Op 18 april 2014 zette onze zoon het volgende berichtje op Facebook: “Vandaag is het 6 jaar geleden dat we twee collega’s verloren in Afghanistan. Jullie zullen nooit vergeten worden. R.I.P, brothers in arms.”
Bij deze aanslag zijn ook nog twee militairen zwaargewond geraakt.
Een dag later vroeg ik of hij nog contact had gehad met zijn vrienden. Ja, met een paar wel. Ze hebben sowieso veel contact onderling. Onze zoon hoorde dat zijn buddy nu na jaren last heeft gekregen van PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom). Hij was er van geschrokken. Ook dat kan gebeuren.
Wij hier thuis beleefden die dagen van 2008 ook weer opnieuw. Zelf hadden wij het bericht over de aanslag nog niet op het nieuws gehoord. De familie belde ons om te vragen of we al iets hadden gehoord. Onze zoon was buiten de poort toen het incident plaatsvond. Als er iets met de militairen gebeurt, brengt Defensie de familie altijd eerst op de hoogte voor het via het nieuws naar buiten komt. Dus we wisten dat er met onze zoon niets was gebeurd. Maar toch ben je geschokt en de angst en onzekerheid is groot. De volgende dag belde hij. Overstuur, verdrietig en ook boos. De dag daarna – zondag - hebben we samen met de gemeente gebeden voor de al de betrokkenen.
Onze zoon was toen nog maar een paar weken in Afghanistan. We hadden nog maanden te gaan. Maanden van spanning. Dankbaar waren we toen we hem weer heelhuids in onze armen konden sluiten.
Het is weer 4 en 5 mei.
In 1944 hebben duizenden manschappen zich gegeven voor onze vrijheid. Ik denk aan al die ouders die met angst en beven hun kinderen de oorlog zagen ingaan. Jaren van spanning. Sommigen kwamen nooit terug. Anderen waren gewond geraakt en weer anderen waren vermist. Ze deden het voor ons.
En wij zijn nu al 69 jaar vrij.
Die vrijheid is kostbaar. Het heeft veel gekost.
Zijn wij die offers wel waard?
Sta er maar bij stil deze dagen.
Dat is het toch wel waard?
Aurelia Jonkman, Dronten