Meestal kan ik gemakkelijk relativeren en wind ik me niet te veel op. Maar er zijn ook momenten dat het lezen van de krant me teveel wordt. En steeds meer wind ik me op over een algemeen gebrek aan solidariteit.
Jongeren claimen hun recht op vermaak en feestjes en een onbezorgde jeugd. Dat er wereldwijd sprake is van een ongekende crisis en pandemie, lijkt volstrekt irrelevant. Gewoon gaan feesten, vakantie vieren, de kroeg in: ‘Want je wordt er toch niet heel ziek van…’. Hoe kan het. Maar ook ouderen die gewoon op vakantie gaan naar Griekenland, Curaçao, Thailand. Hoe kan het. Mensen die het virus niet willen of niet snappen en daarom maar ontkennen dat het er is en overal ‘gewoon’ doorgaan alsof er niets aan de hand is. Hoe kan het.
Mensen die het geluk hebben in Europa geboren te zijn en in rijkdom zijn opgegroeid, maar die bij de komst van vluchtelingen het hardst roepen dat ze niet van plan zijn hun ruimte, voorzieningen, welvaart te delen. Hoe kan het. We ontkennen het liefst klimaatproblemen die overduidelijk zijn en ons een rampzalige toekomst laten zien. Hoe kan het.
We zitten in de kerk vast op onze eigen standpunten en wijken geen millimeter af. Voor elk Opwekkingslied dat erbij komt, moet er ook een Psalmvers bij. We binden elkaar aan onze eigen uitleg van de Schrift en gaan op kerkelijke vergaderingen stemmen tellen om te zien of ons standpunt het haalt. Echt naar elkaar luisteren en zoeken hoe je er samen uit kunt komen is er niet bij. Hoe kan het.
Ik kan er niet bij. Natuurlijk, er zijn heel veel mensen die ‘gewoon’ hun best doen en aan een ander denken. Die zichzelf van alles ontzeggen om een ander te helpen en bij te staan. Er is veel zelfopofferende liefde. Er gebeurt zoveel moois. Maar je krijgt er vaak maar weinig van te zien. Want er is zo’n ontstellend gebrek aan solidariteit dat het me soms teveel wordt. Hoe kan het?
Wouter Moolhuizen, Hoogeveen