Sinds een paar weken laat ik de oudste catechisatiegroep zelf de avonden voorbereiden. Ze waren het niet helemaal eens met mijn planning en onderwerpen en toen heb ik ze zelf maar medeverantwoordelijk gemaakt. Nadat ik al een heel aantal onderwerpen had voorbereid, gaf ik ze de ruimte om zelf iets te gaan voorbereiden. Er waren gelukkig genoeg catechisanten die iets wilden doen en dat levert mooie avonden op. Grootste voordeel is dat de catechisanten sneller met elkaar in gesprek gaan. Dat is boeiend om te volgen.
Een groepje had een artikel over chips gevonden die je kunt laten aanbrengen onder de huid van je rechterhand. In Zweden is dat een behoorlijke rage, het wordt bio-hacking genoemd: je lichaam uitrusten met technologie. We spraken met elkaar over de tekst uit Openbaring 13,16-17 over het teken van het beest op het voorhoofd of op de rechterhand. Ondanks hun interesse in de technologie vond de meerderheid dit in het licht van de Bijbeltekst wel schokkend.
De eindtijd – er is van alles over te zeggen en de meningen lopen zozeer uiteen, dat ik me er in een commentaar niet zomaar aan waag. Maar wat me opvalt is dat er de laatste tijd wel veel gebeurt. Het weer maakt dat klimaatverandering en de invloed ervan op ons leven toch niet meer te ontkennen is. Corona is een hype en niemand weet precies hoe en wat, maar het houdt iedereen bezig. En dan vergeten we voor het gemak graag de oorlogen die nog steeds woeden in de wereld en de vluchtelingen die nog steeds in erbarmelijke omstandigheden in kampen afwachten….
Het zijn wat mij betreft tekenen van de eindtijd. Steeds meer, maar vooral steeds indringender worden de tekorten van deze wereld en de gevolgen van de zonde zichtbaar. En wat moeten we ermee? Scherp zijn. Dat was ook het doel van de catechisanten die over bio-hacking wilden spreken. Bewust zijn, opletten. Een chip hoeft niet direct het teken van het beest te zijn om er wel kritisch naar te kijken en alert te blijven.
Want we leven in het einde van de tijd. En dan wordt de aarde er niet mooier op…. Dat is wat we verwachten en waar we naar uitzien. En waar we om mogen bidden.
Wouter Moolhuizen, Hoogeveen