Het geloof als schild
We gaan hier nu naar het gedeelte van de wapenuitrusting dat je nodig hebt als de aanvallen echt beginnen, dingen waarmee je als soldaat niet altijd loopt. Je hoort nu ook pas over de pijlen die de duivel afschiet. Het schild dat Paulus hier bedoelt is een groot en lang schild, zoals je op het plaatje kunt zien. Van dat schild was je als soldaat afhankelijk. Je kon je er helemaal achter verschuilen. Paulus vergelijkt dat schild met het geloof. Daarachter kunnen wij schuilen. Waartegen? Tegen die pijlen van de duivel. Dat zijn de dingen die hij op je afstuurt om je van God weg te halen. Dat is wat de duivel probeert: ons weg trekken bij God. En die pijlen stuurt hij juist af op je zwakke plek. Ben je snel boos, ben je enorm verdrietig, voel je je minder dan de ander, of juist meer? Dat zijn dingen die de duivel gebruikt. Nu zeggen we wel: het geloof, maar wat bedoelt Paulus daar mee? Geloven is een zijn met God, met Jezus. Dat je van Hem houdt, en gelooft dat Hij ook voor jou gestorven is, zoals je in de Bijbel kan lezen. Precies dat geloof beschermt je. We zagen al bij de andere onderdelen dat die niet van onszelf kwamen: de Waarheid van God, Gods Gerechtigheid. Ook met het geloof is het zo. Het gaat dan wel om ons geloof in Hem, maar dat krijgen we ook. Geloven doe je niet uit jezelf, dat krijgen we van Hem. Bij Hem mogen we schuilen: ?Bij u schuil ik, u bent mijn schild? (Psalm 119:114).
Bram Hofland