Geloofsbelijdenis (artikel 8)
De Heilige Geest, die op de discipelen neerdaalde op het Pinksterfeest, was ook een belofte van Jezus. Hij had gezegd: ?Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie van mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan. Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest (Hand 1: 4,5). Die heilige Geest kwam dus op Pinksteren. Hij was gestuurd om de discipelen te helpen bij de taak die de Here Jezus hen gegeven had. Hij had hen gevraagd de hele wereld te vertellen over het evangelie, de blijde boodschap. Meteen na de uitstorting van de heilige Geest begonnen de discipelen met die taak. Op het plein in Jeruzalem waren een hele hoop mensen bij elkaar. De discipelen vertelden aan deze mensen over het evangelie, over Jezus. De mensen dachten echter dat de discipelen dronken waren. Maar de discipelen waren niet dronken. Petrus vertelde hen dat. Hij hield een toespraak tegen alle mensen die op dat moment op het plein waren. Het enige probleem was dat al deze mensen een andere taal spraken. Er waren niet alleen joden, maar ook een heleboel andere mensen. Hoe moest Petrus hen nou duidelijk maken wat hij bedoelde? Het bijzondere aan deze gebeurtenis is, dat iedereen Petrus kon verstaan. Iedereen, in hun eigen taal. De heilige Geest had Petrus dit gegeven.
De heilige Geest is dus een helper. Hij wil ook in jouw leven helpen. Hij wil wonen in jouw hart en je helpen het goede te doen. De eigenschappen die passen bij het leven zoals de Here dat bedoeld heeft, zijn de vruchten van de Geest: Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Gal. 5: 22,23). De heilige Geest wil je helpen deze te doen, te laten zien dat je christen bent, te laten zien dat je de Here lief hebt. Dus open de deur van je hart en laat de heilige Geest er wonen, laat de heilige Geest je helpen en leef tot eer van God.
Hanneke van Dokkum