Zondag is het Pasen: 'Jezus leeft en ik met Hem.' Sterven is voor wie gelooft, een doorgang naar het echte leven! Hoezo zou je moeite hebben het aardse bestaan los te laten? Wie verlangt niet naar écht leven? Zo deed ook Paulus. Hij verlangde daarnaar. Bij Christus zijn die ook voor hém de weg van passie, diepste nood en dood had volbracht. Dat achtte hij het allerbeste.
Toch wilde Paulus tegelijkertijd nog wel een tijdje op aarde blijven. Nee, niet voor zichzelf. Hij zat niet met huid en haar vast aan het aardse bestaan. Maar hij wilde dat omwille van de gemeenten waarvoor hij zorg droeg.
Blijkbaar is dienst aan de naaste beslissend. Beslissend is niet liefde voor en genieten van het aardse leven, maar de taak die je hebt. Als Paulus zijn verlangen zou volgen, zou hij – ook bij voldoende ic-bedden – zeggen: laat mij hier maar liggen. Maar lettend op de taak die God hem had opgedragen, zou hij zeggen: Doe maar wat jullie medisch gezien goed achten.
De ethicus Theo Boer en de gepensioneerde arts Paul Lieverse geven het advies dat iedereen, en met name 65-plussers en mensen die al een ziekte hebben, zich moeten afvragen of zij eventueel naar de ic gebracht zouden willen worden. Dit advies gaven zij omdat er een tekort aan ic-bedden dreigt te ontstaan.
Wat doe je dan als christen? Doorslaggevend is dan de vraag wat je als je taak in kerk en samenleving ziet. Paulus zag nog een taak voor zichzelf weggelegd, in de gemeenten. Zo kan ook diegene die een taak voor zichzelf ziet in de levenskringen waarin hij staat, met vrijmoedigheid een advies tot opname op de ic volgen.
Maar dan mag je óók aan het verlangen van Paulus denken. Wat de apostel daarover opschreef was geen mooi gepraat, maar vloeide voort uit een levenshouding, die was ontstaan uit verbondenheid met Christus en diens 'intensieve zorg' voor zondaren.
Niemand hoeft nú al de genoemde keuze te maken. Maar als het moment daar is – en hopelijk wordt dat voor niemand van ons in deze coronatijd realiteit –, zal de houding die gevormd is door passie en Pasen, duidelijk maken wat wordt gevraagd.
D.J. Steensma, Feanwâlden