Opnieuw klonk in de pers de oproep om op 4 mei in de kerkdiensten psalm 43 te zingen. Psalm 43 is nauw verbonden met het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 13 maart 1943 vond de eerst grote fusillade plaats. Achttien mensen werden gewetenloos neergeschoten. Vijftien van hen hoorden bij de Vlaardingse verzetsgroep ‘De Geuzen’, de drie anderen waren Februaristakers. Naar aanleiding van deze gebeurtenis maakte Jan Campert het beroemde gedicht: ‘De achttien doden’. Minder bekend is dat de ter doodveroordeelden op weg naar de fusilladeplaats Psalm 43 zongen. ‘Dan ga ik op tot Gods altaren’. Volgens ooggetuigen zongen ze het eerste en het vierde vers.
Toen ik in Amsterdam woonde heb ik een aantal jaren de dodenherdenking op De Dam meegemaakt. Indrukwekkend. De koperblazers speelden toen nog liederen van Valerius. ‘Wilt heden nu treden’ en ‘Gelukkig is het land’. Dat is lang geleden. Nu klinkt er moderne, speciaal voor de gelegenheid gecomponeerde muziek. Muziek die niet het hart weet te raken. Tegenwoordig woon ik de herdenking bij in mijn woonplaats Urk. Daar worden gelukkig nog liederen en psalmen ten gehore gebracht. Twee keer heb ik de herdenking bijgewoond in de Hollandse Schouwburg in Amsterdam. Het is de plek waar Joodse burgers bijeen werden gebracht voor vertrek naar Westerbork en verder. Ik herinner me een dichtregel van een jong meisje: ‘Als deze muren konden spreken, zouden wij allemaal zwijgen’.
Ook dit jaar is er weer discussie over de reikwijdte en de inhoud van de herdenking. Er is een neiging om de herdenking telkens breder te trekken. Zo breed dat niemand er meer door aangeraakt wordt. Anderen willen dat we gewoon de slachtoffers van het nazigeweld blijven herdenken. Dat lijkt ook mij het meest respectvol. Ook volgende generaties moeten weten dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Veel kleine en grote helden hebben ons inspirerende voorbeelden nagelaten. Er is heel veel reden om te blijven herdenken. En er is heel veel reden om psalm 43 te blijven zingen: ‘Geduchte God, hoor mijn gebeden, strijd voor mijn recht en maak mij vrij…’. ‘Opdat mijn ziel Uw naam belij’ en U geheiligd zij.’
Krijn de Jong, Urk