Eerst zien, dan geloven
Met geloven in God gaat het soms wel een beetje hetzelfde. Mensen zeggen dan dat ze best willen geloven, maar het niet kunnen, omdat ze God nog nooit gezien hebben. Maar daar draait het in het christelijk geloof nu juist om: geloven zonder dat je God ooit in het echt gezien hebt. In de Bijbel staat ook een voorbeeld van een man die niet wilde geloven dat Jezus was opgestaan voordat hij Hem zelf had gezien, namelijk Tomas.
In Johannes 20 staat het verhaal van Tomas. Jezus is gekruisigd, weer opgestaan uit het graf en ondertussen al aan een aantal mensen verschenen waaronder de discipelen. Tomas, die ook een discipel was, was daar helaas niet bij. Hij was in zijn eentje thuis gebleven. Van hem hoefde het namelijk allemaal niet zo nodig meer nu Jezus was gestorven. Als de ander discipelen hem dan vertellen dat Jezus echt uit het graf is opgestaan en dat ze Hem gezien hebben, gelooft Tomas er helemaal niets van. Dan zegt hij dat hij Jezus eerst zelf wil zien en de wonden in Zijn handen en Zijn zij wil aanraken. Dán kan hij geloven.
Ongeveer een week later zijn alle discipelen weer bij elkaar in een huis en Tomas is er dit keer ook bij. Dan verschijnt Jezus plotseling in de kamer. Hij is binnen gekomen terwijl de deuren van het huis op slot zaten. Jezus richt zich tot Tomas en zegt dat hij de wonden mag voelen, zodat hij kan geloven. Maar Tomas hoeft niet meer. Nu gelooft hij omdat hij heeft gezien. Jezus zegt dan tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ Zo gelooft Tomas dus toch en kan ook hij de wereld in gaan na Pinksteren en alle mensen over Jezus gaan vertellen en dat hij Jezus echt gezien heeft na Zijn opstanding.
Wij kunnen vaak ook maar lastig dingen van mensen aan nemen. Als iemand wat beweert, zoeken we graag zelf ook nog even uit of het wel echt klopt. Zelf herken ik dit ook wel, eerst wil je het wel eens met eigen ogen gezien hebt, voordat je toegeeft dat het waar is. En met het geloof is het net zo. We willen eerst antwoorden op onze vragen van God en Hij moet maar eens een paar wonderen doen en dan gaan we misschien wel eens een keer geloven. Maar zo werkt het geloof niet! Je moet het geloven en Jezus aannemen als jouw Verlosser.
Natuurlijk zijn er ook allemaal dingen in de Bijbel die heel raar klinken en menselijkerwijs niet kunnen. Kijk maar naar de schepping: hoe kunnen al die mooie natuur, de dieren en zelfs de mensen door iemand geschapen zijn! Of kijk naar de plagen in Egypte: ineens is het hele land vol met sprinkhanen, is het water in bloed veranderd. Dit klinkt allemaal erg onwerkelijk en daarom zijn wij snel geneigd het niet te geloven. Maar je moet juist op God vertrouwen en als je ook maar een beetje beseft hoe groot God is, dan kun je niet meer om die wonderen heen. Dan kun je ook de opstanding van Jezus geloven, want Hij is opgestaan uit de dood. En dat kan Hij doordat Hij zelf God is en Zijn Vader ook God is.
Probeer dus in alles te vertrouwen op God, ook al lijkt het allemaal misschien maar raar. Ik zeg ook niet dat het makkelij zal zijn en dat alles logisch lijkt. Maar Jezus zegt het in Johannes 20 zelf. Gelukkig zijn de mensen die niet zien en toch geloven!
Laura van Putten