Op de kerkdienst volgde een bijbelstudie. Zo gaat dat in Indonesië als een oud-zendeling op bezoek komt. Ook op andere momenten is er honger naar het Woord. Wanneer de Bijbel opengaat ziet men niet op een kwartier en zelfs niet op een uur. Luisteren naar het Woord kent geen tijd. Op een gegeven moment moest ds. H. P. Brandsma, die een kerkdienst leidde en ook de bijbelstudie die direct daarop volgde, toegeven dat hij graag tot een afronding wilde komen. Als verklaring daarvan gaf hij aan dat hij een dagje ouder werd. De oud-zendeling is inmiddels 81 jaar, maar bezoekt nog regelmatig het gebied waar hij van 1967 tot 1976 heeft mogen werken, het Toradja-land op het eiland Sulawesi, ook wel Celebes genoemd.
Tijdens de zendingsdag van de classis Leeuwarden op zaterdag 2 november in Drachten vertelde ds. Brandsma in een workshop hoe het Woord van God nog steeds wordt doorgegeven in het Toradja-land. Dat gebeurt onder meer intern binnen de kerk, zo vertelde hij. Ouderen geven het Woord door aan jongeren. Voorgangers en ouderlingen rusten de gemeenten toe. Daarin zien we dat de Here het werk heeft gezegend dat daar in 1927 door ds. A. Bikker is begonnen en met de komst van ds. M. Geleynse in 1931 versterkt werd doorgezet. Het Woord wordt doorgegeven in kerkdiensten, tijdens bijbelstudies en op christelijke feestdagen. Tijdens deze feestdagen komen doorgaans verscheidene gemeenten samen. Dan wordt er samen gezongen. Koren laten van zich horen. Jongeren geven een bijdrage. De Bijbel gaat open. Tussendoor wordt er met elkaar gegeten. Het feest gaat door tot soms wel drie uur in de nacht.
Het Woord wordt ook doorgegeven aan mensen die de oude heidense godsdienst aanhangen en voor wie voorouderverering een belangrijk issue is. Maar het evangelie staat daar haaks op. Telt in de animistische godsdienst het aantal karbouwen (waterbuffels) en varkens dat wordt geslacht bij de uitvaartplechtigheid, het evangelie spreekt over de arme Lazarus die zalig wordt.
Daarnaast kent Indonesië een moslimbevolking. Het land heeft het grootste aantal moslims ter wereld. In onze westerse samenleving is zo langzamerhand een vijandbeeld opgebouwd. Maar ds. Brandsma vertelde dat hij nooit vijandschap heeft ondervonden van de moslims in Indonesië. Hij sprak daarentegen wel over hun gastvrijheid. Tijdens een rondreis kregen hij en de zijnen midden in de nacht autopech. Maar ze konden rekenen op de gastvrijheid van de bewoners van het huis waar ze aanklopten.
Een van de mogelijkheden om het Woord door te geven is aanknopen bij wat mensen bezighoudt. Eigen aan de moslimreligie is de onzekerheid. De islam is een zelfverlossingsgodsdienst. Als mens moet je jezelf verlossen. Je moet ervoor zorgen dat je goede daden zwaarder wegen dan je slechte. Velen leven daardoor in onzekerheid. Wat gebeurt er wanneer op het einde van het leven de weegschaal toch de verkeerde kant op slaat? Op zo'n moment mag echter het evangelie oplichten. Christus Jezus heeft voor ons de schuld betaald. Onze zonden worden ons niet toegerekend. Wie in Christus is, heeft vergeving van zonden ontvangen en het eeuwig leven.
Dit doorgeven van het evangelie is niet altijd even gemakkelijk, soms zelfs heel moeilijk. Dat bleek ook uit wat ds. J. C. Wessels en A. Dingemanse vertelden in hun workshops tijdens deze zendingsdag. Evangelisten en missionaire werkers hebben onze bemoediging, ons gebed en meeleven meer dan nodig. Daarvoor is een zendingsdag een uitstekend middel. De dag is bedoeld voor het werk in het veld, ter ondersteuning. Ook voor ons, ter bemoediging en versterking van de blijdschap over de grote daden van de Here. Het was een mooie zendingsdag in Drachten.
Feanwâlden
D. J. Steensma