Invloed van media
Vanaf de jaren vijftig kwam de TV op. Die veroverde de hele wereld en daarbij ook Nederland. Geleidelijk kwamen er meer mensen met een TV en werd er ’s avonds geen spelletje meer gespeeld, maar TV gekeken. Later kwam ook de computer, wat eerst niet meer was dan een soort veredelde typemachine. Je kon er steeds meer mee doen en daarom kochten mensen ook een computer voor thuisgebruik en gingen ze er dingen op doen in hun vrije tijd. Dit werd alleen maar meer toen er internet kwam in de jaren negentig. Er was natuurlijk heel veel goeds en leuks op het internet, maar ook heel veel slechte dingen. Toen kwam ook de e-mail, wat zo langzamerhand onbeheersbaar wordt omdat je van iedereen overal mailtjes over krijgt die je ook weer moet beantwoorden. Toen ontstonden ook de sociale media sites en gingen steeds meer mensen een profiel op één of meerdere van die sites aanmaken. Nu kun je natuurlijk denken: nou, dat is leuk allemaal. Maar wat moet ik daar nu mee? Nou, waarschijnlijk heb ook jij een profiel en ben je er best veel tijd aan kwijt. Die tijd kun je ook aan andere dingen besteden. Ook krijg je dat mensen minder echt face to face praten. Ze praten alleen maar via de computer: we sturen even een mailtje of een krabbel. Je zou denken dat je je wel fijn voelt door al die contacten, maar eigenlijk voelen jongeren zich erg eenzaam. Dit komt dus doordat je niet echt meer met elkaar praat. En als je dan een keer in het echt met elkaar praat, durf je eigenlijk niet zo veel te zeggen, omdat je dat normaal altijd tegen een scherm zegt. Als je het tegen de computer zegt, heb je niet altijd door dat er een echt persoon achter zit en is de drempel lager om dingen te bespreken. Zo kan je op internet ook veel gemakkelijker berichtjes sturen waarin je mensen beledigt of kwetst. Via twitter kan je nog gemakkelijker heel snel al een domme of niet overdachte reactie plaatsen, wat zelfs een politiecommissaris al haar baan heeft gekost. Er zijn ook mensen die nu de hele dag bang zijn dat ze iets missen. Stel je voor dat iemand mij een mail heeft gestuurd, dat er iets ergs of juist iets heel leuk gebeurd is met iemand, dat mag ik natuurlijk niet missen. Doordat mensen zo gaan denken, willen ze eigenlijk elke keer weer naar een computer en ben je in je gedachten vaak ergens anders mee bezig.
We weten nu ook van over de hele wereld wat er overal gebeurd. 100 jaar geleden wist je echt niet dezelfde dag nog wat er in Afrika gebeurd was als er iets ergs aan de hand was. Nu weten we dat wel. Dat is niet altijd positief, want dan voelen wij ons ook weer verantwoordelijk voor de situatie daar.
Natuurlijk zijn er ook positieve dingen aan media en zijn ze ook super handig! Als vrienden tijdelijk naar het buitenland gaan, kun je toch in contact blijven met elkaar. Wanneer je een spreekbeurt moet houden of gewoon ergens informatie over wilt, dan kun je dat veel makkelijker opzoeken.
Eerlijk gezegd kan ik denk ik ook niet meer zonder de computer en internet. En ook ik heb profielen op de ‘sociale media’ sites. Maar ik probeer me wel te beperken in het gebruik van de media en er op te letten dat ik ook face to face contact hebt met vrienden.
Tegelijkertijd is internet natuurlijk ook een makkelijke manier om te evangeliseren. Juist ook doordat je makkelijker met mensen in contact komt en ze op een laagdrempelige manier dingen kunt vertellen. Hierbij is het dus juist een voordeel dat de persoon niet voor je zit, maar dat er nog een schermpje tussen zit.
Ga dus bij jezelf eens na hoeveel tijd jij steekt in media en of je dat eventueel zou kunnen minderen. En steek de tijd die je hebt in vrienden of ga eens een Bijbelstudie doen! Misschien zou je weer eens een paar dagen helemaal geen media kunnen gebruiken, gewoon om eens te voelen hoe dat is.
Laura van Putten