Koninkrijk van recht, barmhartigheid en trouw. Dit wordt verder ingekleurd aan de hand van Paulus’ oproep tot het geven van geld in zijn tweede brief aan de Korinthiërs. Tot slot wordt een christocentrisch antwoord gegeven op de vraag: waar vind je vaste grond in dit onzekere bestaan? Kijk naar Jezus Christus, volg Hem.
Balans
Het boek laat zich gemakkelijk lezen. Er is een goede balans tussen het stellen van relevante vragen, uitleg van Bijbelteksten, actuele gebeurtenissen, en een persoonlijke inkleuring. De opbouw van het boek is helder, de thematiek belangrijk. Ook al komt niet op alle vragen een antwoord, de gegeven inzichten laten de lezer nadenken over Gods verkiezing, en onze omgang met rijkdom en armoede. Om te eindigen met de woorden waar dit boek mee begint: ‘De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’
Sjors Bulten, Nieuwe Pekela
N.a.v. Pieter Dirk Dekker, De hemel te rijk. Een nieuwe kijk op uitverkiezing. KokBoekencentrum: Utrecht, 2024, 221 p., €17,99, ISBN 978 90 4353 898 5.