De classis Zwolle vergaderde op 16 oktober te Lelystad en op 20 november 2024 te Urk, opnieuw in afgeschaalde vorm, maar in een goede onderlinge sfeer.
Op 16 oktober werd een verzoek van de kerk van Zwolle behandeld om te onderzoeken of aan br. Gert Knijnenberg volgens art. 3.1 K.O. toestemming verleend kan worden tot het spreken van een stichtelijk woord in de kerk van Zwolle. De classis besloot, vanwege de nood in de kerk van Zwolle, unaniem om een onderzoek in te stellen. Dit onderzoek vond vervolgens plaats op 20 november in een voorgezette vergadering. De uitkomst was positief. Zowel de kerk van Zwolle als ook br. Knijnenberg werden hartelijk gefeliciteerd met deze mooie uitkomst.
Naar aanleiding van het verzoek van Zwolle ontspon zich in de vergadering van 16 oktober een discussie over wat in art. 3.1 K.O. verstaan wordt onder ‘de nood der kerken’. Is de nood van Zwolle ook ‘de nood der kerken’? Gevraagd werd of het eigenlijk wel terecht is dat ‘de nood der kerken’ ook in art. 3.1 K.O. staat. Vroeger stond dat alleen in 3.2 K.O. Deze vraag klemt temeer, omdat het werk van br. Knijnenberg naast datgene waar hem nu toestemming voor verleend werd, zal bestaan uit missionair werk. Hij zal geen rouw- en trouwdiensten leiden, de sacramenten niet bedienen en ook geen pastoraal te bearbeiden wijk krijgen. Kennen we deze figuur eigenlijk wel in de Christelijke Gereformeerde Kerken? Br. Knijnenberg kan geen evangelist genoemd worden, omdat Zwolle in de strikte zin van het woord geen zendingsgemeente is. Geconstateerd werd dat er in de Christelijke Gereformeerde Kerken een gat zit tussen de predikant en de kerkelijk werker (die geen preekbevoegdheid heeft). Besloten werd om als classis een instructie in te dienen bij de generale synode met de vraag om hier verder over na te denken.
In de vergadering van 16 oktober werd ook afscheid genomen van ds. A. Hakvoort vanwege zijn aanstaande vertrek naar de kerk van Amersfoort. Er werd waardering uitgesproken voor zijn actieve betrokkenheid bij de classis gedurende vele jaren.
De classis vergaderde ook meerdere ogenblikken in comité.
H.K. Sok, scriba.