De Generatie Einstein III
Echtheid
Wat moeten we als kerk met de manier, waarop de Einsteiners (en allen na hen) hun leven bouwen? Niemand zal ontkennen, dat de kerk de taak heeft in woord en daad lichaam van Christus Jezus in de tijd te zijn. Opdat mensen geloven in de liefde van God en door het geloof behouden worden. Een eerste vereiste is dan wel, dat de kerk ?echt? is. Dat betekent, dat de kerk aan alle kanten uitstraalt geheel en al en onvoorwaardelijk te geloven wat of in Wie ze zegt te geloven. Maar wat moeten we doen om dat uit te stralen? En hier zit een heel lastig punt. Als wij gaan bepalen op welke manier echtheid blijkt is er weer een vorm geboren, die binnen de kortst mogelijk tijd weer een lege huls is. Toch doe ik een poging.
De kerk ? dat zijn u en ik natuurlijk. De kerk, dat zijn de dominees, kerkenraden, jeugdgroepen, organisten en vrouwenverenigingen. Wij hebben de Einsteiners in ons midden, niet alleen nu voor een paar jaar, maar zij zouden de kerk van morgen moeten zijn. Maar hoe leren we ze dat als we niet op hun niveau en hun manier kunnen communiceren? En hier begint de bekering van de kerk. Dominees dienen niet alleen aangeleerd te krijgen wat de tradities van de kerk zijn en inhouden, maar ze dienen ook binnenstebuiten te worden gekeerd op de vraag of en zo ja wat of in wie ze ?echt? geloven, ?eigenlijk? geloven. Want wat je ?echt? gelooft komt er in je woorden en daden uit. En dat binnenstebuiten keren moet niet worden gedaan door collega-ambtsdragers. Die zijn namelijk gespecialiseerd in de inhoud van de boodschap en we gaan er van uit, dat daar na eeuwen denken en geloven wel duidelijke contouren van zijn. Nee, ze dienen binnenstebuiten te worden gekeerd door gedragsdeskundigen, psychotherapeuten, theaterdeskundigen en communicatiecoaches. Deze deskundigen kunnen uiteraard niet bepalen of het waar is wat je gelooft. De Geest gaat zijn eigen weg, wij horen, maar weten niet. Het is niet aan bovenstaande deskundigen te bepalen of de betrokken predikanten ook werkelijk in de Geest leven en naar de mening van de Geest spreken. Zij kunnen dat niet beoordelen. Zij kunnen ook niet bepalen of de boodschap bijbelgetrouw, dogmatisch verantwoord en kerkelijk gelegitimeerd is. Maar ze kunnen wel helpen bepalen of je het zelf ook echt gelooft. Het zou een goed ding zijn als de leidinggevende mensen in de kerk zich zouden laten screenen op die vraag. Dat vraagt durf. Uiteraard. Maar het vraagt ook geloof en overgave. Want daar begint het contact met de ander, bij de eigen inkeer en bekering tot God en elkaar. Maar kunnen mensen dat aan? Laat ik het omdraaien: Als je het niet aan kunt is het dan ook niet beter om geen leidinggevende te zijn en tegelijkertijd te hopen, dat je de Einsteiner aan kunt spreken.
Christus en dien gekruisigd
Daarnaast dienen alle leden van de kerk (zeker de belijdende leden) bereid te zijn om alles bespreekbaar te maken, ter discussie te stellen en te bevragen. Alles moet worden onderzocht en geprobeerd. Of met een bijbelwoord: ?Onderzoek alles, behoud het goede.? Ik weet het, het is de NBV, maar dat lijkt nu nog de enige vertaling van de bijbel, waar de tieners wat mee kunnen. Geen enkel heilig huisje mag dus worden voorbij gelopen zonder er flink aan te hebben geschud. Dat klinkt angstaanjagend en revolutionair, maar schijn bedriegt ook hier en de Einsteiner prikt daar echt doorheen. Indien immers Hij, in Wie wij geloven, de zijnen in Waarheid vasthoudt dan is deze uitdaging niet angstaanjagend revolutionair, maar juist een schitterende pelgrimstocht met achter elke bocht een nieuw landschap! Wat de uitkomst zal zijn? Ik zou zelf niets anders weten dan Christus en dien gekruisigd, want dat is de liefde van God. Welk lied we zullen zingen met welk instrument? Wat voor pak de dominee zal dragen en of er twee diensten zijn op een zondag? Ik zou geen ander antwoord weten dan Christus en dien gekruisigd en dat antwoord zal ik de ene keer geven met een psalm, dan met een prachtige gitaarsolo, de derde keer in een motorpak, de vierde keer in een verootmoedigingsgebed en de vijfde keer in stilte en meditatie. Maar de Geest geve, dat het altijd echt zal zijn.
Dynamisch
En daarmee denk ik de vraag van de redactie te hebben beantwoord. Wat was die vraag ook al weer? Wat moeten wij als kerk met de Generatie Einstein? Het antwoord is in de eerste plaats: Wees echt! Laat je daarin sturen door mensen, die je kunnen helpen door onechtheid heen te prikken. Het zal een zeer ontdekkend proces zijn, maar mijns inziens de enige weg om de Einsteiners en die na hen komen te benaderen. Wees niet bang, want de HERE is getrouw. En daarbij zijn natuurlijk die Einsteiners, die overblijven in de kerk, de ambtsdragers van morgen en zullen ze deze vragen aan de orde gaan stellen. Het antwoord is in de tweede plaats: Uit echtheid volgt vorm. Die vorm is echter niet statisch, maar dynamisch. Dat wil zeggen, dat de vorm per plaats en tijd anders zal zijn, steeds zal veranderen en zich steeds aan de inhoud zal aanpassen. Het is als het lichaam van een mens, dat zich steeds vernieuwt en zich in vorm aanpast aan de tijd, die de mens op aarde is. Het blijft een herkenbaar lichaam en toch zie je steeds een nieuwe leeftijd. Bij dynamiek als vorm wordt een gevaar geboren. Ook dynamiek kan een lege vorm worden. Dan moet het altijd weer anders dan de vorige keer. De vorm moet dus altijd voort blijven komen uit de geloofsinhoud van dat moment.
Moeten we nu met de Einsteiners in de kerk anders omgaan dan met andere mensen en generaties? Nee, de mens is en blijft mens. Maar dat antwoord kan ik alleen maar geven als we bereid zijn om de weg naar binnen, naar God en naar elkaar steeds opnieuw te gaan. Aan die bereidheid schort het nogal eens in de kerk om reden van het feit, dat breed wordt aangenomen, dat de gebruikte vormen de juiste vormen zijn. Het bekende krijgt in de kerk een zekere goddelijke sanctionering terwijl we eigenlijk bedoelen, dat we het bekende kennen en dat ons dat veiligheid biedt. Met velen voor mij zou ik in dit verband willen roepen: Ecclesia Reformata semper reformanda, een gereformeerde kerk reformeert zich altijd.
Noordscheschut
P. van Dolderen