Arthur Meijerink gaat samen met zijn dementerende vrouw op vakantie. In een hotel en begeleid door vrijwilligers en verzorgenden. De tijd van de ‘goede dagen’ is voorbij. Een kleine gebeurtenis tijdens deze vakantie ontregelt het leven van Arthur. Herinneringen aan vroeger raken vermengd met het heden. Er zijn herinneringen aan dingen die verzwegen zijn en aan pijnlijke gebeurtenissen. Er zijn mooie herinneringen. Dwars daar doorheen spelen zijn gemengde gevoelens ten aanzien van zijn demente vrouw. En met het geloof wil het allemaal ook niet zo. Daarnaast speelt dat Arthur zelf ook wat minder helder aan het worden is. De ‘goede dagen’ van weleer blijken in de loop van het boek veel schrijnends te bevatten. Om dit boek dan desondanks ‘Goede dagen’ te noemen lijkt mij bijna een geloofsuitspraak. En wie het boek gelezen heeft, begrijpt dat waarschijnlijk ook nog wel.

In de serie ‘christen en beroep’ maken we portretten van mensen die iets vertellen over wat hen beweegt in hun werk en welke rol geloof daarin speelt. Vandaag Ide en Abelien de Boer uit Uithuizen. Al dertig jaar runnen ze samen een bakkerij.

Kerst in de bakkerij

Het zonnetje schijnt als we naar Uithuizen rijden, waar Ide en Abelien de Boer wonen. Ze zullen ons iets vertellen over het werk in hun bakkerij, met name over de tijd rond de kerstdagen. Maar voordat ze hiermee beginnen is er koffie of thee met natuurlijk iets lekkers erbij.

Dertig jaar geleden hebben Ide (70) en Abelien (69) de bakkerij in Uithuizen overgenomen. Daarvoor heeft Ide zeventien jaar bij V&D gewerkt, onder andere als bakker. Maar een eigen zaak bleef trekken. Ze kregen van hun accountant een tip dat er een bakkerij in Uithuizen te koop stond. ‘Ik wist niet eens waar Uithuizen lag’, vertelt Ide. ‘We zijn er verschillende keren gaan kijken, ook samen met de kinderen, en hebben uiteindelijk de knoop doorgehakt. Er moest een heleboel aan het pand gedaan worden, ook op het gebied van de hygiëne. We hebben dit, in overleg met de Keuringsdienst van Waren, in fases kunnen doen. Veel hebben we zelf gedaan, gelukkig ben ik erg handig. Na een paar jaar hadden we het zoals we het wilden hebben.’

Mevrouw Riek Stoppels (88) staat al op ons te wachten als we op de vierde etage uit de lift stappen.

Ze woont, met wat hulp, nog zelfstandig in een mooi appartement in de Wilhelminaheem in Delfzijl. ‘Ik woon hier met plezier’, vertelt ze. ‘De mensen zijn hier allemaal zo vriendelijk en behulpzaam. Ik heb niets te klagen.’ 

We hadden afgesproken dat we met haar over Kerst zouden komen praten. Over hoe zij Kerst beleefde in haar jeugd, tijdens haar huwelijk en nu.

Ze begint al gelijk te vertellen: ‘Ik ben geboren in Hellum. We waren met negen kinderen en het was bij ons thuis geen vetpot. ’s Zondags gingen we naar de kerk in Siddeburen. Dat was een half uur lopen, maar we gingen twee keer per zondag. Met Kerst waren er drie diensten, op de Eerste Kerstdag twee en op de Tweede Kerstdag één. Dat waren eigenlijk gewone diensten. Er werden, op het "Ere zij God" na, geen kerstliederen gezongen. Op Tweede Kerstdag soms nog "Stille nacht". Daar genoot ik altijd erg van, want ik houd ervan om mooie liederen te zingen. Een kerstboom was er niet, ook niet op school of thuis. Dat mocht niet, dat was heidens.

Dit is de laatste uit de serie levensbeschrijvingen van vrouwen die genoemd worden in het geslachtsregister van Jezus. Deze levensbeschrijvingen zijn met toestemming overgenomen uit de Vrouwenbijbel, © 2016 Royal Jongbloed, Heerenveen. De serie loopt parallel aan de kindernevendienstmethode ‘Vertel Het Maar’.

 

Maria, de moeder van Jezus

Maria is een jonge, Joodse vrouw, eenvoudig en nederig. Maria denkt klein van zichzelf maar groot van God, Die naar haar heeft omgekeken en een wonder heeft verricht: ze zal moeder worden van Gods Zoon. Dat wonder brengt haar in verwarring.

Mijn kleinzoon stopt met huilen en kijkt me met pientere oogjes aan. Ik drink de details van zijn gezicht in. De dikke bos haar, het kleine mondje en fijne neusje, het witte smeer dat nog in zijn oorschelpen zit. Zijn ogen zo donker dat ze zwart lijken. Ik schrik. Ver weg hoor ik metaal langs steen knarsen. Die ogen hebben me eerder aangekeken.

De stem van mijn dochter verjaagt de beelden in mijn hoofd: ‘Mag ik hem?’

Ik draai me om, mijn hart klopt in mijn keel. Voorzichtig leg ik het bundeltje in haar uitgestoken armen. Ik probeer me te concentreren op mijn dochter. Haar mond beweegt, maar ik hoor geen woorden. De haartjes op mijn armen staan rechtovereind. Ik hoor geschreeuw en gekrijs waarvan ik diep vanbinnen koud word. Dan voel ik de warme hand van mijn dochter op mijn arm. Ik voel de koude lucht van de nacht, die langs mijn hals strijkt. Ik voel de koele stenen onder mijn voeten. Ik land weer.

‘Mama, help je me?’

Commentaar

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...