Leven in Ha?ti
MCC/Micha Campagne
Sinds april 2008 ben ik werkzaam in Port-au-Prince, de hoofdstad van Ha?ti. Hier ben ik door Mennonite Central Committee (MCC), een Canadees/Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie, uitgezonden naar de Micha Campagne. We mobiliseren christenen/kerken om hun verantwoordelijkheid te nemen en zich in te zetten voor het behalen van de millenniumdoelen. MCC is in Ha?ti onder andere werkzaam op het gebied van mensenrechten en herbebossing. Ook wordt er een waterproject gesteund. Ergens in de maand mei gaan we dat project bezoeken. Tegelijk bezoeken we woningen die zijn herbouwd met giften vanuit de christelijke gereformeerde kerken in Nederland, nadat er vorig jaar 4 orkanen over Ha?ti zijn geraasd en vele bestaanswijzen en infrastructuur zijn vernield.
Wonen
Onze eerste bestemming is Jean Rabel, in het Noordwesten, 8 uur rijden vanaf Port-au-Prince. Ha?ti is een klein land, afstanden zijn kort, maar reizen duurt lang vanwege de slechte wegen. De maand mei is regenseizoen. De regen verandert de weg voor ons in grote modderbaden, waar de auto doorheen glibbert en glijdt. We arriveren veilig en wel in Jean Rabel, waar we na een ontbijt van spaghetti de volgende dag in gesprek gaan met mensen die materialen voor de herbouw van hun woningen hebben ontvangen. Ook bezoeken we enkele van de woningen, voor zover bereikbaar in de regen. Een 5 jarig meisje loopt met ons mee, haar haren vol gekleurde kralen. Een wees. We vervolgen onze tocht naar La Montay. Daar is een voetbalwedstrijd gaande ter ere van vlaggendag. Voetbal is in Ha?ti net zo populair als in Nederland. Het Nederlandse elftal is bij de gemiddelde Ha?tiaan beter bekend dan bij mij.
In La Montay zijn we te gast bij een docent. Kookgelegenheden, douches en toiletten zijn op het platteland veelal gescheiden van de woning. Zo ook hier. Een latrine staat op een afstand, een half open houten bouwsel dient als kookgelegenheid, een douche ontbreekt. Enkel een teil water onder de sterrenlucht. Bij het licht van een olielamp zitten we ?s avonds bijeen, voordat we naar onze harde bedden gaan van hout en stromatras.
Wilskracht
De volgende dag beginnen we met een samenzijn van de gezinnen die hulp aan hun woning hebben ontvangen. De stemming is opperbest. Christenen en voodoo aanhangers zingen samen tot Gods eer, tot groot vermaak van de aanwezigen nog wel op voorspraak van een van de voodoo aanhangers. Ze vertellen hoe hun levensomstandigheden zijn verbeterd, hoe ze nu een stevige woning hebben waarin ze in tijden van orkanen beschutting aan mensen kunnen bieden. Een veilig thuis. We bezoeken een aantal woningen en zijn blij verrast te zien dat lemen woningen met strodaken zijn vervangen door stenen huizen met een stevige fundering en een golfplaten dak. Een bemoedigend en hoopgevend bezoek. De mentaliteit van de inwoners is bewonderenswaardig. Met de weinige middelen die ze hebben, werken ze aan de ontwikkeling van hun zone. Eigen initiatieven, wilskracht, dankbaarheid, elkaar steunen, delen, samen sterk staan. Overal wordt gelachen en kan er wel een geintje vanaf. Wat een levensvreugde. Het leven is desondanks niet eenvoudig. Geen geld voor school, slechte kwaliteit onderwijs wegens gebrek aan scholing van docenten, geen elektriciteit, water enkel beschikbaar door het opvangen van regenwater of in een rivier een eind lopen verderop, geen gezondheidszorg, geen transport, een slechte weg, gebrek aan hygi?ne, kinderen die naakt rondlopen in het stof. Nee, geen eenvoudig leven.
Land van bergen
We zeggen de mensen in La Montay gedag en rijden naar een gebied buiten Gros Morne, zo?n 6 uur rijden. De modderwegen spelen ons weer parten en maken de tocht bijna onmogelijk. Uiteindelijk is het al donker en laat als we aankomen. Het laatste stuk leggen we te voet af. Een rivier oversteken, van steen tot steen springend. We logeren bij een gezin dat heel gastvrij hun kleine woning met ons deelt. De volgende ochtend om vijf uur zijn we alweer op de been. In alle vroegte een berg beklimmen om een coöperatief en waterbronnen te bezoeken. We beklimmen zowel te voet als per auto in 1 week tijd weer genoeg bergen om te beseffen dat het land Ha?ti haar naam eer aan doet; land van bergen. Op de bergtop liggen de moestuinen van de mensen uit de zone. Onze gastheer en vrouw begeleiden ons met hun ezel. Er is behoefte aan het bouwen van wateropslagtanken bij de natuurlijke waterbronnen, zodat het water opgevangen kan worden. Nu is het enkel een waterstroom uit de rotswand dat zowel voor drinkwater als voor andere doeleinden wordt gebruikt. Zoveel behoeften, zoveel nood.
Levenswater
We vervolgen onze reis naar het Noordoosten, wat opnieuw een dag rijden betekent. De laatste paar uren van de rit komen we geen enkele auto tegen. Onze bestemming is Bois-de-Laurence, een dorp zonder infrastructuur of voorzieningen, net als La Montay. Een auto is een bezienswaardigheid. We zijn opnieuw te gast bij een gezin. Een lemen woning, waarvan de muur afbrokkelt. Een kookgelegenheid in een afzonderlijk bouwsel en ook hier een latrine en ?douchegelegenheid? buiten. Een boom naast de woning is heel inventief omgetoverd tot een hefboom om sap uit suikerriet te persen. Laat op de middag krijgen we een lunch/diner bestaande uit rijst met bonen en gebakken plataan. We gaan in gesprek met de net opgerichte plaatselijke associatie die zich inzet voor de ontwikkeling van hun gebied. Dat is echte ontwikkeling; eigen initiatief tot actie. We bezoeken enkele waterbronnen waar wateropslagtanken zijn gebouwd. Bronnen van schoon drinkwater; een basisbehoefte. Kinderen in smoezelige kleren lopen blootsvoets met watertankjes van en naar de bronnen.
Water. Levenswater. Leven is overleven. Delen, ontvangen en geven. Leven in Ha?ti.
Margot de Greef