Waer werd oprechter trouw
Dan tusschen man en vrouw
Ter weereld oit gevonden?
Twee zielen gloende aen een gesmeed,
Of vast geschakelt en verbonden
In lief en leedt.
Dit fragment van Joost van den Vondel, uit de Gijsbrecht van Aemstel, zegt wel iets heel anders dan wat een poosje geleden de kranten haalde: ‘Trouwbelofte op de helling in Italië’. Volgens de indiener van dit wetsvoorstel is het niet meer van deze tijd om elkaar trouw te beloven. Een belofte van trouw komt niet meer overeen met de hedendaagse praktijk van het huwelijk. De algemene gedachte is die van een burgerlijk partnerschap met seksuele vrijheid binnen het huwelijk. Overspel kan geen reden meer zijn om een vraag tot scheiding in te willigen. Bovendien kan bij de huidige wet de ontrouwe partner bij een scheiding een groter deel van de schuld aangerekend worden, wat financiële consequenties kan hebben. Tot zover Italië.
Is het in Nederland beter? Veel mensen vinden dat het niet mogelijk is elkaar levenslange trouw te beloven. Je weet toch niet wat je over een poosje voelt voor je man of voor je vrouw? En als ik het niet leuk meer vind, dan stop ik ermee, zoek ik een ander. Of we spreken af dat we elkaar vrijlaten wat betreft seks buiten het huwelijk.
Maar kan een huwelijk zonder trouw? In de kerk beloven bruid en bruidegom elkaar trouw: ‘Ik zal heilig met je leven, je nooit verlaten, maar je trouw blijven in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in gezondheid en ziekte, totdat Christus terugkomt of de dood ons zal scheiden.’
Ook als je niet in de kerk trouwt, maar ‘alleen maar’ voor de burgerlijke stand, zijn ‘echtgenoten elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Zij zijn verplicht elkander het nodige te verschaffen.’
Niet voor niets gaan mensen ‘trouw’en. Trouw is de basis van een huwelijk. En gelukkig, in veel huwelijken, binnen en buiten de kerk, zijn man en vrouw trouw aan elkaar. Maar langzamerhand komt er een tweedeling tussen christenen en de ‘wereld’. ‘Christenen zijn een soort exoten geworden, waar je documentaires over kunt maken’, las ik pas. Zo komen de woorden van Efeziërs 4 (NBG ‘51) heel dichtbij: Gij geheel anders…
Janneke van der Molen, Bierum