De geestelijke strijd
Dit is wat Paulus ons laat zien. God vecht een oorlog met de duivel. De duivel probeert mensen van God weg te trekken. Hij probeert jou en mij te verleiden het slechte te doen. Dat gaat dan om leven of dood. Want bij God zijn betekent eeuwig leven. Bij de duivel is niks anders dan dood. Sinds Adam en Eva heeft de duivel dat geprobeerd mensen weg trekken van God. Toen verklaarde God de duivel de oorlog, Hij zou laten zien wie de sterkste is. Daar zei God ook dat er strijd zou zijn tussen de mensen en de duivel, de duivel die jou probeert te verleiden. Dat probeert hij door jou zelf heen, door je verkeerde gedachten en gevoelens te geven. Maar ook via dingen om je heen. Verkeerde tv-programma?s, spelletjes of vrienden. Achter allerlei dingen verschuilt de duivel zich. Verleidingen van de duivel om jou weg te trekken bij God. Waarom? Omdat de duivel niets liever ziet dan dat Gods kinderen hem niet willen kennen, hij wil God verdriet doen.
Over deze oorlog lezen we overal in de Bijbel. Zonder de Bijbel hadden we dit niet eens geweten. Daardoor weten we ook al iets over het einde van deze strijd. Want in de loop van de strijd is Jezus in stelling gebracht. Op Golgotha heeft Hij voor ons gevochten, daar heeft Hij ons gekocht. Hij hoefde niet te sterven voor ons. Maar Hij deed het wel. Jezus stierf, en even leek het erop dat de dood, de duivel, van Hem had gewonnen. Daarvoor had hij geen grote tanks, schepen of andere soldaten nodig, maar een simpel kruis. Drie dagen daarna was de strijd al beslist. Jezus was opgestaan van de dood, de dood had Hem niet vastgehouden. De duivel was verslagen, Jezus overwon.
Wij zijn in het laatste gedeelte van de strijd. Het laatste gedeelte, want Jezus heeft de grote slag al gewonnen. D-Day is al voorbij. Nu moeten wij aan heel de wereld bekend maken wie de Overwinaar is en het laatste verzet van de duivel verbreken. En juist die laatste strijd is het zwaarst. Kijk maar naar bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog. Juist in de laatste maanden is het verzet van de Duitsers het heftigst geweest. De duivel schuwt geen trucjes om ons nog te verleiden. Wij vechten ook niet tegen zomaar iets. Paulus schrijft in zijn brief aan de Efezi?rs duidelijk waar we tegen moeten vechten. Niet tegen mensen, maar ?tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis.? Dat klinkt als iets enorm groots en onverslaanbaar. Gelukkig mogen we hier twee dingen bij onthouden. Een is: de grootste strijd is al gestreden, de overwinning is al behaald, wij moeten stand houden. Twee is: God is met ons, Hij laat ons niet alleen staan in de strijd. Hij wil ons ook zijn wapenuitrusting geven, waarmee jij je kan verdedigen tegen het kwaad.
En daar schrijft Paulus over. Onderdelen van een wapenuitrusting zijn bijvoorbeeld het zwaard, schild en de helm die je krijgt om je te verdedigen. Je hebt het vast wel eens gezien, zo?n grote stoere ridder op zijn witte paard. Zulke ridders had je toen nog niet, maar wel Romeinse soldaten. Op het plaatje hierbij kan je zien hoe ze eruit zagen. Aan de hand van zo?n Romein vertelt Paulus ons wat we allemaal van God krijgen om ons te verdedigen. Deze uitrusting krijgen we zodat we ons kunnen beschermen, ons kunnen verdedigen in deze grote oorlog. Een oorlog, vergeet dat niet, die gaat over je leven. Vergeet niet dat God voor je vecht en dat jij daarin nodig bent. Daarom gaan we in de komende weken stilstaan bij de wapenuitrusting die we van Hem krijgen. Vandaag deel 1: de gordel.
Bram Hofland