Dit is mijn zesenveertigste en laatste commentaar voor dit mooie Kerkblad voor het Noorden. Na bijna tien jaar in de redactie stop ik ermee. En eerlijk gezegd had ik tien jaar geleden niet gedacht dat dit kerkblad nog zou bestaan. Want er zijn nogal wat kerkbladen ter ziele gegaan. Maar we staan nog steeds stevig! En een paar weken geleden is het kerkblad weer in een nieuw jasje gestoken. Een nieuwe drukker een nieuw formaat (terug bij het oude). Zo zijn we weer up-to-date. Hopelijk bent u er blij mee.
Commentaar geven is voor de meeste dominees geen probleem. En toch is het altijd weer zoeken naar een goed onderwerp. Om up-to-date te zijn en iets zinnigs te schrijven. Het is gemakkelijk om steeds weer terug te komen op je stokpaardjes en je vaste onderwerpen. En dat moet je zien te voorkomen.
Soms heb je een mooie aanleiding om iets te schrijven. Dan hoef je niet op zoek – dan wordt het onderwerp je zomaar gegeven. Deze laatste keer dat ik een commentaar mag schrijven is dat aan de orde. Dit is namelijk het eerste nummer van het nieuwe seizoen, het zogenaamde startnummer.
September is wat dat betreft de maand van een nieuw begin. De scholen beginnen weer, de herfst staat voor de deur en daarmee start ook het kerkelijk seizoen. Met een startzondag, eerste catechisaties, een jaarthema, wat dan ook. Op die manier krijgen we zicht op de voortgang van het koninkrijk. Want steeds opnieuw is er ruimte voor een nieuwe start. En tegelijkertijd gaat alles door. Het werk in de kerk heeft rust in de zomer, maar het start ook weer op in de vroege herfst.
God gaat door – Hij is de eerste en de laatste. En op alle momenten daar tussenin is Hij aanwezig. Dat is de kern van wat de kerk is – een vooruitgeschoven post van het Koninkrijk van God. En wie zich met die kerk van Christus verbonden weet, mag iets zien van dat Koninkrijk. Niet altijd – want ook in de kerk gaat het lang niet altijd naar de bedoeling van onze Heer en Heiland. En wat zijn er veel gemeenten waar er iets aan de hand is – onrust, discussie, ruzie soms zelfs.
Maar we worden er ook steeds weer stil van als we zien dat God toch doorgaat – ondanks alles wat wij mensen bedenken of doen. Daar mogen we ons op richten. En als we zo biddend op God gericht zijn, mogen we erop vertrouwen dat Hij zijn zegen geeft. Waar dat gebeurt – daar gaan we een goed seizoen tegemoet. Gods zegen gewenst!
Wouter Moolhuizen, Hoogeveen