Vrienden
In de Bijbel vind je ook mensen die elkaars beste vrienden zijn. Bijvoorbeeld David en Jonathan. Eigenlijk een hele rare situatie. Jonathan was de zoon van koning Saul. En als je vader koning is? dan ligt er voor een zoon ook wel wat leuks in het verschiet. Je gaat daarom maar niet zomaar met alle mensen om, vooral niet met mensen die je vader absoluut niet mag. Maar Jonathan werd een goede vriend met David. En dat terwijl David juist gezalfd was tot koning. Dat is apart! Want David pakte eigenlijk de mooie toekomst van Jonathan af. Maar Jonathan vond dat niet erg. Jonathan werd zelfs een vriend van David. Ze maakten een afspraak met elkaar: David zou altijd voor het gezin van Jonathan zorgen. In tegenstelling tot Jonathan was Saul, de vader van Jonathan, niet zo blij met David. Hij wilde David doden. David was uitgenodigd om mee te eten aan tafel. Maar Jonathan had David gewaarschuwd: pas op voor mijn vader, hij wil je doden, het is gevaarlijk. Daarom verscheen David niet aan tafel. Als David de tweede dag niet aan tafel verschijnt, begint de koning vragen te stellen: waar is David, waarom zit hij niet aan tafel? En dan gooit Saul zelfs een speer naar zijn eigen zoon! Dat is erg! Dan weet Jonathan ook wat hem te doen staat. Hij gaat naar buiten om met een pijl en boog schieten in het bos. Hij neemt een jongen mee die de pijlen moet ophalen als Jonathan ze heeft weggeschoten. Als Jonathan zegt: nee, verder, veel verder, weet David, die in de bossen verscholen zit dat hij moet vluchten. David en Jonathan omhelzen elkaar nog een keer, maar dan gaan ze uit elkaar.
David en Jonathan zijn echte vrienden. Ze steunen elkaar door dik en dun. Misschien hebben ze wel eens een keer ruzie gehad. Dat kan best. Maar ze bleven elkaar trouw. Jonathan bleef vooral trouw aan de Here God. Jonathan koos voor de Here. Daardoor werd hij niet jaloers en was hij niet boos dat niet hij koning werd, maar David. Hij hielp David zelfs! Daarmee deed Jonathan wat de Here God wilde. De Here God zorgde voor David en Jonathan. De Here God wil vriendschappen zegenen. Je kunt met je vriendje of je vriendinnetje ook eens gaan praten over de Here God. Misschien ? als je dat durft - samen bidden. Je zult merken dat je dan gezegend wordt. Nee, dat betekent niet dat je nooit meer ruzie hebt, maar je krijgt er wel een hele fijne vriendschap door!
Nu zijn er ook kinderen die nooit geen vriendje of vriendinnetje hebben. Dan kan komen doordat je zelf niet aardig doet of alleen maar aan jezelf denkt. Maar het kan ook liggen aan de kinderen om je heen. Soms zijn kinderen erg onaardig. Dat is niet leuk! Daarom is het belangrijk dat je als je wel vriendjes hebt, denkt aan kinderen die niet zo vaak iemand te spelen hebben. Je hoeft niet meteen vrienden te worden! Het is je opdracht om om je heen te kijken, te kijken naar kinderen die niet zoveel vrienden hebben als jij. Speel daar eens mee, doe aardig tegen elkaar. Stel je voor dat jij geen vrienden hebt, hoe zou jij dan vinden?